Waar gaan het geld in het hoger onderwijs naartoe? Komen er stilteruimtes? Hoe zit het met nieuwbouw? Studenten moeten in allerlei raden en commissies meebeslissen (of meedenken) over hun opleiding, faculteit of onderwijsinstelling.
Maar daar staat soms nauwelijks een vergoeding tegenover. De verschillen zijn groot. Aan sommige universiteiten en hogescholen krijgen studenten bijna niets, aan andere krijgen ze een beurs om zich fulltime op het raadswerk te storten.
Ook scholing en ondersteuning laten weleens te wensen over. Effectieve medezeggenschap vergt enige kennis en vaardigheid, terwijl studenten er meestal maar kort zitten: ze kunnen wel wat hulp gebruiken.
Richtlijnen?
Een meerderheid in de Tweede Kamer wil hier landelijke richtlijnen voor en ook minister Robbert Dijkgraaf schaarde zich daarachter. Maar de gesprekken tussen studentenorganisaties en de onderwijsinstellingen zijn vastgelopen.
“Helaas is het, ondanks de inspanningen van alle kanten, nog niet gelukt”, schrijft de minister in een brief die pal voor de kerstvakantie naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Het gaat dan vooral om de vergoedingen. Aan sommige instellingen kun je bijvoorbeeld ‘collegegeldvrij besturen’, zodat je in elk geval niet betaalt terwijl je geen lessen volgt en meedenkt over het beleid. Maar lang niet alle instellingen bieden die mogelijkheid.
Demissionair minister Dijkgraaf wil niet ingrijpen, maar is wel voorstander van collegegeldvrij besturen. “Ik doe daarom een moreel appèl aan de instellingen die de mogelijkheid tot collegegeldvrij besturen niet bieden, om hiertoe over te gaan.”
Dikke portemonnee
Studentenorganisatie ISO, die haar wortels in de medezeggenschap heeft, baalt ervan dat de gesprekken zo weinig hebben uitgehaald. “Als je de medezeggenschap serieus neemt, moet je studentenvertegenwoordigers fatsoenlijk vergoeden voor het belangrijke werk dat ze verrichten”, vindt voorzitter Demi Janssen. Anders kun je volgens haar alleen meepraten over het onderwijs als je portemonnee dik genoeg is.
Voor een betere medezeggenschap heeft minister Dijkgraaf extra geld uitgetrokken: drie miljoen euro per jaar voor de jaren 2024 tot en met 2027. “Voorwaarde is wel dat er goede afspraken komen over vergoedingen voor alle medezeggenschapsgremia”, schrijft hij. De gesprekken moeten in de eerste helft van 2024 worden afgerond.
'Scholing wenselijk'
Over de scholing van raadsleden zijn overigens óók geen harde afspraken gemaakt. “Scholingsprogramma’s (…) zijn wenselijk”, was kennelijk het hoogst haalbare in de onderhandelingen tussen instellingen en studentenorganisaties.
Wel ligt er nu een lijstje met mogelijke voorzieningen waarover de medezeggenschappers in gesprek kunnen gaan met de eigen instelling. Zo moeten de raden ‘ambtelijke ondersteuning’ kunnen krijgen, bijvoorbeeld bij de overdracht van dossiers aan nieuwe leden.