Wie vertegenwoordig je als spreekt en schrijft? Zelfs als je over jezelf spreekt, blijft dat niet beperkt tot je eigen leven, aangezien mensen op allerlei manieren waarover jij geen controle hebt betekenis afleiden uit alles wat jij in jouw leven hebt meegemaakt. Dat is de tegenprestatie voor het luisteren. Als je schrijft, filter je de werkelijkheid. Als je spreekt, word je een spreekbuis voor jouw ‘soort.’. Het is heel natuurlijk om alles in de wereld om je heen te verwerken op basis van aangeleerde impulsen.

Als je een gezaghebbende functie hebt, dan wordt alles wat je zegt en doet de ‘waarheid’. Het is de taak van wetenschappers om waarheid te creëren. Er komt veel hybris bij kijken om je je hele leven in te zetten om de stem van de stemlozen te zijn. In de koloniale tijd werden antropologen het veld in gestuurd om alle mysteries rond de ‘exotische’ onderdanen in de bezette gebieden van de wereld te ontrafelen en deze inzichten op een dusdanige manier te filteren dat ze aanvaardbaar waren voor het publiek in het land van de kolonisator. Eeuwen later bestaan er nog steeds veel mysteries over kansarme, aan de aandacht ontsnapte delen van de wereld.

Een goedbedoelende wetenschapper moet talrijke obstakels overwinnen als hij of zij vandaag de dag de verantwoordelijkheid van vertegenwoordiging op zich neemt. De academische norm is westers, wit en man. Als je hiervan afwijkt, heb je iets uit te leggen. Zo kan je bijvoorbeeld gevraagd worden of je een beurs hebt gekregen voor ‘gebiedsspecifiek onderzoek’, waardoor de kans bestaat dat je beurs in het hokje van die bepaalde groep of regio wordt geplaatst. Zal jouw onderzoek leiden tot een globalisering van de norm en daardoor als instrument kunnen dienen om de schaal van beste praktijken te vergroten? Is jouw werk gericht op het creëren van reflectie door vraagtekens te zetten bij algemeen gangbare wereldbeelden, waardoor er wellicht een nieuwe norm tot stand kan komen?

De politiek van vertegenwoordiging gaat verder dan de woorden die jij hebt bedacht. In de wereld van vandaag, die heel erg op identiteit is gericht, en in de academische wereld, waar nog steeds sprake is van een gebrek aan diversiteit, zijn je sekse, afkomst, klasse en andere groepskenmerken uitgangspunten geworden. Ondanks de enorme vooruitgang die we hebben geboekt, is er in de academische wereld nog steeds plaats voor de oude bewakers en poortwachters.

De verantwoordelijkheid voor het vertegenwoordigen ligt in een onevenredig aantal gevallen nog steeds op de schouders van de ‘exotische’ wetenschappers die gedwongen zijn om voor hele gemeenschappen te spreken. Het kan nuttig zijn om je afkomst te benadrukken, omdat je hiermee een grotere afstand kunt houden, maar het is tegelijkertijd ook enorm verlammend, omdat je onmogelijk voor iedereen van jouw ‘soort’ kunt spreken. Zelfs als je ervoor zou kiezen om te zwijgen, spreekt je aanwezigheid.

Alsof dit nog niet genoeg is, word je in het huidige universiteitssysteem geacht een uithangbord van hun merk te zijn. De marktgerichtheid van je geleerdheid moet hand in hand gaan met een visie die tot een hogere ranking en een betere wereldwijde reputatie leidt. Je onderzoek moet de juiste trends volgen, die worden bepaald door de agentschappen die subsidies verlenen. Het vormen van je eigen merk is de ultieme vercommercialisering van je eigen identiteit.

Dus moeten we ons, terwijl we onze academische verplichtingen blijven vervullen, niet afvragen wie we nu eigenlijk vertegenwoordigen?

Payal Arora is Associate Professor aan de Erasmus School of History, Culture and Communication