Laatst een beetje heen en weer aan het e-mailen met de lieve vriendin S. Ze hikt tegen de tentamenperiode aan en vroeg: Had jij daar ook wel eens last van: van uitstelgedrag tijdens je studie?
Ja, dat had ik wel. Gelukkig heb ik ooit voor mezelf een remedie ontdekt. Het was eens in het jaar 2001. Ik las een interview met ene Umberto Eco in Volkskrant Magazine, geschreven voor de literatuurcriticus en presentator Michaël Zeeman. Die namen zeiden me toen, geloof ik, nog vrijwel niets. Toch wil ik verzekeren: wanneer er, zoals Hans Goedkoop zegt, boeken bestaan die je leven kunnen veranderen, dan bestaat er minstens ook één interview die zoiets kan. Want sindsdien ben ik alles van Eco gaan lezen. En van daaruit volgden er een heleboel andere boeken, artikelen en films, reisbestemmingen en zelfs ambities en studies. Allemaal door dat interview.
Het interview knipte ik uit. Zorgvuldig bewaarde ik het in een mapje van een klapper. En elk jaar wel een keertje, wanneer ik niet lekker in mijn vel zit, lees ik de woorden, uitgesproken met de brille en jeugdige ironie van Umberto Eco, opnieuw en opnieuw. Over zijn fascinatie voor ‘foute ideeën’, zijn honderdduizenden boeken in zijn bibliotheek, zijn liefde voor de fantasie. Ja, zijn beleving van schoonheid is een troost op zich.
Zeeman over Eco’s werkkamer: “Het lijkt wel een boudoir.” Eco stralend: “Dat is het ook. Kijk die kamer is indertijd, toen dit nog het paleis van een vorstelijke familie was, min of meer verborgen in het gebouw en ze heeft ook een verborgen extra uitgang van een eigen badkamer. En, let op, de kamer is ovaal: alleen Bush en ik werken in een oval office.”
En dan is er nog iets wat Eco zei. Zeeman vroeg zich af: Romans schrijven. Onderzoek doen. College geven. Congressen bezoeken. Hoe verzet hij toch al dat werk? Naar eigen zeggen heeft Eco geen regelmaat, geen schema’s en roosters. Maar hij heeft wel een principe dat de moed erin houdt: “Als ik twee dingen te doen heb, waarvan het ene urgent is en het ander wel uitstel kan velen, dan doe ik eerst het minst urgente. Het geeft me het plezier van overspel: ik doe niet wat ik geacht word te doen, maar ik doe iets voor mijn plezier – en dat helpt me naderhand ook het andere te voltooien. En zelfs vlugger.”
Wanneer ik vastloop, lees ik altijd even over het overspel van Eco. Om vervolgens het leukste eerst te doen. Ik zocht het interview op in de digitale databank Lexisnexis. Daar was de versie digitaal te vinden. Ik stuurde hem meteen op naar vriendin S. Ze las het en mailde terug: “Ik werd er vrolijk van.”
Toegegeven: mijn goede vriendin vond psychologieboeken er niet meteen veel leuker door geworden…maar toch, om later – à la Eco- een ‘eigenwijs en wijs oud vrouwtje’ worden, dat zag ze wel voor zich. Iets dat het gevoel gaf, dat het interview niet alleen met mij iets zalvends heeft gedaan.
Personalia
Daan Rutten (1981) is wetenschapsredacteur bij EM. Hij studeerde cultuurwetenschappen en tijdschriftjournalistiek in Tilburg. Zelfverklaard is Rutten een fan van de socioloog-filosoof Klaus Theweleit (1942), de countryartiest Gram – the grievous angel – Parsons (1946-1973) en de levende snookerlegende Ronnie O’Sullivan (1975). Hij woont ergens in Rotterdam Noord.
Daan Rutten (1981) is wetenschapsredacteur bij Erasmus Magazine. Zijn observaties en gedachten bij de consumptie van lezingen, dissertaties en publicaties, en het leven op de campus van de Erasmus Universiteit, noteert hij elke vrijdag op dit blog. |