Klinisch psychologen mogen meer over de grenzen van hun eigen vakgebied heen kijken, vindt prof. dr. Ingmar Franken. “Psychologen zitten op eilandjes van hun eigen discipline en maken te weinig gebruikt van nieuwe technieken.” Op 9 januari sprak hij zijn oratie uit.
“Nieuwe ontwikkelingen in aangrenzende vakgebieden kun je gebruiken om tot nieuwe wetenschappelijke inzichten te komen. Daarom zou het voor klinisch psychologen goed zijn om vooral ook te kijken naar de cognitieve neurowetenschappen”, aldus Franken. Kennis over fysiologie en psychologie kunnen volgens hem beter worden gecombineerd.
Franken bestudeert de neurobiologische en cognitieve processen van het beloningssysteem in de hersenen. Dat systeem zorgt ervoor dat we bepaalde dingen als prettig ervaren. Hierbij kijkt de onderzoeker onder meer hoe dat systeem functioneert bij verslaafden. Bij hen blijkt dat reward system minder goed te werken. Psychoactieve middelen als alcohol en drugs activeren het systeem wel, waardoor verslaafden wel een prettig gevoel ervaren. Het onderzoek van Franken, waarvoor hij in 2007 een VIDI-beurs kreeg voor vijf jaar, richt zich op biologische processen bij rokers en maakt gebruik van hersenscans.
“Binnen de klinische psychologie moet meer worden gekeken naar fysiologische processen. Het struikelblok nu is dat diagnoses worden gesteld aan de hand van een boek waarin allerlei stoornissen staan omschreven, maar dat boek voldoet niet meer”, zegt Franken. Daarnaast houdt de hoogleraar een pleidooi voor het gebruik van andere onderzoeksmethodes dan enkel zelfrapportage. Nu worden patiënten veelal gevraagd een vragenlijst in te vullen, om inzicht te krijgen in hun gevoelens. Nieuwe technieken, zoals mri- of eeg-scans, kunnen activiteiten in de hersenen in kaart brengen en leiden tot nieuwe inzichten.
Los van de wetenschappelijke ontwikkelingen binnen de klinische psychologie moet hem ook nog iets anders van het hart. “Ik spreek me uit tegen de inmenging van morele aspecten binnen dit veld, het idee dat verslaving een kwestie is van wilszwakte. Ik vind dat je dat niet zo kunt bestempelen. De fysiologische oorsprong van het gedrag van verslaafden is zichtbaar op mri-scans. Door processen in hun hersenen is het moeilijk om van alcohol of drugs af te blijven.” MM