Annelien Bredenoord rectoraatoverdracht foto Ronald van den Heerik (4)
Beeld door: Ronald van den Heerik

Rector magnificus Annelien Bredenoord was, zeker voor de kerst, bijna dagelijks bezig met de oplopende spanning op de universiteit over het conflict In Israël en Gaza. Ze gaf interviews, voerde gesprekken met studenten en medewerkers vanuit alle hoeken en ontving begin december ook de minister van Onderwijs, Robbert Dijkgraaf, om te praten over hoe onderwijsinstellingen zich moeten verhouden tot dit conflict.

Ruimte voor andersdenkenden

“Voor mij is eigenlijk alles wat we doen, zeker rondom dit conflict, het waarborgen van de sense of belonging, de inclusiviteit van deze universiteit. Dat we er voor iedereen zijn, dat er ruimte is voor andersdenkenden. Dat het spannende aan wetenschap is dat die diversiteit aan perspectieven met elkaar gaat schuren, dat er ruimte komt voor twijfel en daarmee voor andere inzichten. Ik vind dat echt de kracht van de EUR; die diversiteit van de gemeenschap en daarmee de diversiteit van perspectieven”, zegt Bredenoord. Ze wilde graag dit interview geven omdat het nadenken over de rol van de universiteit haar na aan het hart ligt.

“Wat er gebeurt in de wereld bevindt zich niet in onze circle of influence, maar wat we natuurlijk wel kunnen proberen te doen, is zorgen dat wij als universiteit, die inclusieve universiteit blijven. En dat is gewoon heel hard werken. Dat met elkaar goed doen en elke keer weer op zoek gaan naar wat John Rawls de overlapping consensus  (hoe aanhangers met verschillende opvattingen het toch eens kunnen worden over bepaalde beginselen van rechtvaardigheid, red.) noemt. Dat vind ik een uitdaging, maar ook echt super bevredigend.”

Teach-ins, discussie en protest

Ze is trots dat het op de EUR lukte om teach-ins te organiseren en ruimte te maken voor discussie en protest over het conflict tussen Israël en Gaza. Andere universiteiten lieten dit niet toe, waarop er onaangekondigde demonstraties ontstonden. Zo ontstond er in Leiden een protest dat  met veel geduw en getrek moest worden beëindigd.

“Bij ons is gezegd dat we ruimte bieden voor discussie mits het bottom-up vanuit EUR Community georganiseerd wordt en men zich committeert aan heel duidelijke spelregels, dan bieden we daar ruimte voor. Voor elke variant van hatespeech en elke vorm van antisemitisme of islamofobie is geen ruimte”, zegt Bredenoord. “Of dat gelukt is? Ik denk dat verschillende mensen daar verschillende antwoorden op zullen geven. Maar waar het mij om te doen is dat we zaken niet afdekken, niet smoren. Geef nou de ruimte. Het werkt als een soort ventiel om met elkaar in gesprek te gaan over de heftigheid van wat er gebeurt.”

Brandkast-rol-Erasmus Universiteit University-EUR-internationaal conflict-oorlog-war-discussie-discussion-2.2024_Francesca Mora
Beeld door: Francesca Mora

Je was tot afgelopen zomer lid van de Eerste Kamer namens D66 en hebt dus een duidelijk politiek profiel. Maakte dat het voor jou lastig om je niet uit te spreken over het conflict?

“Ik heb veel gereflecteerd, sowieso de afgelopen jaren, op de logica en de spelregels van de politiek en die van de universiteit en helemaal specifiek voor mijn rol als bestuurder. Het helpt mij om elke keer weer scherp te stellen: wat zijn wij nou voor een organisatie? De universiteit is geen politieke partij, dat gaan we ook nooit worden en dat moet je ook echt niet willen. Wij zijn op aarde voor onderwijs en onderzoek en engagement om maatschappelijke impact te maken. Dus het is in ultimo mijn taak als bestuurder om te zorgen dat iedereen kan excelleren.

