‘De mensa’s kunnen veel duurzamer’

Het thema van de Alumnidag die de EUR op 8 november houdt is: A sustainable society. Verder moet de inkoop van hoger onderwijsinstellingen in 2012 voor de helft uit duurzame producten bestaan, werd onlangs besloten. En natuurlijk is de EUR bezig met Greening the campus, wat ook de universiteit groener en duurzamer moet maken. Maar toch, gaat dit allemaal wel snel genoeg? In de mensa is er bar weinig biologisch eten verkrijgbaar en gaat de verkoop van in plastic verpakte plakjes zielig kippen- en varkensvlees gewoon door. Kortom…

‘De mensa’s kunnen veel duurzamer’

Ruben Vermaak, student marketing

“In eerste instantie vind ik het een goed initiatief dat de EUR werkt aan een Groene Campus, met daarbij dus ook duurzame voedingsmiddelen. Nu zijn bij de supermarkt biologische goederen meestal een stuk prijziger dan de standaardproducten. Studenten hebben over het algemeen niet veel te makken en ik denk dat het beetje geld wat er binnenkomt niet snel wordt uitgegeven aan duurdere biologische producten, hoe goed de intentie ook is.

Daarom hoop ik ook dat de Erasmus Universiteit de nieuwe mensa prijzen niet direct zal doorberekenen aan zijn klanten, want in dat geval zouden veel studenten de toch al dure mensa links kunnen laten liggen. Wellicht dat zij hierdoor weer wat meer geldbewust worden en gewoon hun eigen lunch meenemen van huis. En in dat geval snijdt de Universiteitsmensa zichzelf lelijk in de vingers.”

Niels van Poecke, programmamaker Studium Generale

“De mensa’s van de EUR kunnen zonder twijfel duurzamer. Het is absoluut niet zo dat er op dit moment helemaal geen ‘biologische’ producten te krijgen zijn. Als je er je best voor doet, is het heel gemakkelijk om tijdens de lunch voor een ‘duurzaam’ broodje (!) in plaats van een ‘gewoon’ broodje te kiezen, of bijvoorbeeld tijdens een programma ‘biologische’ Max Havelaar koffie te schenken in plaats van ‘gewone’ Douwe Egberts koffie. Het is (nog) wat duurder dan anders en je moet er speciaal naar vragen, maar het kan wel… Het aanbieden van ‘biologische’ producten zou mijns inziens daarom nog wat meer ingeburgerd kunnen raken, wat meer gebruikelijk eigenlijk – zowel bij Avenance als bij het personeel en de studenten van de EUR. Wat dus niet wegneemt dat ik denk dat de eerste stappen in de goede richting gezet zijn en er voortaan in de kantines en tijdens feestelijke borrels eco-industriële tropische garnalen en humus wordt geserveerd.

Storender dan het – mag ik toch wel zeggen – beroerde ‘normale’ aanbod in de kantines vind ik echter toch wel alle verpakking waarin het voedsel verpakt is. Niet al te lang geleden kwam ik bijvoorbeeld een gesneden appeltje in een plastic zakje in de mensa van het L-gebouw tegen. Dit soort fratsen horen misschien in de AH maar niet op de EUR thuis. Waarom niet gewoon een onbespoten appel? Of een scharrelei i.p.v. eiersalade in een plastic bakje? Of verse worst i.p.v. de in een cellofaantje geperste ‘ham’ of ‘cervelaat’? Of een stukje verse, gerookte zalm in plaats van de nepkrab in een wit, aantrekkelijk cupje? Dan is zelfs de cradle-to-cradle ‘oplossing’ van Michael Braungart voor niet-upcyclebare verpakkingen niet meer nodig…”

Graciella Anijs, student rechten

“Op bepaalde gebieden kunnen de mensa’s en de universiteit een stuk duurzamer. Ik denk daarbij aan het gebruik van groene stroom, het tegen gaan van watermisbruik en het overmatig gebruik van plastic en papier.

Echter duurzaamheid moet geen modeverschijnsel worden, zoals het is/ was bij scharreldieren. Men gaat ervan uit dat scharreldieren een beter leven hebben, maar dat is niet altijd zo. Scharreldieren worden vaak genoeg lichamelijk gepijnigd en in grote hokken gestopt om daar ‘rond te scharrelen’. Niet wanneer iets het plakkaat scharrel, biologisch of duurzaam heeft betekent het automatisch beter is voor mens, dier en milieu. We zullen alert moeten blijven.

Voor de rest denk ik dat de overheid niet alleen moet kijken hoe het in Nederland duurzamer moet, maar dat het voor de wereld geldt. Misschien zouden ze een andere oplossing kunnen vinden voor het verwerken van oude pc’s, elektronica en chemisch afval; dumpen in Afrika dat is zeker niet duurzaam!”

Arie Verheij, medewerker FHKW en master maatschappijgeschiedenis

“Duurzaamheid is terecht een hot topic. Ik ben van mening, dat we ook zeker aan dieren en planten moeten denken, in plaats van dat wij onze planeet kaalvreten en uitputten. Maar we moeten vooral oog hebben voor onze medemens. Terwijl wij ons druk maken om verderfelijke insecticiden of de onleefbare leefomgeving van vee in onze bio-industrie, lijdt een leeuwendeel van de wereldbevolking honger. Voedseltekort is een serieus probleem, dat verergerd wordt door onze luxeproblemen. Biobrandstoffen en onze voedselvoorraad rivaliseren.

Onlangs maakte een IMF-rapport duidelijk dat de invloed van biobrandstof op prijsveranderingen van grondstoffen zo’n 75% is. Duurzaamheid wordt duur betaald. Door het mensa-assortiment hoofdzakelijk uit biologische voeding te laten bestaan maakt de universiteit een mooi gebaar. Hoe ver gaat dit? Biologische melk en vleeswaren in karton en papier, salades van onbespoten groenten, oké. Wat betekent dit voor onze populaire soepen? Als u bekend bent met onze bedrijfscultuur, weet u dat universitair personeel jaagt op de balletjes en kipstukjes die onze soepen rijk zijn. Dan is smaak en productkeuze nog niet eens aan analyse onderworpen.

Universiteitsbestuur en cateraar horen absoluut rekening te houden met studentenportemonnees. Duurzamere producten zijn ook vooral duurdere producten! Biologisch voedsel is een (economisch onaantrekkelijke) principekwestie; onze principes vragen om offers. Een belangrijke vraag hierbij is: Hoeveel mogen mijn principes mij kosten? Maar laat het wel mijn principe zijn, niet die van anderen. Het opgelegde mensa-assortiment betekent dat mij de keuze ontnomen wordt: wij betalen de prijs voor de goede voornemens van onze ‘alma mater’, dat niet zonder toeval ‘voedende moeder’ betekent.”