Directeur Charles Hermans van de alumnizaken verwelkomt de familie bij het E-gebouw waar de faculteit momenteel is gehuisvest. “Ik ben nog nooit in dit gebouw geweest”, zegt kleinzoon Thomas. Hij is twee maanden geleden aangekomen in Rotterdam en de meeste van zijn colleges volgt hij nog online.

Oude docenten

Samen met Hermans bewondert de familie de tijdlijn van Jan Tinbergens leven die op de begane grond aan de muur hangt. Kleinzoons Thomas en Jason duwen de rolstoel waar hun opa in zit om de beurt voort. “Die hoogleraren ken ik”, zegt Kwik als hij een foto van ESE-emeriti ziet. “Ik kreeg nog colleges van ze. De eerste van links is Wisselink, dat is Tinbergen en dat zijn Lambers en Van Esveld”, wijst hij naar de foto.

In 1956 begon Kwik aan zijn studie aan de toenmalige Nederlandse Economische Hogeschool, nu de ESE. Toen zaten de economen nog midden in de stad, aan de Pieter de Hoochweg. Kwik laat een foto van zichzelf zien van een paar dagen geleden. “Hier sta ik voor het oude ESE-gebouw”, zegt hij er trots bij. Nu zit de Theaterschool Rotterdam in het gebouw.

'Rotterdamse engelen'

Tijdens zijn studie ontmoette Kwik Edith Johanna de Widt, die destijds bij de faculteit werkte. De Rotterdamse veroverde zijn hart en niet lang daarna trouwden ze. Na een paar jaar te hebben gewerkt in Nederland verhuisde het gezin naar Indonesië. Daar werkte Kwik jarenlang als ondernemer en richtte hij een aantal bedrijven op. Ook ging hij de politiek in. In 1999 werd hij Coördinerend Minister van Economie en Financiën en Industrie. Van 2001 tot en met 2004 was hij Minister van Nationale Planning.

Kwik was niet de enige EUR-alumnus in de regering. “Al vanaf het begin van de Indonesische Republiek zitten er in het kabinet altijd EUR-alumni. Het begon al met de eerste premier Mohammad Hatta”, vertelt hij. “Wij waren niet in de meerderheid, maar we bepaalden de economische richting voor een deel. In de wandelgangen hoor je dan ook: ‘De Berkeley-maffia heeft de regering, maar de Rotterdamse maffia heeft het geld’”, lacht Kwik. De ‘Berkeley-maffia’ zijn de Indonesische politici die aan Berkeley, de universiteit van Californië in de Verenigde Staten, hebben gestudeerd. De ‘Rotterdamse maffia’ stond later bekend als de ‘Rotterdamse engelen’. “Terecht als je het mij vraagt”, zegt hij trots.

Hoe heeft zijn Nederlandse opleiding een rol gespeeld in zijn loopbaan? “Mijn studietijd aan de EUR heeft mijn denkwijze gevormd”, zegt hij. “De kennis en de wijsheid die ik van de ESE heb gekregen waren onmisbaar gedurende mijn loopbaan.”

Hattagebouw

Kwik Kian Gie 2®MMuus
Familie Kwik samen met Charles Hermans voor het Hattagebouw Beeld door: Michelle Muus

Het is niet de eerste keer dat Kwik een bezoek brengt aan de universiteit. Toen het Hattagebouw in 2013 werd geopend, vroeg Kwik tijdens zijn bezoek aan Hermans of de familie van Mohammad Hatta wist dat het gebouw naar hem vernoemd was. Hermans nam vervolgens contact op met het College van Bestuur. Het bleek dat de universiteit de familie nog niet had kunnen informeren.

Een jaar later overhandigde ESE-hoogleraar Wim Lammerts van Bueren namens het College van Bestuur een ingelijste foto van het Hattagebouw aan de dochters van Hatta. “Door jou is het goed gekomen”, zegt Hermans tegen Kwik. “Ach ja, eind goed al goed, toch?”, reageert hij.

‘Onze universiteit’

Van het E-gebouw loopt de familie richting het Paviljoen. “Oh, nu herinner ik me weer!” roept schoonzoon Yoe bij de vijver. Hij wijst naar het Tinbergen-, Theil- en Erasmusgebouw. “Toen ik hier studeerde stonden alleen die gebouwen er. En deze vijver was een parkeerplaats waar ik mijn auto altijd parkeerde.” Ook schoonzoon Yoe studeerde aan de EUR. Hij begon in 1987 en tijdens zijn studie aan de Rotterdam School of Management (RSM) leerde hij Kwik Mu Lan kennen, die toen aan de ESE studeerde. Het koppel bleef tot 2004 in Nederland, toen ze, samen met hun twee zoons Jason en Thomas, verhuisden naar Indonesië.

Al vroeg wist Jason dat hij de voetsporen van zijn ouders en opa zou volgen: studeren aan de EUR. Net als zijn vader koos hij voor de RSM. “Bij de ESE heb je meer kwantitatieve vakken, terwijl ik de kwalitatieve boeiender vind”, vertelt hij. In augustus rondde hij zijn studie International Business Administration af en momenteel loopt hij stage bij een bedrijf in Amsterdam. “Wat daarna gaat gebeuren, weet ik nog niet. Alle opties zijn nog open.”

Zo vanzelfsprekend was de keuze niet bij Thomas. “Ik twijfelde of ik in Nederland of in de Verenigde Staten wilde studeren”, vertelt de eerstejaars IBEB-student. “Gelukkig is hij toch naar Rotterdam gekomen”, grapt zijn vader. “In onze familie voelt de EUR echt als ‘onze’ universiteit.”

RSC-lid

Tijdens de lunch in het Paviljoen zit Kwik naast het raam. “Het is fantastisch om weer hier te zijn”, zegt hij. Door zijn gezondheid is reizen niet meer vanzelfsprekend, maar hij moet deze keer naar Nederland voor een onderzoek bij het Erasmus Medisch Centrum. “Ik heb maagproblemen en ik ben niet meer zo mobiel”, vertelt hij.

Hij heeft zeer goede herinneringen aan zijn studietijd in Rotterdam. “Ik sprak geen woord Nederlands toen ik aankwam, maar ik besloot lid te worden van de studentenvereniging RSC. Door de vereniging maakte ik kennis met de westerse cultuur. En wat had ik daar veel lol”, vertelt hij. “Mijn dokter zei dat ook mijn lever niet in goede staat verkeert. Ik zei tegen hem: dat komt waarschijnlijk door mijn tijd bij RSC”, lacht hij.