Wat is het EUC?

In 2013 startte aan de Erasmus Universiteit het Erasmus University College. In deze driejarige brede, Engelstalige bachelor (ook wel bachelor Liberal Arts & Sciences genoemd) studeren én wonen studenten samen: eerstejaars doen dit verplicht in het Student Hotel. Op korte termijn krijgt het EUC een eigen studentenhuisvesting in het centrum. De bachelor biedt vakken uit de geestes-, sociale en exacte wetenschappen. Studenten (waar idealiter de helft Nederlands en de helft internationaal is) worden geselecteerd op grond van cijferlijst en motivatie. Inmiddels hebben vrijwel alle Nederlandse universiteiten een bachelor Liberal Arts & Sciences, veelal in de vorm van een university college.

Honestly, best job in the world. Eind vorige maand verscheen de vacature voor de nieuwe dean van het Erasmus University College (EUC). Maarten Frens was er als de kippen bij om zijn mogelijke opvolgers enthousiast te maken. “Ik heb de vacature meteen gedeeld op Twitter en deze tekst toegevoegd. Omdat het ook écht de beste en leukste baan ter wereld is. Waarom ik dan toch wegga? Ik denk dat het heel gezond is als iemand anders met een andere insteek zich er nu mee gaat bemoeien. Er staat iets moois, maar het is nog niet af. Afgelopen jaren zijn we vooral bezig geweest met een organisatie en opleiding te bouwen. Komende jaren is het tijd om de positie van het EUC in de stad, binnen de universiteit en de rest van de wereld te versterken. Maar ik vertrek met pijn in het hart.”

Als Frens begint te vertellen over zijn jaren bij het EUC, vallen twee dingen direct op: zijn enthousiasme en betrokkenheid. “Op geen enkel moment wil ik de suggestie wekken dat ik het University College in mijn eentje gemaakt heb. Dat is zo bezijden de waarheid. Ik heb er leiding aan mogen geven, maar ik heb altijd in een team van heel competente mensen mogen werken. Als ik zeg dat ik trots ben dat ik dit voor elkaar gekregen heb, laat dat zien dat ik enorm verweven ben geraakt met deze instelling en de studenten.”

Best intimiderend

Zijn persoonlijke hoogtepunt van de afgelopen jaren? Direct schuift Frens het programma EUCjr naar voren. Tijdens dit programma krijgen middelbare scholieren van enkele Rotterdamse scholen op Zuid de kans om acht dagen mee te lopen op het University College. “Wij hebben studiebeurzen voor groepen studenten die hier normaal moeilijk binnenkomen. De meest onderscheidende zijn de tien jaarlijkse ROTAS-beurzen. Hiermee kunnen ze gratis studeren en krijgen ze een tegemoetkoming in de studiekosten en huisvesting.”

De financiële steun is bedoeld voor middelbare scholieren uit Rotterdam die uit een familie komen waar nog niemand naar de universiteit is geweest, de zogenaamde eerstegeneratiestudenten. Erg warmlopen voor de beurs doen zij alleen niet. “Het is nog geen enkel jaar gelukt om in de buurt van de tien te komen. We merkten dat bij deze doelgroep meer meespeelt dan de hogere studiekosten. Studeren is überhaupt spannend, laat staan een programma dat zich richt op de beste studenten.

Iedereen vindt het gebouw (de voormalige gemeentelijke bibliotheek uit 1923 bij station Blaak – red.) prachtig, maar ik kan me voorstellen dat alles best intimerend is als je van Rotterdam-Zuid komt. Word je tijdens een open dag ontvangen door een student die in Singapore en New York is opgegroeid, dan denkt zo iemand: oh, ik in Beverwaard. Vandaar het EUCjr, om die drempels weg te nemen.”

Dat die drempels er zijn, werd voor hem duidelijk tijdens Frens’ intensieve contacten met studenten in de Honours Class van het Erasmus MC. Daar leerde hij dat het niet voor iedereen vanzelfsprekend is om op een universiteit rond te lopen, bijvoorbeeld als ze uit een familie komen waar niemand heeft gestudeerd. “Ik had daar als derdegeneratie academisch geschoolde nooit over nagedacht.” Vanwege de impact van die drempels stoort het hem enorm dat het EUC zogezegd een school is voor welgestelden. “Ik geloof niet dat wij alleen maar rijkeluiskinderen aantrekken. Dat wij zoeken naar de elitetroepen onder de studenten, betekent niet dat wij zelf elitair zijn.”

Noodlot

Sinds de allereerste brainstormsessies in 2011 is Frens betrokken bij de ontwikkeling van het EUC. Hij was destijds opleidingscoördinator van de bachelor Geneeskunde en voelde een grote betrokkenheid bij het onderwijs. Toen de vacature van dean voorbij kwam, pakte Frens dan ook zijn kans. “Ik vond het een mooie sprong in het diepe.” Zijn liefde voor het lab bracht hem nog wel even aan het twijfelen. “Op mijn 22e ben ik in het lab begonnen en ik hoor daar ook echt thuis. Maar toen ik de sollicitatiebrief verstuurde was ik 44. Dus dacht ik: ik ben nu op de helft van mijn carrière, een periode iets anders doen is dan helemaal niet verkeerd.”

