Co-assistenten werken vaak meer dan veertig uur per week, maar krijgen geen stagevergoeding, klaagt het studentenplatform van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst (KNMG).

Met het stagefonds voor de zorg, een miljoenenpot van het ministerie van Volksgezondheid die sinds september bestaat, kunnen zorginstellingen meer stagiairs van mbo- en hbo-opleidingen in dienst nemen. De stagevergoeding die zij conform de CAO horen te ontvangen, wordt sindsdien mede uit dit fonds betaald. Maar co-assistenten vallen buiten de boot. 

In 2003 bepaalde de rechter dat ze geen recht hebben op een vergoeding: wettelijk gezien zijn zij geen stagiairs, maar studenten. Onterecht, vinden belangenorganisaties, maar ook artsen en decanen. Co-assistenten doen wel degelijk stagewerk, en ze houden door hun lange werkweek in het ziekenhuis geen tijd over voor een bijbaantje. Daarmee lopen ze inkomsten mis die andere studenten wel hebben. De artsen in spe doen hun beklag bij de Tweede Kamer. 

Of ziekenhuizen de stagevergoeding voor co-assistenten kunnen opbrengen, is de vraag. Nu al hebben ziekenhuizen soms problemen met het zinvol invullen van co-schappen. (HOP)