Op de Binnenrotte genieten nieuwe studenten van hun lunch tijdens de Eurekaweek. Een paar honderd meter verderop, in de lobby van hostel StayOkay, scrollt eerstejaars Nathan Garcia door advertenties op verhuurplatform Kamernet. Voor feest en gezelligheid heeft de student International Business Administration even geen tijd, hij moet een kamer vinden voordat de colleges beginnen.
“Ik heb geen kamer geregeld voordat ik in Nederland aankwam omdat ik een tante in Gorinchem heb wonen”, vertelt de Filipijnse student. Hij dacht dat hij daarvandaan makkelijk een kamer zou vinden. “Maar niets is minder waar, het is handiger om in Rotterdam te zitten voor bezichtigingen.” Sinds afgelopen vrijdag verblijft hij dus in het hostel. “Ik reageer fanatiek op Kamernet en op advertenties in verschillende Facebookgroepen. Tot nu toe ben ik twee keer op bezichtiging geweest. Helaas is het niets geworden.”
Ook eerstejaars Anouk van der Heijden heeft nog geen kamer. De student Criminologie woont in Eindhoven en is al meer dan een jaar ingeschreven bij Stadswonen. Daarnaast is ze ingeschreven bij de SSH en volgt ze de facebookgroep Kamers in Rotterdam. “Ik heb al meer dan tachtig keer gereageerd op advertenties, maar ik werd maar één keer uitgenodigd voor hospiteren”, vertelt ze. “Ik ben het uiteindelijk niet geworden omdat ze iemand wilden die lid is bij een studentenvereniging.”
Niet bij te benen
Volgens de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting zijn er in Rotterdam 33.000 studentenwoningen tegenover 35.700 woningzoekenden, dus er is een tekort van 2700 woningen. Ook uit gegevens van Stadswonen blijkt dat er een flink kamertekort is. In 2022 waren er 7841 ingeschreven studenten actief op zoek naar een kamer bij Stadswonen, terwijl bij de studentenhuisvester slechts 1884 woningen beschikbaar kwamen. Stadswonen kan de vraag niet bijbenen, erkent manager Enrica Bruyninckx.
Daarom voerde Stadswonen in 2019 campuscontracten in. “Je mag je alleen bij ons inschrijven en in onze panden wonen als je kan aantonen dat je een voltijd studie volgt in Rotterdam”, vertelt ze. Dat geldt voor mbo, hbo en wo. Door de strengere regels komen er vaker kamers vrij.
Stadswonen biedt daarnaast 1100 woningen voor afgestudeerden. “Na je studie mag je daar vijf jaar wonen, daarna word je vriendelijk verzocht om te verhuizen”, vertelt Bruyninckx. De huurders moeten ruimte maken voor studenten die net klaar zijn met hun studie. Door de doorstroom komen studentenwoningen beschikbaar voor nieuwe studenten.
Langere wachttijd
De wachttijd is langer geworden, vertelt adviseur Isa Kleij van Stadswonen. In 2018 vonden studenten gemiddeld tien maanden na inschrijving een kamer, terwijl dat afgelopen jaar zestien maanden duurde. Het aanbod van studio’s en appartementen is een stuk kleiner en dus zijn de wachtlijsten daarvoor ook langer: 34 maanden in 2018, in 2022 bijna vier jaar.
“Het is dus slim om je zo vroeg mogelijk in te schrijven”, zegt Kleij. De minimale leeftijd daarvoor is 17 jaar bij Stadswonen. “Maar soms maken we uitzonderingen, bijvoorbeeld voor mbo-studenten, omdat die gemiddeld 16 jaar zijn als ze beginnen”, licht Kleij toe.
Urgentieregeling is onbekend
Studenten die dringend een kamer nodig hebben, kunnen een urgentieverklaring aanvragen bij Stadswonen. Ze krijgen dan zo snel mogelijk woonruimte. Je kan urgentie krijgen als je bijvoorbeeld een onveilige thuissituatie hebt of als je langer dan twee uur moet reizen om naar de universiteit te komen. Vorig jaar kregen 350 studenten urgentie, waarvan 186 vanwege de aankomende sloop van studentenflat de Hoge Wiek. In 2021 waren het 133. Dit grote aantal urgenties zorgt voor langere wachttijden bij de reguliere verhuring.
