De aanwezige kandidaten zijn allen twintigers. Van de tien grootste partijen heeft alleen de PVV niemand afgevaardigd. Het levert een bonte verzameling op. Slechts één van de negen kandidaten is zonder meer verkiesbaar: Daan de Kort, die op plaats 28 van de VVD-kandidatenlijst staat. Anderen zijn alleen verkiesbaar als hun partij het beter gaat doen dan de peilingen: Harmen Krul (CDA, nr.21), Freek Jansen (FvD, nr.7), Eva Akerboom (PvdD, nr.7) en Kavish Bisseswar (PvdA, nr.14). De deelnemers van ChristenUnie, D66, GroenLinks en SP zijn op voorhand kansloos.
Politieke ervaring
De kandidaten mogen zich minutenlang voorstellen. Harmen Krul (CDA) roept enthousiast dat hij diezelfde middag ergens anders slechts vijftien seconden kreeg. De introducties laten zien dat de meeste kandidaten al politiek actief zijn, variërend van fractievoorzitter op lokaal niveau of fractiemedewerker in de Tweede Kamer, tot bestuurder bij de LSVb. Die politieke ervaring maakt, in combinatie met het gebrek aan publieksinteractie in Zoom, debatteren lastig: het is maar de vraag of het publiek ook veel politieke kennis heeft. Niemand weet het, en dus komen alle kandidaten met praatjes vol algemeenheden.
De kandidaten debatteren vervolgens over vier thema’s. Elk debat heeft een onbevredigend verloop, maar steeds om een andere reden.
Leenstelsel
Vier kandidaten gaan eerst in debat over het leenstelsel dat een paar jaar geleden is ingevoerd. We horen PvdD, FvD en PvdA vertellen dat ze van het leenstelsel af willen. PvdA en PvdD benadrukken dat ze studenten willen compenseren voor de jaren dat er geen basisbeurs was. Daan de Kort (VVD) wil als enige het leenstelsel behouden. Een toets op het realisme van alle beloften ontbreekt: het heeft er alle schijn van dat De Kort gelijk gaat krijgen aangezien het begrotingstekort door corona extreem oploopt en een forse stelselwijziging, laat staan extra compensatie, op dit moment niet voor de hand ligt. Onopgemerkt blijft dat FvD en PvdD sowieso gemakkelijk prijzige beloftes kunnen doen omdat ze toch niet aan de formatietafel komen te zitten.
Het tweede debat gaat over klimaat. Freek Jansen (FvD) wil niet aan klimaatbeleid doen en dat komt voor het debat goed uit, omdat er daardoor politieke verschillen zijn. PvdA en PvdD willen juist investeren in klimaatbeleid en komen met allerlei ideeën en voorstellen. De VVD is daar dan weer niet zo enthousiast over, maar wil wel maatregelen nemen, bijvoorbeeld met de bouw van een kerncentrale. Waar de VVD normaliter geldt als tamelijk sceptisch op klimaatgebied, maakt de aanwezigheid van Forum dat de VVD opeens een genuanceerd middengeluid lijkt te vertolken, terwijl dat slechts het gevolg is van de avondindeling.
Meer gezellige studentenhuizen
De andere kandidaten praten over de EU. Opeens gaat het over een nexit. Dat is vreemd, want behalve PVV en Forum wil geen enkele andere partij uit de EU stappen en dus zal zo’n voorstel de komende jaren nooit op de agenda komen. Wel klinkt er veel kritiek, maar de meeste kandidaten hebben geen Europese ervaring en zo leidt dit debat al snel tot suggesties als het kiezen van Eurocommissarissen en het invoeren van meer gekwalificeerde meerderheden. Dit vraagt om verdragswijzigingen die niet aan de orde zijn en waar de Tweede Kamer de komende jaren dus niet één keer over zal stemmen.
De avond eindigt met de woningmarkt. Alle kandidaten willen dat er meer woningen komen. Het is lastig iets anders te beweren. Iedereen heeft een eigen idee: het CDA wil meer gezellige studentenhuizen, D66 lijkt iets te zien in het ombouwen van kantoren en de SP wil iets doen aan speculanten en huisjesmelkers. De kans is groot dat al deze voorstellen steun van al deze partijen hebben: denkbeeldige verschillen dus. Zo is het belangrijkste onderscheid dat oppositiepartijen coalitiepartijen de zwarte piet toespelen. Het CDA krijgt terechte verwijten van de SP, maar die zijn ook goedkoop want de SP regeert toch nooit mee.
Stokpaardjes
Dit debat toont vooral de problemen van stemmers in een tijd van politieke versnippering. Er zijn tegenwoordig heel veel middelgrote partijen en de organisatoren willen niemand uitsluiten. Zo zijn er te veel partijen aanwezig die elk maar aan de helft van de debatten mee kunnen doen. We horen heel veel stokpaardjes waarvan de waarde onduidelijk is: het is steeds maar de vraag of de ideeën van partijen echt afwijken van die van hun collega’s, die weer met andere stokpaardjes aankomen of niet veel verder komen dan dat een concurrent de gezamenlijke wensen in het verleden niet heeft gerealiseerd. Of alle wensen reëel zijn, komt nauwelijks aan bod.
In deze onoverzichtelijke brij van standpunten tellen persoonlijkheid en uitstraling vrijwel zeker meer dan de inhoud. Uit de reacties blijkt dat er dan maar één winnaar is: Harmen Krul (CDA), die wat er ook gebeurt vriendelijk blijft glimlachen en als een van de weinigen los lijkt te komen van alle ingestudeerde teksten. Maar of dat dan een reden is om CDA te stemmen? Ook Krul is vooralsnog onverkiesbaar.
Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie en werkt als journalist. Hij doet als onbevangen buitenstaander verslag van politiek. Recent verscheen zijn boek De partij dat ben ik. De politieke beweging van Thierry Baudet.
Leuk artikel over het debat. Harmen Krul is juist enorm verkiesbaar op nr 21. Zeker als studenten op de eur gaan beseffen dat ze bij de VVD niet zo goed voor studenten zijn. #nietmijnschuld #basisbeursterug
Reageren niet meer mogelijk.