De groei wordt volgens de Vereniging van Universiteiten (VSNU) met name veroorzaakt door internationale studenten. Dit jaar komt ongeveer 29 procent van de nieuwe bachelorstudenten uit het buitenland, terwijl dat aandeel de afgelopen twee jaren nog op 24 procent bleef steken. De meeste internationale bachelor- en masterstudenten komen uit Europa: 60 duizend van de bijna 80 duizend.

Keerzijde

De internationalisering heeft volgens de VSNU een keerzijde. “Er zit een limiet aan de mogelijkheden van onze universiteiten om de alsmaar toenemende instroom van internationale studenten op te vangen en ons onderwijs van hoge kwaliteit te bieden”, zegt VSNU-voorzitter Pieter Duisenberg. Hij vraagt de overheid nogmaals om “sturingsinstrumenten” voor opleidingen die de instroom beheersbaar maken.

Minder vwo-studenten

Tegelijkertijd daalt het aantal eerstejaars studenten uit het vwo met 14 procent. Daarmee is hun aantal weer op het niveau van twee jaar terug. Tijdens de coronacrisis was de instroom nog ongekend hoog omdat het centraal schriftelijk eindexamen niet doorging en veel meer scholieren hun diploma behaalden. Door de reisbeperkingen kozen ook minder geslaagden voor een tussenjaar.

Financiële gevolgen

De VSNU roept de formerende partijen op om meer budget vrij te maken voor universiteiten. Het geld dat ze per student ontvangen van het Rijk, weegt volgens de koepelorganisatie niet op tegen de groei van de studentenpopulatie.

De definitieve inschrijvingscijfers worden begin 2022 bekendgemaakt. De voorlopige tellingen zaten er vorig jaar niet veel naast: toen bleek dat er duizend meer studenten stonden ingeschreven dan was voorzien.