Studentenverenigingen blij met verhuizing naar P-gebouw

Waar het N-gebouw heel koud, donker en afgelegen was, is de sfeer in het P-gebouw juist heel verwelkomend en de ruime hoeveelheid ramen zorgt voor betere, natuurlijke verlichting en transparantie. Andere voordelen van de nieuwe locatie vinden de studenten vooral de verbeterde communicatie tussen de verenigingen en een ‘professionelere uitstraling’. Een nadeel is echter wel dat de verenigingen minder in staat zijn om hun eigen identiteit uit te drukken.

De verandering van locatie is misschien even wennen, maar zeker niet vervelend, zeggen de meeste studenten als hen wordt gevraagd naar de nieuwe locatie. Wat is gebleven is de lastige vindbaarheid: het N-gebouw zat ergens verstopt op de campus, en het P-gebouw zit als het ware ondergronds, onder het plein voor de Aula. De studenten hebben echter zelf wel een oplossing gevonden.

Zo vertelt Pia Uhlenberg (Exchange Participant manager AIESEC) dat leden van AIESEC aan het einde van de zomer een instructie filmpje gemaakt hebben. In dit filmpje zie je hoe je het P-gebouw en de weg naar het nieuwe kantoor kan vinden. Dit filmpje kunnen ze sturen naar leden en anderen die op bezoek willen komen.

Ondertussen is de bereikbaarheid van het P-gebouw verbeterd door de trap die vanaf het K.P. van de Mandeleplein naar het P-gebouw loopt. De trap naar de tuin waar de verenigingskantoren omheen liggen helpt niet alleen bij het vinden van de verenigingen, het biedt ook nieuwe kansen voor de verenigingen. Sander van der Neut (president ESN) vertelt over zijn ideeën: “Nu de binnentuin bereikbaar is via het plein, hopen we vaker daar activiteiten te kunnen organiseren zoals een borrel, maar ook dat studenten makkelijker de verenigingen kunnen bereiken.”

Een ander voordeel van de verhuizing is de verbeterde samenwerking tussen alle verenigingen. Waar de verenigingen voorheen allemaal verspreid waren over meerdere verdiepingen in het N-gebouw, zitten ze nu met zijn allen op dezelfde verdieping, hebben ze gezamenlijke ruimtes en vergaderkamers en delen ze een keuken. Want ze mogen op de nieuwe locatie geen eigen elektronische apparaten zoals een koelkast of koffiemachine op kantoor hebben.

Ook al is het voor de actieve leden van UniPartners een eindje lopen, Dana Braber (marketingmanager UniPartners) ziet zeker voordelen van de gezamenlijke keuken. Dit bevordert vooral de interactie tussen alle verenigingen, merkt Braber. De bestuursleden van verschillende verenigingen lopen elkaar vaker tegen het lijf en blijven dan even staan voor een praatje. Vooral gesprekken bij de koffiemachine zorgen voor hechtere vriendschappen.

Het beste voorbeeld van deze sterkere samenwerkingsverbanden is te zien in het gezamenlijk georganiseerde openingsfeest van het P-gebouw in november. Het feest was een groot succes. Door de samenwerking tussen verscheidene verenigingen hebben ze financiële steun kunnen regelen. Zo regelde de Smitse geheel belangeloos de bar en was er een podium waar student-muzikanten de muziek verzorgden. Ook Studium Generale en het Lustrum EUR 105 years ‘Science meets city’ hebben het feest mogelijk gemaakt. Zonder de toegenomen samenwerking tussen de verenigingen was dit nooit mogelijk geweest.

Andere verbeteringen vinden de studenten, de grotere kantoren en dat er meer ruimtes zijn om vergaderingen te houden. Pia Uhlenberg (AIESEC): “De nieuwe ruimte voelt veel professioneler, en geeft ook ons als verenigingen meer het gevoel dat we deel uitmaken van de universiteit.”

Het enige nadeel wat veel studenten noemen, is dat het niet is toegestaan om de kantoren te personaliseren. Er mogen alleen posters en dergelijken opgehangen worden aan de rails in het plafond of met posterbuddies. Schroeven, spijkers, punaises en zelfs plakband zijn niet toegestaan. Hierdoor hebben veel verenigingen het gevoel dat ze niet hun eigen individualiteit kunnen uitstralen.

Dit punt wordt vooral door Sander van der Neut (president ESN) aangekaart: “De identiteit van ESN is anders dan die van andere verenigingen, daarom willen we ook laten zien waar we voor staan. Hierin voelen we ons soms wel in tegengehouden.”
Jan Potuzak (external relationsofficer EESA) en Armands Paplavskis (vice-president EESA) vonden het vooral erg jammer dat ze hun bank niet mochten meenemen naar het nieuwe kantoor.