Studenten die veertien jaar geleden begonnen spendeerden gemiddeld nog ruim 600 uur aan vrijwilligerswerk of bestuursfuncties, blijkt uit de data van de site. Bij de generatie die net is afgestudeerd (en in 2013 begon) is dat nog maar een derde: ongeveer 200 uur. Steeds meer studenten doen zelfs helemaal geen nevenactiviteiten meer. Als er alleen gekeken wordt naar studenten die überhaupt nevenactiviteiten ontplooien, dan is het aantal uren gedaald van 800 naar 558 uur.

De studenten die na 2013 begonnen, zijn meestal nog niet klaar met hun studie. Daar is dus nog geen compleet beeld van te geven.

Steeds moeilijker

De LKvV herkent deze trend. “We zien dat verenigingen het steeds moeilijker hebben om mensen te vinden voor bestuursfuncties en commissies”, zegt preses Iris van Noort. “Zeker voor commissies waarvan wordt gedacht dat die minder goed op het CV staan, zoals een kroegcommissie. Deze generatie studenten is opgegroeid tijdens de crisis en wil voor alles direct na de studie een baan.”

Behalve de crisis speelt vermoedelijk ook de invoering van het bindend studieadvies in 2005 een rol. Volgens Van Noort zijn er meer oorzaken: “Op sommige universiteiten hebben studenten geen herkansingsmogelijkheden meer, waardoor studenten nog meer onder druk komen te staan om altijd het zekere voor het onzekere te nemen en alle tijd in de studie te steken.”

Voor het onderzoek heeft Magnet.me naar de profielen van ruim 60.000 studenten gekeken.