De avond begint stroef. Als de cantus al een half uur bezig had moeten zijn, staan de studenten nog in de regen voor de deuren van Ahoy.  Tegen acht uur worden sommige deelnemers in de lange rijen ongeduldig. In de linkerrij – speciaal voor genodigden – probeert een student in een rode trui, sigaret in de hand, de rij in te snijden. Een andere student voor hem reageert geïrriteerd: “Wat doe je, man?” snauwt ze. “We staan allemaal te wachten!” Een student met een ACE-trui valt haar bij: “Even geduld, we mogen op een gegeven moment allemaal naar binnen.”

Biercantus 2021
Lang wachten voordat je naar binnen kon bij Ahoy. Beeld door: Milena Chopova

Binnen in Ahoy zit de groep van gids Napon Saereepapsakol al vanaf zeven uur aan een van de lange tafels. “We kwamen om half zeven aan en stonden vooraan de rij. Dus we hebben geluk!”, vertellen ze trots. Een uur later is er weinig over van die trots. Eerstejaars Adrian Hangartner zucht, “Jeetje, hoe lang moeten we nog wachten voordat het feest begint?” Daarna hard gillend: “WAAR IS HET FEEST?”

Twee uur later

Wanneer een bestuurslid van de Eurekaweek precies om negen uur laat weten dat het feest nu echt gaat beginnen, gaat er blijdschap door de zaal. Dat er nog tientallen tafels leeg zijn, en er buiten nog steeds groepen in de rij staan, mag geen reden zijn om nog langer te wachten. Na het Wilhelmus en Trink, Trink, Bruderlein Trink, bouwt de cantusband Bracchus het feest verder op met Sweet Caroline en Het regent zonnestralen.

Blije gezichten zingen mee. Een van hen is Puck de Waal, vice-voorzitter van Roterdamse Kamer van Verenigingen. Zij is nog nooit bij een cantus geweest, vertelt ze. “Dus ik geniet zo van vanavond. Ik zing vals, maar toch!”, lacht ze.

Op je stoel blijven

Hoe later het wordt hoe uitbundiger het feest is. De pitchers raken sneller leeg en het gezang wordt harder. Met Piano Man brengt de band de vijfduizend studenten in een trance en wanneer het legendarische  Mama Mia door de zaal klinkt, blèren de eerstejaars uit volle borst mee. Wat nóg leuker is om te zien dan zingende eerstejaars die op hun stoel staan te dansen, zijn de vergeefse pogingen van het Eurekaweekbestuur om de studenten onder controle te houden: “Blijf zitten!”, “Niet op je stoel staan, kom naar beneden!”, “Niet rondlopen, laat je gids de bier halen!”, roepen ze herhaaldelijk.

Biercantus 2021
Inge a.k.a. Casey en ‘de jongens’. Beeld door: Milena Chopova

Bedrijfskundestudent Inge van Hill zit wel netjes op haar stoel. Ze boft met haar groep, zegt ze. “Ik zit in een groep met zestien jongens en ik ben het enige meisje”, vertelt ze. “Dus de jongens hebben mij een nieuwe naam gegeven. Het is Casey, een jongensnaam, zodat ik er ook bij hoor”, vertelt ze. Vindt ze dat niet erg? “Nee, helemaal niet. Sterker nog, ik ga vanaf nu door het leven met mijn nieuwe naam. Ik ben Casey, aangenaam!”

Vergeven, maar niet vergeten

Tegen elf uur wordt het ouderwets gezellig en ontstaat er ondanks de regels een dansvloer. Bierglazen vliegen door de zaal. Een bestuurslid gaat het podium op en dreigt het feest te beëindigen als de eerstejaars zich niet gedragen. “Boeeee”, is de reactie uit de zaal. Een paar minuten later kan de massa zich toch weer beheersen en gaat de band verder met het volgende liedje.

Helaas kunnen de eerstejaars het liedje Je hoeft niet naar huis vannacht niet letterlijk nemen, want daarna neemt de band afscheid met I will survive. Degenen die denken dat ze het zonder cantus niet overleven, roepen honderd keer “We want more!”. En natuurlijk beloont de band ze met dé klassieker als toegift: het Rotterdamlied.

Buiten lopen eerstejaars nog na te genieten van de cantus. “We moesten een uur staan in de regen, maar het was zeker het wachten waard”, zegt een student. “Zullen we naar mijn huis? We kunnen nog doorfeesten, ik heb een koelkast vol met bier!” stelt zijn groepsgenoot voor.

Alle ellende van het wachten is vergeven, maar deze avond zullen ze lang niet vergeten.