“Ik baseer dit op het rapport van de Kalven committee uit 1967 van de Universiteit van Chicago. Daar worstelden ze met de verzoeken die ze kregen om zich uit te spreken over de Vietnamoorlog. Ik heb het dit najaar nog eens gelezen en het is nog heel actueel, echt fantastisch.

“Ik volg de lijn die uit dit rapport komt: als ik als bestuurder de maximale academische vrijheid van de community wil waarborgen, dan moet ik geen politieke uitspraken doen, omdat dan de ruimte voor andere mensen in de universiteit om wat te vinden of om anders te denken, beperkt wordt.

“Dit is een lang antwoord op je vraag: vond ik dat moeilijk om de politieke rol niet te laten meespelen? Nee, dat vond ik helemaal niet, want ik snap gewoon heel goed wat mijn rol in deze is en dat ik daar zuiver in moet zijn.”

Okee, de universiteit mengt zich inhoudelijk niet in conflicten die zich in de wereld afspelen. Maar toen Rusland Oekraïne binnenviel werd de Oekraïense vlag gehesen en werden de banden met Russische universiteiten verbroken, zou je dat nu anders doen?

“Elke situatie, elke context is uniek en anders. Bij de situatie met Oekraïne was de reactie niet zo gepolariseerd. Het splitste en spleet de community minder, de emoties waren veel eenduidiger. Verder was er een overduidelijke oproep vanuit de Nederlandse regering om een boycot te starten. Er werd expliciet gevraagd aan alle Nederlandse universiteiten om de banden met Rusland en daarmee ook met de Russische universiteiten te doorbreken en om uit solidariteit de Oekraïense vlag te hijsen.

“Ik weet niet of we met the wisdom of hindsight precies hetzelfde hadden gedaan. Had je net zo snel de vlag weer gehesen? Ik weet het niet. Ik denk wel dat we inmiddels scherp hebben hoe we willen reageren, maar als gezegd: elke context is anders. Het hangt af van de reactie van de community. Uiteindelijk is de kwestie dat je niet wil dat het debat verder polariseert. Je wil dat iedereen zich hier thuis en veilig voelt. Daar keer ik altijd bij terug: hoe kunnen we die sense of belonging waarborgen?”

 

En als het gaat om het verbreken van banden met universiteiten in landen waar conflicten zijn, of een regime heerst dat niet democratisch is?

“Wij bevriezen banden met universiteiten die op de EU-sanctielijst staan. Het is niet aan ons als individuele universiteit om politieke uitspraken te doen over de regimes. We hebben contacten met universiteiten over de hele wereld, ook met heel veel universiteiten in landen die geen democratie zijn. Sterker nog, als wij ons zouden beperken tot samenwerking met universiteiten in democratieën, en dan echt werkende democratieën – whatever that may be –waar ligt dan de grens? Want ook dat kan veranderen, hè? De wetenschap is by heart internationaal. Dat is de kracht van de wetenschap.

“Ik heb in mijn de diesrede gezegd dat we niet die universiteit in die spreekwoordelijke ivoren toren willen zijn, maar impact willen hebben op de echte wereld en op de grote maatschappelijke vragen. Dus dat betekent dat de wereld op de campus komt. Misschien konden universiteiten dertig jaar geleden wat makkelijker zeggen dat we met de buitenwereld niks te maken hebben, maar dat kan niet meer. En dat willen we ook niet. Dat is een proces, we onderzoeken steeds waar de grens ligt. Daarom is het belangrijk om elke keer terug te gaan naar de vraag: waartoe zijn wij op aarde?”

En het organiseren van teach-ins, walk-ins en dialoogsessies horen daar nu dan bij?

“Kijk, je wil dat die internationale spanning en het geweld stopt, daar zal vriend en vijand het over eens zijn. Maar stel er komt een duurzame oplossing, dan heb ik niet de illusie dat de spanning en de emotie en het trauma hier op de EUR ineens weg zijn. We moeten er echt nog langere tijd op gericht zijn dat mensen hier veilig kunnen studeren en werken. Hier samen kunnen komen. Dus als je als je me vraagt, wat is je doel, dan is dat mijn doel. Kom ik toch weer op die inclusieve universiteit uit.”