Hoi, ik ben Gijs van Dam
Ik ben 21 jaar en student internationale bedrijfskunde aan de EUR. Sinds 3 jaar woon en leef ik in Rotterdam en ben lid van studentenvereniging S.S.R. en actief bij studievereniging STAR. Ik reis graag en houd van sport zoals voetbal, wielrennen, en ga als het even kan snowboarden en duiken.
Ik ben iemand die houd van uitdagingen en het beleven van nieuwe ervaringen. Dat is voor mij ook een van de redenen dat ik gekozen heb voor een stage bij Terre des Hommes. De combinatie van een ontwikkelingsstage waarbij je vijf maanden tussen de Indiase bevolking leeft en de mogelijkheid om hierbij werkzaamheden te verrichten die aansluiten op mijn studie is geweldig. En als je dan ook nog de mogelijkheid hebt om je steentje bij te dragen voor de ontwikkeling van een evenwichtigere wereld kan je een kans als deze moeilijk laten liggen.
Is dit India?
Mathagondapalli, 24 september 2008
Waarom ben ik hier in India? Samen met mijn partner in crime Friederike doe ik een onderzoek voor het Mathagondapalli Education Center naar de behoeftes van partner organisaties in het zogenaamde ‘capacity building’. Ik zal de details van deze moeilijke en zware, maar uitdagende assignment besparen. In het kort komt het er op neer dat we partnerorganisaties van Terre des Hommes gaan bezoeken om uit te vinden op welk gebied in Financial management zij vaardigheden missen. Vanaf volgende week zullen wij hiervoor ongeveer zes weken het land intrekken. Dit zijn vooral organisaties die de arme bevolking op het gebied van educatie of gezondheid helpen.
De reis ging erg soepel; na 22 uur reizen bereikte ik mijn doel: de campus van Bangalore. Mijn mede-interns zijn aardig, het eten is een beetje eentonig, doch lekker en het huis is ruim, comfortabel, luxueus en schitterend gelegen: de zonsondergang is geweldig. Al met al was het week waarin er weinig te klagen viel.
Voordat ik aan deze ontwikkelingsstage begon, heb ik dit prachtige land al even van dichtbij te mogen bekijken. Een mogelijkheid om even te wennen aan de chaos en wanorde, de geuren en kleuren en alles wat volgens velen tot de ‘culture shock’ zou moeten leiden. Ter introductie: India heeft 1,1 miljard inwoners op een gebied drie keer zo klein als de VS, 75 procent armen waarvan de helft onder de armoedegrens (absoluut gezien meer dan heel sub-Sahara Afrika). Wat India typeert: armoede, drukte, waar mensen zijn overal viezigheid en koeien.
Vooralsnog, op een tripje naar Bangalore na, zit ik ‘vast’ op het terrein van het Mathagondapali Education Centre (MEC). De hekken zijn hoog en er loopt minimaal tien man aan beveiliging. Het MEC in een paar woorden: perfect geknipt gras (geen grasmaaier, want is slecht voor de werkgelegenheid), schitterend aangelegde plantsoentjes en wegen zonder gaten. Alle sportvelden die je kunt bedenken, een indoor sportzaal, eigen watersupply, noem het en ze hebben het hier. Ook schijnt de zon de hele dag, wat een genot. Het is een beetje als Centerparks in de tropen, maar dan zonder de wildwaterbaan. Na de eerste week is het voornaamste dat ik heb onthouden, dat ik mijn kinderen vooral in India naar school moet laten gaan.