‘Graduate schools zijn goed voor jonge onderzoekers’
Minister Plasterk gaat de komende jaren meer geld steken in de zogeheten Graduate
Schools, waarin jonge onderzoekers eigen geld krijgen en meer ruimte om eigen ideeën uit te werken. Plasterk is een vurig pleitbezorger van deze Angelsaksische versie van de onderzoeksschool. Dit stelsel staat ’tegenover’ het huidige aio-schap waarbij jonge onderzoekers zich veelal aansluiten bij bestaande onderzoeksprogramma’s van faculteiten.
Daniël Springer, student economie en rechten
“Persoonlijk heb ik in nog nooit iemand in mijn omgeving erop kunnen betrappen het aio-traject in te willen gaan. Het imago van de doctoraalstudie is dan ook nogal slecht. Lage salarissen ten opzichte van banen buiten de universiteit en de lange duur van het traject zorgen ervoor dat je wel héél erg gemotiveerd moet zijn om er aan te beginnen.
Nu zal ik nooit beweren dat het slecht is om gemotiveerde doctorandi c.q. masters binnen te halen. Maar het probleem is wel dat de meest gemotiveerde studenten niet per se de beste hoeven te zijn. Briljante studenten zullen zich nu regelmatig laten ontmoedigen door de vooruitzichten van het aio-schap, en dat is zonde. Plasterks concept van de graduate school zou daarbij kunnen helpen.
Als doctoraalstudenten een eigen budget krijgen, en daarmee de vrijheid om te onderzoeken wat ze echt willen, zorgt dat voor een grotere aantrekkingskracht. Jonge wetenschappers zullen wellicht het grote geld kunnen negeren als ze écht hun droom kunnen volgen. Dat komt niet alleen de kwaliteit, maar uiteindelijk ook de motivatie van de onderzoekers ten goede. De graduate schools zullen niet direct voor fabelachtige onderzoeken zorgen. Maar het komt de allure van het onderzoeker zijn zeker ten goede.”

(kopie 1)
Ruben Vermaak, student Marketing
“Ik denk dat het plan van minister Plasterk in de toekomst goed kan gaan uitpakken voor alle academische instellingen van Nederland. Jonge onderzoekers moeten namelijk binnen hun vakgebied zo veel mogelijk de vrije hand krijgen. Juist omdat er voor hen meer geld en ruimte beschikbaar wordt gemaakt dan voorheen, verwacht ik gewaagdere projecten die wellicht daardoor weer baanbrekende en grensverleggende resultaten kunnen opleveren. Op deze manier kunnen Nederlandse universiteiten weer proberen mee te doen met de prestigieuze Amerikaanse en Europese top.
Dit betekent echter niet dat de focus van zowel de minster als de universiteiten moet verschuiven naar alleen onderzoek en promovendi. Ook aan de normale bachelor- en master- opleidingen dient aandacht te worden besteed, zodat we in ieder geval binnen ons eigen continent weer een significante rol van betekenis hebben als het gaat om educatie aan topuniversiteiten.”

(kopie 2)
René Verwijmeren, hoofd ICT Universiteitsbibliotheek
“Een idee van prof dr. Hans Clevers, nu nog werkzaam bij het Hubrechtlab, waar hij Ronald Plasterk is opgevolgd als directeur. Wat me verbaast, is dat er in een relatief korte tijd een groot bedrag kan worden gealloceerd voor een idee wat door twee collega’s op zonnige namiddag is uitgedacht, naar voorbeeld van het amerikaanse model. De aio kiest de hoogleraar (promotor) en bepaalt zelf het onderzoeksonderwerp, hierdoor zou meer baanbrekend onderzoek worden verricht wat kwaliteitverhogend zou werken.
Is dat zo? Of gaat de invoering van graduate schools ten koste van interuniversitaire samenwerkingsverbanden in onderzoekscholen en leidt dit tot versnippering van onderzoek wat uiteindelijk kwaliteitsverlagend zal werken?
De kern van het probleem is vooral de begeleiding van de aio en de karige beloning gedurende het onderzoekstraject, laten we dat aanpakken in plaats van de invoering van graduate-schools.”
