“Niemand gaat Psychologie studeren voor het vak statistiek”, zegt Alexandra schouderophalend als ik vraag hoe haar tentamen ging. Denkt ze dat ze een voldoende heeft? “O nee, absoluut niet. Het statistiekprogramma liep wel vier keer vast. Mijn Macbook raakte oververhit. Misschien dat ik de helft van de vragen heb kunnen invullen. Op de proctorbeelden kun je mij zien huilen.” Maar statistiek is voorbij en in het volgende blok staan het lichaam en de menselijke biologie centraal. Daar kijkt ze naar uit.
Onafscheidelijk
Al snel tijdens het digitale interview blijkt dat Alexandra niet alleen is. “We zitten in mijn kamer”, zegt Anisia, een eerstejaars student communicatie en media (IBCoM) en ook afkomstig uit Roemenië.
De twee zijn super hecht, vertellen ze. “Als ik ’s ochtend wakker word, loop ik eerst naar beneden om te zien of Anisia wakker is”, zegt Alexandra. Ze wonen allebei in het Xiorgebouw op de campus. “We hebben elkaar in de lift ontmoet”, gaat Alexandra verder. “Om 3 uur ’s nachts. We konden allebei niet slapen en gingen naar buiten voor een sigaret.” Anisia vervolgt: “De middag erna hebben we matchende tatoeages laten zetten. Een berglandschapje met een zon erachter, allebei op onze arm.” Sindsdien zijn de twee onafscheidelijk. “Vrienden zeggen dat we niet meer als twee afzonderlijke personen gezien kunnen worden. Wij zijn één.”
Noah
Als het over Kerstmis gaat, wisselen de twee veelbetekenende blikken uit. Alle twee hebben ze gescheiden ouders, dus kerst is gepuzzel. Ze reizen natuurlijk samen heen en weer. Alexandra woont in Boekarest, Anisia in een klein plaatsje net buiten de hoofdstad. Alexandra: “Toen ik wegging was mijn moeder zes maanden zwanger en nu is er ineens een baby. Noah heet hij. Ik kijk er naar uit om mijn babybroertje te zien. Maar ik kijk er ook naar uit om weer naar Rotterdam te gaan.” Anisia lijkt haast te schrikken van het idee om in Roemenië te moeten blijven. “Rotterdam is fantastisch, ik kan hier veel meer mezelf zijn.”
Veel vlees
Heel veel bezoekjes kunnen de twee studenten door de pandemie niet brengen in Roemenië, maar allebei hebben ze toch een vrij vol kerstprogramma. “’s Ochtends cadeautjes, ’s middags lunch met mijn halfbroer en zijn moeder, ’s avonds eten met mijn moeder”, somt Anisia op. Wat staat er op het menu? “Vlees”, zeggen ze alle twee meteen. “Steaks, worstjes, noem het maar op. Er wordt heel veel vlees gegeten”, zegt Alexandra, die daar zelf niet zo van houdt.
“Mijn moeder maakt een traditioneel gerecht met rijstgevulde slarolletjes zonder vlees voor mij”, zegt de vegetarische Anisia. Op 27 december zijn de twee studenten van plan om weer naar Rotterdam te gaan.

‘Het wordt alleen nog maar beter’
Het tweetal verwacht dat ze flink moeten wennen aan de strengere coronamaatregelen in Roemenië. “Ik vond het tijdens de zomer zo gek dat ik hier nergens een mondkapje op hoefde en dat er geen avondklok was”, vertelt Anisia. Alexandra had dezelfde ervaring. “En nu zullen we daar weer moeten wennen aan de strengere regels.”
Nu proberen ze wel op te letten, ook in Rotterdam. Niet met te veel mensen omgaan, niet de knop in de lift zomaar indrukken (‘want wie weet wie er allemaal al aangezeten hebben’) en tussendoor regelmatig een rondje buiten lopen om toch wat frisse lucht te krijgen. “Ik raak eraan gewend”, zegt Alexandra. “Het is nu al leuk om hier te wonen, als straks de pandemie over is, wordt het alleen nog maar beter.”
Xiorfeesten
En oud en nieuw? Vinden ze het jammer dat ze niet kunnen feesten? Niet echt, zegt Alexandra die een paar maanden geleden gestopt is met drinken. Anisia knikt, zij volgde het voorbeeld van haar vriendin en stopte ook. Natuurlijk brengen ze oud en nieuw samen door. Zijn er feestjes gepland in Xior? Niet dat ze weten.
De twee zijn wel op de inmiddels beruchte Xiorfeesten geweest, maar de lol was er snel vanaf. “Hoezo is het leuk om te feesten tot de politie komt? Want die komen!” zegt Anisia. “Mensen zijn dan aan het bedenken hoe ze het snelst weg kunnen komen. De lift, de trap of op wiens kamer ze kunnen schuilen. Daar zie ik de lol niet van in.” Gelukkig hebben ze elkaar, concluderen ze allebei, want samen, is het toch het fijnst.