Via de ballonnenpoort en door het goudkleurige glittergordijn komen kinderen lachend naar binnen rennen. Samen met de theaterdocent vormen ze een cirkel. “Jullie zijn strakjes mijn standbeelden”, roept ze. “Iedere keer als ik naar je kijk mag je niet bewegen.” De soundtrack van de film Edward Scissorhands begint, de kinderen beginnen theatraal te bewegen en stoppen giechelend wanneer de docent naar hen kijkt.
Armoede
Theater is een van de workshops die afgelopen dinsdag, op Wereldarmoededag, gratis gegeven worden aan kinderen bij speeltuin de Middenstip in Feijenoord, een Rotterdamse wijk waar relatief veel mensen in armoede leven. In de speeltuin staan kinderen te boksen, in een ouderwetse gele schoolbus is een workshop podcast gaande en binnen dansen kinderen op hiphopmuziek. En ‘s avonds kan iedereen gratis mee-eten.
Het programma wordt verzorgd door Stem zonder Gezicht – een Rotterdamse stichting voor kinderen in armoede – in samenwerking met studenten van de universiteit. “We vinden het belangrijk om kinderen te stimuleren in hun talenten, omdat dat een manier is om uit armoede te komen en jezelf emotioneel te ontwikkelen”, zegt Vanessa Umboh, oprichter van de stichting. Ze is de hele middag druk bezig met zorgen voor en praten met ouders. “Armoede verlamt, weet ik uit persoonlijke ervaring. Je raakt je zelfvertrouwen kwijt en gaat jezelf isoleren. Bij ons kunnen mensen weer een zinvolle dag beleven.”
Verbintenis
Nina Gideonse (24), derdejaars Public Administration, staat samen met medestudenten bij een statafel naast een poster met de tekst ‘Gehoord in Feijenoord’. Als onderdeel van de groepsopdracht ‘de wijk in’ binnen haar minor Public Health: De Gezonde Grote Stad helpt ze mee met het activiteitenprogramma.
Ze zet van alles klaar – versiering, snacks, tekenspullen – en gaat met bewoners in gesprek over wat bestaanszekerheid voor hen betekent. Op die manier proberen de studenten erachter te komen wat de inwoners missen in hun wijk. Uiteindelijk moeten de studenten hier een documentaire over maken. Nina: “Ik heb tot mijn twaalfde in Rotterdam gewoond, ik vind het mooi dat ik nu op deze manier weer verbintenis voel met de stad.”
Vergeten wijk
Het duurt even voordat er bewoners binnenkomen om mee in gesprek te gaan. De studenten kijken in de tussentijd naar de kinderen die de theaterles volgen. “Yes, yes, yes!” roepen de kinderen en springen op en neer. “Zo schattig”, zegt Nina lachend.
Een van de buurtbewoners is Richie Dors (37). Hij is met zijn vier kinderen naar de speeltuin gekomen, waar zij zo enthousiast bezig zijn met het zand- en watertoestel dat zij vrijwel geen oog hebben voor de workshops. Het evenement is een verrassing voor hem; hij was er niet van op de hoogte. “Ik vind het heel leuk dat dit georganiseerd wordt, ik had het graag eerder willen weten”, zegt hij. “Ik heb het gevoel dat deze wijk vaak vergeten wordt. Ik zou graag meer willen zien voor kinderen, er is hier echt heel weinig voor hen.”
Praktisch
Nina is blij dat ze in deze minor zo praktisch bezig is. Dat is dan ook precies de bedoeling van de minor. Nina is hiervoor met een groep medestudenten bij het HefHouse geplaatst, een plek in Rotterdam-Zuid waar de brug tussen de academische wereld en bewoners gedicht wordt, ontstaan uit een samenwerking tussen ErasmusX, de Hogeschool Rotterdam en het Albeda College. “Je moet op een gegeven moment weg stappen van de theorie, zeker als je beleidsmaker wil worden”, zegt Nina. Ze heeft zelf veel interesse in zorgbeleid. “Je moet wel weten over wie je praat.”