Bijna een jaar is Erasmus Magazine met zijn collega-media in het hoger onderwijs bezig geweest met het thema diversiteit en inclusie. Allereerst als onderwerp van onderzoek om tot journalistieke publicaties te komen. Afgelopen week publiceerde EM de eerste onderzoeksverhalen met de resultaten. Belangrijkste conclusie: het is op eieren lopen, wat je zegt en hoe je iets zegt kan discussies maken en breken. Lees in onze special de zeer lezenswaardige verhalen. Veel woorden, maar ze doen ertoe.
We zijn echter niet tevreden. Zo hadden we je ook graag de resultaten van een grote landelijke enquête gepresenteerd. Om naast het onderzoek naar beleid en incidenten ook van studenten en medewerkers te horen wat zij nu ervaren en vinden van de groeiende aandacht voor diversiteit en inclusie binnen hun eigen instelling. Voelen ze zich bijvoorbeeld door het gebruik van een breder scala aan voornaamwoorden nu meer verbonden met elkaar, of juist buitengesloten? Hoe doen die woorden ertoe?
Het is helaas niet gelukt om daar antwoord op te krijgen. De enquête is gekaapt door mensen die vinden dat ze niks meer mogen zeggen, en daardoor iedereen de kans ontnamen om iets over diversiteit en inclusie te zeggen, linksom of rechtsom. Het woord ‘pollfuck’ deed ertoe.
Behalve onderzoek doen naar hoe alle hogeronderwijsinstellingen in Nederland hun diversiteitsbeleid vormgeven, heeft Erasmus Magazine ook de blik op zichzelf geworpen.Zo werkt EM al een tijdje aan een stijlgids waarin ook een hoofdstuk is ingeruimd voor inclusief taalgebruik. Voorwaar geen sinecure, al was het maar omdat we ook zo onze voorkeuren en meningen hebben als redacteuren. Of moet ik zeggen redactrices? Maar dat hoofdstuk gaat er komen, en wellicht volgend jaar weer worden herschreven, het zij zo. Als taal zo wezenlijk voor je is, moet je er ook moeite voor willen doen. Want woorden doen ertoe.
En EM gaat nog verder. De redactie volgt volgend jaar een training over inclusieve journalistiek. Daarin kijken we terug op wat we vroeger ‘normaal’ vonden als we naar ‘de ander’ keken, om te leren hoe we nu naar de wereld kijken. Want een journalistenblik is niet neutraal, ook een journalist neemt eigen ervaringen, referenties en voorkeuren met zich mee. Wat niet betekent dat je niet zoveel mogelijk objectief en onbevooroordeeld verslag kan doen. Daarvoor is het juist nodig om naar jezelf te kijken, omdat je woordkeus ertoe doet.
En nee, we leggen onszelf als redactie daardoor geen censuur op. We passen ons aan. Niet omdat we bepaalde woorden of termen niet meer mogen zeggen; we kiezen ervoor om bepaalde woorden niet meer te gebruiken omdat taal verandert. Meegaan met de tijd, nieuwe inzichten tot je nemen en empathisch omgaan met mensen is voor journalisten te allen tijde onderdeel van professionele ontwikkeling.
Neemt niet weg dat je wat mij betreft alles mag zeggen. Maar wat is veranderd, is dat anderen steeds vaker daar wat van vinden en je erop aanspreken. Natuurlijk is het wennen, als iemand tegen je zegt dat woorden die voor jou neutraal lijken vervelend of kwetsend zijn voor hen. Maar luister. Stel een vraag. Denk na over wat je zegt. Want woorden doen ertoe.