Nachoem Wijnberg ontving in 1997 de Herman Gorterprijs voor zijn dichtbundel Geschenken. Destijds was hij hoofddocent technologiebeleid aan wat nu de RSM heet. Geschenken was zijn zesde bundel. Over de combinatie van wetenschap en poëzie zei hij in 1997 tegen EM: “Voor mijn gevoel hebben zowel poëzie en literatuur in het algemeen, als wetenschap, iets te maken met het te weten komen van zaken.”
In twintig jaar EM vertelden veel mensen over bijzondere prestaties, goed onderzoek of andere mooie verhalen. Maar wie waren de mensen die twintig jaar geleden in EM aan het woord kwamen? Hoe kijken zij terug op die periode? En hoe gaat het nu met ze?
Twintig jaar later kan Wijnberg (56) zich de prijs nog herinneren. “Het was niet per se een serieuze doorbraak in mijn literaire carrière, maar wel een teken van de omslag in waardering voor mijn poëzie halverwege de jaren negentig. Rond die tijd begon ik prijzen te winnen en overwegend positieve kritieken te krijgen. Maar, om met beide benen op de grond te blijven: mijn romans werden nog wel afgekraakt.”
Inmiddels is Wijnberg hoogleraar Cultureel ondernemerschap aan de UvA en een van de belangrijkste dichters van het Nederlands taalgebied met zestien dichtbundels, vijf romans en onder andere de VSB Poëzieprijs achter zijn naam. In oktober verscheen zijn nieuwste bundel Voor jou, van jou. Over de combinatie van wetenschap en poëzie denkt hij nog steeds hetzelfde: “In mijn hoofd is het een gelijksoortige activiteit. Qua aard en ethos verschillen de twee nauwelijks.”
“Die combinatie staat ook vrij centraal in mijn werk”, vertelt Wijnberg. Hoewel poëzie en literatuur (nog) geen academisch onderzoeksobject voor hem zijn, is de wetenschap de laatste jaren wel onderwerp en decor van zijn literaire activiteiten. “In Van groot belang uit 2015 staan gedichten over de thema’s waar mijn collega’s en ik college over geven: belastingsystemen, geldschepping en beleggers.”
In Wijnbergs laatste roman Alle Collega’s Dood is de universiteit het decor. Het boek eindigt met het tragische verhaal rond Wijnbergs promotie aan de Erasmus Universiteit, over een co-promotor die meerdere keren werd afgewezen voor een leerstoel en uiteindelijk overleed aan een hersenbloeding. “In recensies werd dat deel van het verhaal onrealistisch genoemd, terwijl ik het zo goed als ik me kon herinneren heb opgeschreven.”