Rotterdam, nog altijd die Allermooiste Rotstad

Laat me je de stad tonen, waarvan ik ben gaan houden

Zwier mee over het Weena met z’n hoge flatgebouwen

 “In Amsterdam wordt het lied natuurlijk heel anders ontvangen dan hier”. Stijn, al drie jaar zanger van de band, lacht erbij: “Logisch ook, daar beginnen ze te joelen als we zingen over onze stad, maar als we thuis spelen is het altijd een groot feest.” Toetsenist Tom-Bosse bevestigt: “Er wordt altijd keihard meegezongen.”

De Hermes House Band, huisband van het Rotterdamsch Studenten Corps (RSC-RVSV), bestaat al sinds de jaren tachtig en heeft meerdere nummer 1-hits op zijn naam staan, waaronder de cover I Will Survive van Gloria Gaynor. Naast de studentenband is er ook een internationale band die uitsluitend in het buitenland optreed.

Het Rotterdamlied is misschien ook ouder dan de gemiddelde student die het meezingt. Maartje Duin en Amir Swaab schreven het in 1998 voor een musical (Zaken doen van de Rotterdamsche Muziek- en Toneelvereniging), het werd een paar jaar later herschreven door RSC-leden en nu is het lied vaste prik tijdens de opening van de Eurekaweek.

De leden van de tienkoppige studentenband zijn bij voorkeur altijd lid van RSC-RVSV. Al bij de inschrijvingen van de eerstejaars wordt geïnventariseerd wie een instrument speelt, zodat later eventueel gevraagd kan worden of je deel wilt uitmaken van de band. Alleen als je studeert mag je in de band spelen.

Stijn: “Het is echt een commitment, want we repeteren elke dinsdag en iedereen is altijd aanwezig. Voorafgaand eten we met z’n allen. En dan heb je alle optredens nog.” Tom-Bosse speelt nu bijna twee jaar in de band: “Het is best pittig, maar door de intensieve auditie en de overdracht weet je waar je aan begint. Leden haken eigenlijk nooit af, iedereen speelt zo lang mogelijk mee.” Dit jaar treden ze bijna zeventig keer op, het is dus flink doorzetten. “Ik kan niet anders zeggen, het is gewoon super. Dit weekend bijvoorbeeld treden we op in Toscane op een feest”, zegt Stijn. Ze verdienen er bijna niks aan, maar verblijf en vervoer wordt wel geregeld. “We doen het niet om rijk te worden.”

Voor nieuwe studenten is de Eurekaweek vaak de eerste keer dat ze het Rotterdamlied horen. Stijn: “Op maandag spelen we met z’n tweeën in Ahoy, dat is heel bijzonder.” Begeleid door Tom-Bosse zingt Stijn het Rotterdamlied: “Je zou het misschien niet zeggen, maar eigenlijk is spelen in Ahoy altijd heel intiem.”

Schei toch uit over die moffen, hou toch op over die bommen

Rotterdam, stad zonder hart, mijn hart ligt er wel, verdomme

Het lied is inmiddels ouder dan de meeste studenten en daardoor misschien een beetje gedateerd? “Niet mee eens”, zegt Tom-Bosse. “Eigenlijk is het nog steeds relevant. Er zijn natuurlijk wel een paar plekken die heel erg zijn opgeknapt.” Stijn: “De Witte de Withstraat was toen helemaal niks, nu zou het zo in de tekst kunnen. Net als Katendrecht en het Centraal Station.” De Blaak is op een marktdag vol handen uit de mouwen en wordt omringd door Rotterdams merkwaardigste gebouwen is nog steeds actueel. “Van over de hele wereld komen nog steeds mensen naar die Kubuswoningen kijken”, zegt Stijn.

Over de bijnaam voor de Erasmusbrug, de Zwaan, valt nog te twisten: “Eerlijk gezegd horen we dat onder leeftijdsgenoten inderdaad niet. Maar ouderen heb ik het nog wel eens horen zeggen”, zegt Tom-Bosse. Rotterdam stad zonder franje, zonder goud, zonder champagne, is volgens de jongens ondanks alle verbeteringen nog steeds van toepassing. “Wij vinden Rotterdam natuurlijk prachtig, maar als je het vergelijkt met andere steden is het hier nog altijd vrij basic en dit geldt ook voor Rotterdamse mentaliteit. Doe maar gewoon lekker normaal.”

Persoonlijk spreekt het stuk over Kralingen Tom-Bosse en Stijn het meeste aan. Tom-Bosse: “Veel van onze leden wonen natuurlijk hier in de buurt en de universiteit zit hier. Het wordt een belangrijk onderdeel van ons leven.” Stijn: “Wanneer we in Rotterdam of op de sociëteit optreden laten we altijd het publiek het stuk over Kralingen zingen. Dat is kippenvel hoor.”

Al die havens en fabrieken en die stinklucht uit Pernis

Maken Rotterdam de allermooiste rotstad die er is