Amber Krifa heeft momenteel ‘hectische werkdagen’. De student Criminologie werkt sinds begin mei fulltime bij de corona-administratieafdeling van de GGD Rotterdam-Rijnmond. Alle uitslagen vanuit teststraten, laboratoria, ziekenhuizen, huisartsen of andere GGD’s komen bij haar afdeling binnen. Haar taak is om de positieve uitslagen in het systeem te verwerken. Ze maakt er een medisch dossier van en zorgt ervoor dat huisartsen op de hoogte zijn. “We beginnen om 08.30 uur en normaal gesproken werken we tot 17 uur. Maar nu we in de tweede golf zitten, merk je wel dat het veel drukker is dan een paar maanden geleden. We maken lange dagen. Gisteren zat ik hier tot 19 uur.”
Drukker worden

Van Ambers afdeling gaan de dossiers naar Samuël Verdaasdonk en Tess Zijlstra. Zij studeren allebei Econometrie en werken bij de afdeling Bron- en contactonderzoek. Aan hen de taak om onder andere de positief geteste mensen over de uitslag te informeren. Net zoals Amber, merken Samuël en Tess dat het aantal besmettingen stijgt. “Onze werkdruk is hoger geworden, maar gelukkig zet de GGD steeds meer mensen in”, zegt Samuël. Tess vult aan: “Toch kwam mijn manager gisteren om 16.30 uur naar ons toe om nieuwe dossiers te geven. Normaal gesproken gebeurt dat nooit.”
Empathie
Hun werk vergt veel empathie, vertellen Tess en Samuël. “We bellen natuurlijk niet alleen maar om de uitslag door te geven, maar we vragen ook een heleboel dingen over de persoon zelf, bijvoorbeeld in wat voor situatie ze zich bevinden en of ze in de risicogroep zitten”, vertelt Samuël. “We onderzoeken wie er in contact zijn gekomen met de patiënt en letten daarbij heel goed op hoe het met de patiënt gaat. We vragen of een isolatie mogelijk is en hoe de thuis- en gezondheidstoestand is. Wanneer de mensen in een lastige situatie verkeren, kunnen we ze doorverbinden met de hulplijnen.”
‘Aan het eind van de dag moet ik soms nog een traantje wegpinken omdat het dan pas doordringt hoe zwaar de situatie is voor mensen met een onderliggende aandoeningen’
Vooral gesprekken met zelfstandige ondernemers vindt Samuël lastig. “Als zzp’ers corona krijgen, dan hebben ze plots geen inkomen. Dat vind ik echt heel vervelend voor ze.” Tess vindt het moeilijk om het nieuws te brengen bij mensen die een onderliggende conditie hebben. “Zoals mensen die net chemotherapie achter de rug hebben of nog niet helemaal hersteld zijn van andere ziektes. Het raakt me nogal omdat je er verder niets aan kan doen om te helpen”, vertelt ze met waterige ogen. “Tijdens het werk ga je na zo’n gesprek door naar de volgende casus, maar thuis aan het eind van de dag moet ik soms nog een traantje wegpinken omdat het dan pas doordringt hoe zwaar de situatie is voor die mensen.”
Studenten nemen goede maatregelen
Amber ziet dat mensen hun best doen om de coronamaatregelen te volgen, niet alleen in haar werkomgeving, maar ook daarbuiten. “Mensen zijn wel geschrokken van hoe snel het virus weer om zich heen kan slaan.” Ook studenten houden volgens haar rekening met de coronabesmettingen. “Voor ons verandert er heel veel door deze pandemie, vooral eerstejaars hebben een heel ander jaar dan wij. Dat vinden we heel jammer, maar tja… het kan niet anders, want als we de maatregelen niet volgen, dan zitten we nog veel langer in deze crisis.”
Tess en Samuël hebben geregeld studenten aan de telefoon. “De gesprekken met studenten zijn de makkelijkste praatjes, deels omdat ik me als student dan best makkelijk kan inleven. Maar ook omdat ik nooit studenten spreek die heel erg ziek zijn geworden”, zegt Tess. “Alleen hebben ze veel meer contacten dan anderen”, lacht ze. Serieuzer: “Ze nemen preventief misschien niet de handigste beslissingen. Maar wanneer ze besmet zijn, dan nemen ze direct de goede maatregelen.” Meestal weten studenten dat ze besmet zijn. “Ze zeggen vaak: ‘Ja, mijn huisgenoten zijn besmet, dus we zitten eigenlijk al een tijdje in quarantaine en daar blijven we nog even in.’”
Steentje bijdragen
De drie studenten willen ‘een steentje bijdragen aan de bestrijding van het coronavirus’. “Een tijdje geleden las ik in het nieuws dat de GGD Amsterdam te weinig mensen had om bron- en contactonderzoek te doen, toen dacht ik dat dat misschien ook het geval was in Rotterdam”, vertelt Samuël. Hij speurde de website van de GGD af en vond een vacature in Rotterdam. “Ik doe Econometrie en heb geen achtergrond in de zorg, maar ik wil heel graag meehelpen. Met dit werk kan ik toch iets bijdragen aan de samenleving.”