Het is nog maar een jaar oud: de master Economics of Sustainability. De opleiding richt zich op de vraag hoe economische systemen de zeventien Sustainable Development Goals, zoals het voorzien in duurzame energie en het bestrijden van armoede, kunnen ondersteunen of juist belemmeren. Die doelen zijn de blauwdruk voor een betere wereld in 2030.

Niet alleen door de klimaatprotesten op de campus, maar ook door het studieaanbod kan je niet meer om duurzaamheid heen op de universiteit. De master is een van de maar liefst 64 opleidingen, vakken en andere programma’s over duurzaamheid.

Meer aandacht voor duurzaamheid

“Het College van Bestuur zei zo’n twee jaar geleden dat alle faculteiten meer aandacht moeten besteden aan duurzame ontwikkeling”, zegt Elbert Dijkgraaf, medeoprichter en coördinator van Economics of Sustainability. “We hebben toen gekeken hoe je economische wetenschap en de duurzaamheidsdoelen met elkaar kan verbinden, en daar kwam deze master uit.”

Duurzaamheid speelt volgens Dijkgraaf nog onvoldoende een rol in de markt. “Als de effecten op het milieu geen consequenties hebben voor de prijs wordt er meestal meer gebruikt dan goed is. Dat zie je bijvoorbeeld bij fossiele brandstoffen”, zegt hij. “Bij de master leren studenten hoe ze de markt slimmer kunnen organiseren. Die kennis helpt bijvoorbeeld overheden om maatregelen te nemen op het gebied van duurzaamheid.”

‘Perfecte studie’

Student Sandra Westenbrink (23) miste de link met duurzaamheid tijdens haar eerste master Finance and Investments. Daarom koos ze vorig jaar voor de gloednieuwe master, die ze de ‘perfecte studie’ noemt. “Niet alleen winst, maar ook de planeet en mensen zijn belangrijk.”

Naast klimaat staan ook andere maatschappelijke thema’s, zoals gezondheid en ongelijkheid, centraal. Tijdens bijna het hele collegejaar richten studenten zich in groepjes op een casus uit een van die thema’s. Sandra kreeg vanuit het ministerie van Economische Zaken en Klimaat de opdracht om uit te zoeken hoe de textielindustrie CO2-emissies kan verminderen. “Met die casus heb ik geleerd dat het onmogelijk is om een probleem op te lossen zonder rekening te houden met andere duurzaamheidsdoelen. Het verminderen van CO2-uitstoot kan bijvoorbeeld een negatieve invloed hebben op de werkgelegenheid in bepaalde landen, omdat de productie dan verschuift naar rijkere landen die minder afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen.”

Student Tijn Boenk (24) werkte aan dezelfde casus. Al tijdens zijn bachelor Economie ontwikkelde hij naast zijn studie een interesse in duurzaamheid, waardoor hij voor de master koos. “Bij mijn bachelor kreeg ik theorieën aangereikt die ik moest herhalen, bij deze master moest ik het echt zelf uitzoeken”, zegt hij. “Dat vond ik heel waardevol en leerzaam.”

Impact maken

Dijkgraaf verwacht dat de masterstudenten na hun studie op uiteenlopende plekken gaan werken, waaronder overheden en adviesbureaus. Tijn gaat binnenkort stage lopen bij een strategieconsultant en hoopt in dezelfde sector aan de slag te gaan. “In die rol kan ik de meeste impact maken”, zegt hij. “Ik kan dan grote, vervuilende organisaties helpen om hun strategieën aan te passen. Denk bijvoorbeeld aan hoe Tata Steel kan overstappen naar waterstof.” Student Sandra is nog zoekende. “Het allerliefst wil ik armoede bestrijden in ontwikkelingslanden.”