De praktijk van Motz zat jarenlang aan de zijkant van Erasmus Sport, maar verhuisde vorig jaar naar de Erasmus Plaza, in het rijtje met café In de Smitse, de Erasmus Sustainability Hub en – tijdelijk – Hairdesign by Lydia, onderin het Hattagebouw. Mede door de nieuwe, grotere praktijk raakte de onderneming in een stroomversnelling. Motz heeft nu de beschikking over twee ruime, lichte behandelkamers en een eigen sportzaaltje vol toestellen, waar cliënten hersteltrainingen kunnen doen.
Er zijn wel wat kinderziektes, want het Hattagebouw is officieel nog steeds niet opgeleverd. “De intercom en het koffiezetapparaat werken nog niet, de luifel is net geplaatst, maar die is ook nog niet helemaal af. En ik ben nu al een jaar aan het klootviolen met de klimaatbeheersing.” Aan ventilatoren op het plafond hangen gele post-its. “Dat is om te zien of er wel geventileerd wordt. Ik heb een extern bureau metingen laten doen en het koolstofdioxide-gehalte is veel te hoog.” Toch is de nieuwe praktijk ‘zeker 100 procent vooruitgang’, relativeert Motz.

'Niet ondernemend genoeg'
De belangrijkste reden voor de stroomversnelling is niet de nieuwe praktijk, maar de nieuwe collega Kevin van Ravenzwaaij, die in september aan zijn eerste echte baan als fysiotherapeut begon. “Sindsdien is de omzet verdubbeld”, zegt Motz als een trotse vader, terwijl Kevin op de massagetafel zit. De twee zijn in veel opzichten tegenpolen: Motz, eind 40, grijze haren, pretoogjes en veel zelfspot, omschrijft zichzelf als een ‘oude, grijze, cynische man’ en ‘niet ondernemend genoeg’. Kevin (28) is groot, blond en straalt veel enthousiasme uit. “Dimitri is meer van het harde werken, van de handenarbeid”, zegt Kevin. “Hij is een echte ondernemer”, reageert Motz. “We vullen elkaar goed aan.”
“Kevin zit hier nu veertig uur per week, terwijl ik maar twintig uur aanwezig ben. Er brandt altijd licht, de telefoon wordt opgenomen. Als je sneller kan anticiperen, en de mensen zijn tevreden, dan gaat het hard. Hij gaat ook de verenigingen bij Erasmus Sport weer langs om de praktijk te promoten: Antibarbari, de zaalvoetbal, rugby, badminton. Sommigen wisten niet eens van ons bestaan af.”
Zo gek als een deur
Toen Motz in 1998 begon, was hij net zo oud als zijn protegé Kevin nu. Hij nam de post van fysiotherapeut over van een vriendin. Zijn eerste behandelkamer zat in de gang van Erasmus Sport, waar nu een vitrinekast met squashrackets hangt. “Ik had toen twee tot vier behandelingen per week. Ik zat er dan wel, maar vooral te wachten tot de telefoon ging. Verder zat ik een beetje te kletsen. Het heeft mij veel moeite gekost om genoeg cliënten vinden, maar dat lag ook wel aan mijn karakter. Ik ben gewoon niet ondernemend genoeg. Als die Kevin hier toen had gezeten was het wel anders gegaan.”
Motz beleeft wel veel plezier aan het runnen van een praktijk tussen de studenten. “Ja, dat is supertof. Het is zo’n jonge en dynamische omgeving. Het is heel anders dan in een wijk. Het was destijds best uniek dat je als fysio aan een universiteit zat, dat had je toen bijna nergens anders. Ik heb hier wel leuke dingen meegemaakt, vooral met het personeel van Erasmus Sport. Bijvoorbeeld de kerstdiners, dat er mosselen werden gekookt en we dansten op de tafels. Maar ja, dat is niet meer, dat is vergane glorie. Die mensen zijn allemaal weg, of zo gek als een deur geworden, of overleden.”
'De Smitse mag blijven'
Een verdubbeling van de omzet, meer mensen in dienst. Had Motz niet veel eerder de praktijk kunnen uitbreiden? “Ja, ik voel me echt een sukkel nu. Als je die verdubbeling ten opzichte van mijn beste jaar ziet, dan denk ik: het kon dus wel. Het had ook twintig jaar geleden gekund. Alleen blijkt dat ik het niet had gekund. Terwijl ik heel lang gedacht heb: ik moet het zelf doen, niemand erbij.” Motz voorziet nu een nog verdere uitbreiding van de praktijk, met misschien wel meer lokalen in het Hattagebouw. “The sky is the limit. Wat mij betreft nemen we het hele Hattagebouw over”, zegt hij ambitieus. Lachend: “Behalve De Smitse, die mag blijven. Dat wordt onze bedrijfskantine.”
EM zoekt een motto en jij mag ’t bedenken!
Ieder zichzelf respecterende organisatie vindt zichzelf elke paar jaar weer opnieuw uit.…