Het onderwerp van de lezing mag zich verheugen in een brede belangstelling. In de zaal zitten niet alleen studenten Gezondheidswetenschappen voor wie de lezing in eerste instantie is georganiseerd. Maar ook moeders, niet-studenten, ADHD-ers, familieleden van ADHD-ers en niet-ADHD-ers.

Sneller een stempel

Tegenwoordig wordt te snel de conclusie getrokken dat iemand een stoornis heeft, bij bepaald afwijkend gedrag, stelt wetenschapsfilosoof en -socioloog Trudy Dehue. Hier spelen zowel onderzoekers een rol in, bijvoorbeeld doordat in het Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen (DSM-5) dat in 2014 verscheen, veel meer kenmerken stonden bij stoornissen als ADHD en depressie, ten opzichte van de vorige versie, en je daarmee dus eerder dit stempel opgeplakt kunt krijgen. Ook de media trekken soms te snel conclusies over de geestelijke gezondheid van mensen omdat ze wetenschappelijk onderzoek niet goed hebben begrepen.

Definitie opgerekt

Dehue laat een aantal nieuwsberichten zien waarin vals wordt geclaimd dat mensen stoornissen hebben. Zo plaatste de NOS in 2017 een nieuwsbericht: ‘Kwart van de mensen heeft hersenaandoening, vaak niet zichtbaar’. Dat is volgens Dehue niet waar; dat kan niet via hersenscans worden geanalyseerd.

Ze benadrukte dat te vaak de definitie van een stoornis wordt opgerekt door de wetenschap en dat er totaal geen noodzaak is om dit te doen. Ze noemt ADHD voorbeeld, waarbij dit geregeld gebeurt. Wat snel als ADHD wordt bestempeld, is dat lang niet altijd.

‘Slecht concentreren’

Communicatiestudente Emily is vandaag aanwezig omdat ze denkt dat ze ADHD heeft. “Ik ben niet zozeer hyperactief, maar ik heb wel moeite om me te concentreren. Iemands muziek die te hard staat, het meisje naast me in de bibliotheek dat naar de wc gaat of het geluid van de wind tegen de ramen: alles is genoeg om mij van mijn werk af te houden. Ik heb het idee dat ik er meer last van heb dan anderen.”

‘Leuk dat ik misschien geen stoornis heb, maar wat is er dan wel mis?’

Studente Emily kan zich slecht concentreren

Emily vervolgt: “De lezing was voor mij een eyeopener. Nu weet ik dat het niet per se ADHD hoeft te zijn, waar ik last van heb. Het vervelende is wel, dat ik niks opschiet met die conclusie. Leuk dat ik misschien geen stoornis heb, maar wat is er dan wel mis en vooral: hoe los ik dit op? Er was net ook een studente in de zaal die zei dat het soms makkelijker is als je wel gewoon een stempel met ‘stoornis’ krijgt. Dat schept duidelijkheid en er zijn oplossingen voor. Daar ben ik het dan ook mee eens. Dan kan ik misschien medicatie of training krijgen”, verzucht Emily.

Heel creatief

Slechte concentratie is vervelend, maar als je ADHD hebt, is dat niet per se nadelig. Een aanwezige moeder van drie kinderen (waarvan één Erasmusstudente en één ex-Erasmusstudent) vertelt dat haar hele gezin ADHD heeft. “Voor ons was het nooit een probleem. Het is meer dat als wij bijvoorbeeld gasten hebben, die helemaal gek worden van de vier gesprekken die tegelijkertijd worden gevoerd. Mijn dochter is juist heel creatief door haar ADHD. Ze probeerde hier twee studies en maakte de bachelor Wiskunde elders af. Nu geeft ze les op een achterstandsschool en verzint ze allerlei spelletjes.”

Oorzaak en gevolg

Een student Klinische Psychologie is naar de lezing gekomen, omdat hij binnen zijn studie vaak te maken krijgt met de definitie van stoornissen. “Trudy Dehue heeft me echt aan het denken gezet over hoe wij bepaalde afwijkingen specificeren. Het interessantste vond ik dat ze aanhaalde dat we te veel kenmerken als stoornissen gaan zien. Er wordt dan gezegd ‘jij bent heel druk omdat je ADHD hebt’. In plaats van ‘je bent heel druk, misschien heb je ADHD’. Die oorzaak-gevolg kwestie boeide me het meest.”