Bij het naderen van de examenhal dreunen de bierliederen al door het gebouw. “Ein, zwei, drei, ZAUFEN”. Grote biertafels staan in de normaliter doodsaaie examenhal en zitten vol met zenuwachtige eerstejaars, die nog niet genoeg bier op hebben om de grap van de hun omringende banaliteit in te zien.
In het midden van de hal is een vierkant podium opgesteld waarop een grote band bekende feestliederen covert. Er hangt een uitgelaten sfeer en hoe verder de avond vordert, hoe losser en uitbundiger de kersverse studenten meedansen op de vrolijke muziek.
Turen naar liedboekjes
‘Klassen kun je overdoen, feestjes niet’
Vlakbij het podium, bij de bedrijfskundetafel, staat Jari. De bedrijfskundestudent in spe geniet erg van de cantus en verklapt alvast zijn voor zijn komende studie veelbelovende levensmotto: ‘Klassen kun je overdoen, feestjes niet’.
Ondertussen voorzien de begeleiders continu alle tafels van nieuwe bierkannen. Studenten turen naar de liedboekjes om in het halfdonker toch de teksten te kunnen lezen. Als de band de monsterhit “Piano Man” van Billy Joël inzet, verbroedert en verzustert de gehele zaal en staan studenten van verschillende tafels schouder aan schouder voor het podium.
Brabantse folklore
Buiten de zaal zit een meisje van de organisatie moe voor zich uit te kijken op een bankje. “Ik heb pijn aan mijn voeten van al dat gespring.” Als een hit van Guus Meeuwis hoorbaar wordt, vergeet ze de pijn direct en springt ze op om de Brabantse folklore niet te hoeven missen.
In de loop van de avond splitst de cantus zich op in twee groepen: de stille nagelbijters en de uitbundige feestvierders. De eerste groep staart met een biertje in de hand leeg voor zich uit en droomt over een zacht bed, de tweede groep host bedwelmd van polonaise naar polonaise door de zaal heen.
Als het laatste nummer van de avond klinkt, uiteraard het Rotterdamlied, worden de boekjes haastig uit de bierplassen op de grond geplukt en gefatsoeneerd. Het nummer nestelt zich in het hart van de nieuwe studenten.
‘Part of the experience’
Dan is het tijd voor de aftocht. Bij het naar buiten gaan vertelt een internationale studente aan haar vriend: “Jammer dat er geen airconditioning of ventilator was ofzo, maarja die hitte zal ook wel ‘part of the experience’ zijn geweest. Een soort ‘bonding’ in de vorm van het drinken van elkaars zweet.”
Buiten lopen proppers van verschillende studentenverenigingen. Een meisje van het RSG stelt aan een groepje studenten voor om naar haar vereniging te komen. Daar is namelijk een traditionele RSG-avond waar je kennis kunt maken met de vereniging, en later komt Kraantje Pappie. Het groepje hapt toe en rijdt, met veel avontuur in het verschiet, de donkere stad tegemoet.