Ook internationals kunnen gebruikmaken van urgentieregeling, maar weten vaak niet van deze regeling, vertelt Kleij. Eerstejaars Louisa Krijger uit België staat bijvoorbeeld ingeschreven bij Stadswonen maar hoort er voor het eerst over. Ze komt uit Antwerpen en is nog op zoek naar een kamer. “Ik wil een sociaal leven opbouwen in Rotterdam, daarom heb ik de eerste de beste woonruimte genomen die ik kon krijgen”, vertelt ze.
Via via heeft de bedrijfskundestudent een appartement gevonden aan de Bergstraat in Rotterdam-Noord. Daarvoor betaalt ze 900 euro huur per maand. “Ik kan dit huis eigenlijk niet betalen. Het is ook veel te groot, ik heb zelfs een tuin! Ik woon liever in een studentenkamer met huisgenoten dan in een appartement in mijn eentje.”
Grotere vraag
De Landelijke Monitor Studentenhuisvesting verwacht dat de vraag aan studentenhuisvesting de komende jaren verder zal stijgen, naar 39.100 in 2030. “Ook gaan we ervanuit dat door de herinvoering van de basisbeurs meer studenten een kamer gaan zoeken”, voegt Kleij eraan toe.
Het aanbod van studentenhuisvesting zal volgens de Monitor toenemen naar 37.000 huizen, maar dat is onvoldoende om de tekorten weg te werken. “Wij gaan bijbouwen in de komende jaren, maar de vraag stijgt zo snel dat we dat niet kunnen bijbenen”, zegt Kleij. Bruyninckx: “Ook al staat de gemeente vrij positief tegenover het uitbreiden van studentenhuisvesting, bijbouwen is een ingewikkelde zaak. Bouwlocaties zijn moeilijk te vinden. Bovendien staan bewoners niet te juichen als ze horen dat er studentenhuisvesting wordt gebouwd in hun buurt. Ze zijn bang voor overlast.”
Via Instagram is Louisa uitgenodigd voor een hospiteeravond op dinsdag. “Ik heb er veel zin in. Het is een kamer in een gemengd verenigingshuis met zestien bewoners”, vertelt ze. “Ik hoop dat ik geluk heb deze keer.” Hoeveel is de huur? “Dat weet ik niet, ik ga ervan uit dat het goedkoper is dan mijn appartement. Ik weet niet eens hoe groot de kamer is of hoe hij eruitziet. Het maakt niet uit, zolang ik er maar een kan krijgen.”
Internationalisering kent zo zijn grenzen.
Om het op internationalisering of migranten of vluchtelingen te gooien is ’the oldest trick in the book’ en wellicht iets te kort door de bocht.
Men vergeet dat de afgelopen 10 jaar bijzonder slecht woonbeleid is gevoerd.
Onder leiding van kabinet Rutte II (minister Stef Blok) werd het ministerie van Volkshuisvesting afgeschaft in 2013.
Hierdoor verslechterde de coördinatie van de Nederlandse woningbouw en dat heeft natuurlijk een negatief impact op het aantal opgeleverde huizen.
Tevens werden wooncoöperaties belast met de verhuurdersheffing die jaarlijks tot 1,8 miljard euro opbracht, waardoor jaarlijks 14.000(!) woningen minder zijn gebouwd (Bron: Parool 1 mei 2020). Trek dat eens 10 jaar door, en je ziet dat op termijn een bestaand hardnekkig probleem verder wordt verergerd.
De heffing is niets meer dan een crisismaatregel die financieel zwakke mensen heeft getroffen. Men kneep wooncorporaties af en nu 10 jaar later zien we de gevolgen. Wat je zaait zul je oogsten…
Eigen schuld! het unibestuur heeft grove steken laten vallen door onbeperkt buitenlandse studenten aan te trekken die per definitie een kamer nodig hebben itt Nederlandse studenten die thuiswonen als alternatief kennen, als dan het aanbod verwaarloosd wordt, krijgt de uni zijn trekken thuis: incompetentie dus, dus bestuurders, trek uw conclusies en ga heen
Reageren niet meer mogelijk.