Malou Pheninckx (student Geneeskunde), Marloes Keetels (student Bedrijfskunde en aanvoerder) en Seve van Ass (student Accounting & Financial Maganagement en aanvoerder) zijn dragende krachten bij de Nederlandse hockey(st)ers. Dat bewezen de EUR-studenten tijdens de Europese kampioenschappen in Amsterdam eind augustus, toen Nederland een dubbele titel behaalde.
Het is een druilerige vrijdagmiddag op Campus Woudestein, waar een paar plukjes studenten zich in het Erasmus Paviljoen opmaken voor het weekend. Een van hen in Malou Pheninckx. De geneeskundestudente valt niet op, ze oogt net als alle anderen. Maar schijn bedriegt: waar de andere studenten een tas vol studieboeken en laptops bij zich hebben, haalt Pheninckx een goudkleurige, rechthoekige plak tevoorschijn. ‘Rabo EuroHockey Championschips 2017 winners’, staat erop.
Uniek

“Ik heb mijn medaille meegenomen”, vertelt ze triomfantelijk. De 26-jarige speelde en won vorige week haar eerste echt grote toernooi met Oranje, nota bene in eigen land en voor eigen publiek. “Tienduizend mensen staan voor je te juichen als je het stadion binnenkomt, overal staan camera’s en je ziet jezelf op een groot scherm. Het was uniek om mee te maken. Beter dan dit kan bijna niet.”
Ook Seve van Ass – aanvoerder bij de mannen – mag zich met zijn team de beste van Europa noemen. Al leek het daar lange tijd niet op tijdens de finale tegen België, want Nederland kwam met 0-2 achter. De Belgen waren eerder in het toernooi al met 5-0 te sterk, maar aan vertrouwen geen gebrek bij Oranje: “We moesten ons niveau halen en doorgaan op de weg die we zijn ingeslagen met dit jonge team.” Dat is precies wat Nederland in de tweede helft van de finale deed, want uiteindelijk werd het 4-2.
Opgelucht
“Het is waanzinnig tof om aanvoerder te zijn in eigen land, in een uitverkocht stadion. En dan ook nog het toernooi winnen: het is een van de mooiste dingen die je kunt meemaken in je carrière”, zegt Van Ass enthousiast. De feestvreugde is extra groot omdat ook de vrouwen kampioen zijn, laat de masterstudent weten vanuit zijn vakantieadres op Sardinië.
Waar Van Ass vrij zeker was van zijn plaats in het team, hoorde Pheninckx pas eind juli dat ze bij de definitieve EK-selectie zat. Ze moest naar eigen zeggen op de toppen van haar kunnen spelen om in aanmerking te komen voor een plekje. “Ik was blij en vooral erg opgelucht toen ik het telefoontje kreeg van de bondscoach. Als kind droomde ik er al van om zo’n groot toernooi mee te maken, met al die mensen die naar je kijken”, zegt ze.
Gunfactor

De Brabantse moest haar coschappen tijdelijk op een laag pitje zetten om tijd vrij te kunnen maken voor de hockey. “Voor het EK trainden we negen of tien keer per week. Dat valt niet te combineren”, licht Pheninckx toe. Wel probeert ze af en toe onderzoek te doen en wetenschappelijke literatuur te lezen om zo met haar studie bezig te blijven.
Studerende topsporters krijgen hierbij hulp van de universiteit. “Coulance van docenten – zoals de mogelijkheid om tentamens te laten verzetten – is erg belangrijk”, vertelt Van Ass. Maar discipline is cruciaal. Al speelt de gunfactor van docenten ook een rol, laat hij doorschemeren.
Hockey op één
Voorlopig staat het hockeyen voor beide studenten in ieder geval op één. “Ik wil er nu alles uithalen wat er in zit, want over tien jaar ben ik lichamelijk niet meer in staat om op dit niveau te sporten”, voorspelt Pheninckx. Tegen die tijd hoopt ze een succesvolle arts te zijn. Van Ass overweegt parttime te gaan werken naast zijn topsportcarrière als hij zijn studie heeft afgerond. “Ik wil werk en sport combineren, dat houdt me fris en energiek.”