Geisje.EM.MaartenFrens10

De droom van Frens voor het EUC was vanaf het begin duidelijk: een brede bacheloropleiding met een hechte gemeenschap in het hart van de stad. Toch waren de afgelopen jaren geen rechte lijn naar de top. Vooral de huisvesting bezorgde Frens en zijn collega’s kopzorgen. “Toen de verbouwing van ons pand bijna klaar was, sloeg het noodlot toe. Na een hoosbui kwam een deel van het dak naar beneden. Door de lekkage moesten alle net aangelegde leidingen worden vervangen. We weken uit naar het Schielandhuis en het Erasmus MC, met de gedachte dat we binnen zes weken in ons uiteindelijke pand konden beginnen. Maar door de malaise in de bouw ging dat allemaal niet door. Daarom moesten we stante pede iets anders zoeken en hebben we acht maanden in de oude rechtbank aan de Noordsingel gezeten.” Allemaal zaken waar Frens, als neurowetenschapper, geen ervaring mee had. “Nee, ik ben dit gaan doen voor het onderwijs. Ik heb veel geleerd die eerste periode.”

Opwaartse spiraal

Naast de materiële zaken kampte ook het onderwijs in de eerste jaren nog met kinderziektes. De werkdruk voor zowel studenten als werknemers was te hoog, de communicatie richting studenten was niet optimaal en ook de beoordelingen in bijvoorbeeld de Keuzegids (de jaarlijkse uitgave waarin bacheloropleidingen worden beoordeeld) waren niet fantastisch. “We waren the new kid on the block, dus het zou raar zijn geweest als die dat wel waren. Paniek is er nooit ontstaan. We waren er allemaal van overtuigd dat wat we deden, goed was.”

Ook de wat mindere beoordelingen in de beginjaren zijn volgens Frens goed te verklaren. “Als je het vergelijkt met andere University Colleges, was onze ranking inderdaad niet fantastisch. We waren zesde van de acht. Maar alsnog werden we beter beoordeeld dan de meeste andere opleidingen van de EUR, terwijl we net begonnen waren. Hoe dat kan? Alle UC’s zijn goed, omdat het de enige instituten binnen de universiteiten zijn die zich volledig en intensief op het onderwijs richten.” Een andere verklaring voor het succes zijn de strenge selectiecriteria die de UC’s hanteren. “Hierdoor trek je studenten die er ook echt voor gaan. Medewerkers zijn meer gemotiveerd om deze groep studenten les te geven, waardoor je in een opwaartse spiraal terechtkomt waarin iedereen elkaar stimuleert.”

Tweehonderd namen

De tijd van de kinderziektes ligt in zijn laatste maanden als dean achter Frens. Het schitterend verbouwde pand in het centrum van de stad is de definitieve thuishaven geworden, het aantal eerstejaarsstudenten is gegroeid van 90 naar ongeveer 200 en in de laatste editie van de Keuzegids krijgt de opleiding het predicaat ‘topopleiding’.

Het meest trots is Frens op de gecreëerde gemeenschap. Daarbij noemt hij de onderlinge betrokkenheid de ‘sleutel van het succes’ van het EUC. “Mijn bijdrage daaraan is dat ik voor iedereen benaderbaar ben: studenten, academische en niet-academische staf, maar ook de schoonmakers en de portier. Beslissingen neem ik op basis van argumenten en ik ben altijd bereid om ze toe te lichten. Ik vind het belangrijk dat iedereen zich serieus genomen voelt, zich verantwoordelijk voelt en elkaar respecteert. Het is mooi dat uit het niets dit EUC is ontstaan.”

Geisje.EM.MaartenFrens12

Door de groei van het aantal studenten wordt het behouden van die korte lijnen wel steeds lastiger. Neem het onthouden van alle studentnamen, iets waar Frens altijd veel bewondering mee oogstte. Dat is niet meer zo gemakkelijk als in het begin. “Ik vind het nog steeds belangrijk, maar het is wel lastiger met 200 nieuwe studenten dan met 90. Dit jaar hebben we er daarom voor het eerst een competitie van gemaakt. Met drie andere collega’s sprak ik af om elkaar aan het eind van de zomervakantie te overhoren. Dat is toch een extra stok achter de deur, omdat je ook niet voor aap wilt staan. Van de vier collega’s hadden er drie alle tweehonderd namen goed, waaronder ikzelf.”

Gemengde gevoelens

Frens draagt deze zomer het EUC-stokje over aan zijn opvolger en gaat zelf terug naar het lab, waar hij verdergaat met zijn onderzoeken naar de hersenen. De beslissing zorgt nog altijd voor extreem gemengde gevoelens. “Ik heb heel veel zin om weer naar het lab te gaan. Ik heb ook al die tijd nog een dag in de week daar gewerkt. Mijn zeven promovendi zijn nog steeds aan het werk en gelukkig heb ik niet het idee dat ik met de nek wordt aangekeken als ik daar ben.

Verder durf ik op dit moment het EUC met een gerust hart over te dragen. Financieel gezond, gebouw klaar, beoordeeld als topopleiding en tevreden medewerkers. Maar ik heb hier zo’n mooie tijd gehad, dat het toch wel even slikken zal zijn als ik dadelijk geen dean meer ben. Het was een geweldig avontuur. Leuker gaat het nooit meer worden, dat kan niet. Maar net zo leuk, wie weet.”

 Maarten Frens CV
Maarten Frens (1966) studeerde Biomedische Wetenschappen en Medische Biologie in Utrecht en promoveerde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Na bijna drie jaar werk in Zwitserland en Australië begon hij als postdoc aan het Erasmus MC. Sinds 2004 is Frens hier hoogleraar Systeemfysiologie; tussen 2011 en 2013 was hij opleidingscoördinator van de bachelor Geneeskunde. In april 2013 werd hij de founding dean van het Erasmus University College, dat in september 2013 van start ging. Op Twitter gaat Frens door het leven als @hersenprofessor.