De aanleiding voor het evenement was het verschijnen van het gelijknamige boek van Sarina Wiegman, de voormalige bondscoach van het Nederlands vrouwenelftal en nu van het Engelse. Ze sprak tijdens het seminar over haar ervaringen en obstakels als pionier in haar vakgebied. Drie gasten die haar inspireren, deelden ook hun verhaal: luitenant-generaal Elanor Boekholt-O’Sullivan, Corinne Vigreux (medeoprichter van TomTom) en Annelien Bredenoord (rector magnificus van de EUR en voormalig lid van de Eerste Kamer).
Haar kort knippen
Op de vraag uit het publiek of een vrouw binnenkort een mannenelftal zal coachen antwoordde Wiegman: “Het zou een enorme stap zijn, maar ik weet niet of het voetbal daar klaar voor is.”
Er is in het voetbal altijd een kloof geweest tussen mannen en vrouwen: Wiegman moest in 1977 immers haar haar kort laten knippen om voor het eerst mee te kunnen voetballen in een gemengd team. Met een succesvolle carrière als coach en meerdere onderscheidingen op zak is haar doel nu om ‘de maatschappij op een positieve manier te veranderen door middel van voetbal’.
De Britse ambassadeur in Nederland, die het seminar bijwoonde, bedankte Wiegman voor haar bijdrage aan het vrouwenvoetbal in Engeland en stelde gekscherend één verandering aan de orde die ze zelf graag wil zien: “het heet voetbal, geen ‘soccer’!”
Corinne Vigreux deelde haar ervaringen als vrouw in de techwereld. Een studente uit het publiek benadrukte het belang van inclusie van vrouwen in technische studies en computerwetenschappen en uitte haar bezorgdheid over het sterk blijven als vrouw en vrouwen die proberen meer op mannen te lijken. “Het is een stereotype dat je je als man moet gedragen om succesvol te zijn; dat is niet waar”, aldus Vigreux. “Wees jezelf, blijf trouw aan je waarden en wees authentiek. Word niet iemand die je niet bent!”
Weg met de stropdas
Elanor Boekholt-O’Sullivan besprak de uitdagingen van het werken als vrouw bij het ministerie van Defensie. Een kwestie die volgens haar vaak over het hoofd wordt gezien zijn de verschillen in kleding. Pakken en uniformen voor vrouwen zijn oncomfortabel en slechts 12 procent van de medewerkers van het ministerie is vrouw, dus er is niet genoeg kleding die hen goed past. Ze verwees naar het feit dat ze geen stropdas bij haar pak draagt, iets dat volgens haar tegenstand oproept bij ‘witte mannen’ en woedende reacties oproept. “Ik ben een drie-sterrengeneraal en mensen vallen nota bene over mijn kleding!”
Ook Annelien Bredenoord blikte terug op haar ervaringen tijdens haar politieke carrière bij D66. Ze wees op het gebrek aan passende werkomstandigheden voor vrouwen in de Eerste Kamer en dacht terug aan een specifieke gebeurtenis tijdens haar zwangerschap. “Ik had even wat rust nodig voor een nachtelijk debat en kreeg een opblaasbaar matras en een kleine koelkast”, herinnerde ze zich. “Dit zijn vreemde arbeidsomstandigheden voor vrouwen in de politiek.”
Studentenpanels
Vier EUR-studenten deelden tijdens een panelgesprek het podium met de hoofdsprekers. Onder de indruk van de input van de studenten bood Boekholt-O’Sullivan de studenten gekscherend een baan aan bij haar ministerie. Moos Schoemacher, een 25-jarige student Financial Economics en werkstudent bij het ministerie van Defensie, en Esmée Lieuw On, een 22-jarige alumnus en bestuurslid van voetbalvereniging Antibarbari. “Het was inspirerend om ze te horen praten over hun carrière en de obstakels die ze tegenkwamen”, vertelde Esmée achteraf. “De tijd vloog voorbij, we hadden daar gemakkelijk nog een uur aan vast kunnen plakken!”
Schoemacher neemt een aantal belangrijke punten mee van het seminar: “Als witte man moet ik beseffen dat ik me in een bevoorrechte positie bevind. We moeten vrouwen altijd steunen en in gedachten houden dat diverse beslissingen de beste beslissingen zijn.”
Na het evenement kregen alle aanwezigen een gratis exemplaar van Sarina Wiegmans boek ‘What it takes’.