Heeft u als Tweede Kamerlid wel tijd om hier te vergaderen op maandagochtend?

“Als Kamerlid vergader je van dinsdag tot en met donderdag in Den Haag. En op maandag en vrijdag wordt je geacht je in de maatschappij te begeven, stukken te lezen en je kamerwerk voor te bereiden. We vergaderen maar een keer in de maand met het bestuur van Erasmus Sport, dus als ik dat goed plan, lukt het makkelijk. Bovendien woon ik om de hoek, in Kralingen.”

Hoe komt het dat er altijd VVD’ers een prominente rol spelen bij Erasmus Sport?

“Als liberaal ben je natuurlijk nogal individualistisch ingesteld, en bij veel sporten draait het ook om het individu. Winston Churchill zei altijd: if you want something done, ask somebody busy. Dus het is wel logisch dat je iemand uit je eigen netwerk vraagt voor zo’n functie.”

Het gaat goed met Erasmus Sport: bezoekcijfers stijgen, er worden steeds meer sportkaarten verkocht en er zijn plannen voor een nieuw sportcentrum. Hoe dragen jullie als bestuur bij aan het succes?

“Er zit inderdaad een flinke stijgende lijn in. Maar als bestuur controleren wij vooral. De medewerkers vormen een hecht en actief team en Jon (de Ruijter, directeur van Erasmus Sport, red.) is een goed boegbeeld binnen de universiteit. Wat ik vooral heel knap vind, is dat Erasmus Sport laat zien dat sporten leuk is, en een belangrijk onderdeel is van studeren op deze universiteit. Dat zie je vooral bij internationals: sporten hoort erbij.”

Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen op dit moment?

“De nieuwbouw; die vergt veel aandacht en tijd. We moeten nu ook overleggen met het College van Bestuur en de Hogeschool Rotterdam. Daarnaast kijken we nu vooral hoe we het niveau hoog kunnen houden en kunnen zorgen dat er mensen blijven komen naar het fitnessen, paaldansen, of wat er op een bepaald moment dan ook hip is.”

Wat vindt u ervan dat Erasmus Sport ook zo nadrukkelijk inspringt op rages in de sportwereld?

“Heel slim. Daarom vind ik het ook zo cool dat we nu een vereniging hebben voor e-sports. We hadden binnen het bestuur veel discussie over of dat nu wel of geen sport is. Maar ik heb drie zoons van 10, 13 en 15, dus ik weet wel hoe serieus gamen is.”