Karen Maas Karen Maas is econoom en academisch directeur van het Impact Centre Erasmus (ICE). Ze doet onderzoek naar duurzaamheid en maatschappelijke waardecreatie. Haar specialisatie ligt in het meten van en sturen op sociale en maatschappelijke impact.

De steenrijke ondernemersfamilie Van der Vorm
(HAL Investments) heeft een filantropische stichting
die zich richt op sociaalmaatschappelijke
thema’s in Rotterdam: De Verre Bergen. In januari
werd bekend dat HAL ook gaat investeren in
kunst en cultuur via Droom en Daad. Is dat goed
nieuws?

“Ik vind van wel. De Verre Bergen geldt als een vrij rare club in Nederland. Waar andere vermogensfondsen inzetten op een thema, bijvoorbeeld onderwijs of zorg, richt zij zich op een regio. Wat ook bijzonder is, is dat ze serieus kijken naar de impact. Veel filantropische instellingen doen dat nauwelijks. En De Verre Bergen is in de afgelopen vijf jaar in Rotterdam een grote rol gaan spelen. Zo kochten ze afgelopen jaar tweehonderd huizen voor Syrische vluchtelingengezinnen. Dat ze Wim Pijbes, voormalig directeur van het Rijksmuseum, hebben aangetrokken als directeur van Droom en Daad, laat zien hoe serieus ze het nemen.”

Wat Droom en Daad gaat doen is nog onbekend.
Wel heeft Pijbes aangegeven projecten eerder te
gaan steunen met een ton dan met tienduizend
euro. Is daar iets voor te zeggen?

“Het is slim om in te zetten op de grote trunks. Die kun je beter monitoren. Wat je ziet bij dit soort grote gevers, is dat ze het vaak lastig vinden om hun portfolio strategisch in te vullen. Want hoewel de scope en missie van vermogensfondsen in statuten zijn vastgelegd, zijn die meestal dusdanig vaag omschreven dat je er alle kanten mee uit kunt. Soms krijg je daardoor het idee dat filantropen voor Sinterklaas spelen. Het gevaar is daarbij dat het ene vriendje het andere vriendje helpt, zonder na te denken over de maatschappelijke impact. Rationeel geven is moeilijk, maar De Verre Bergen doet dat als een van de weinige vrij goed.”

In de VS is het voor miljardairs heel normaal om
een groot deel van hun vermogen aan een goed
doel te geven, zoals Warren Buffet, Bill Gates en Mark Zuckerberg. In Nederland kennen we het
nauwelijks. Waarom?

“In tegenstelling tot Amerikanen, maken Nederlanders vaak niet bekend dat ze geld weggeven en hoeveel. Maar je ziet daarin een verschuiving. Vroeger gaven de rijken hun geld vaak pas na hun overlijden weg. Nu doen ze dat al bij leven, observeert FIN, de belangenvereniging van Nederlandse vermogensfondsen. Mogelijk komt dat door de terugtredende overheid. Daarnaast is er nog een simpele verklaring: er zijn steeds meer rijke mensen en daarmee komt steeds meer geld beschikbaar voor filantropie.”

em-filantropie kunst

Zijn Nederlanders een beetje gulle gevers?

“Onderzoek van ABN AMRO MeesPierson uit 2016 toont aan dat de geefbereidheid van vermogende Nederlanders toeneemt. Gemiddeld geven vermogende particuliere relaties van deze vermogensbeheerder meer dan 11 duizend euro per jaar aan maatschappelijke doelen. Dat is bijna twee keer zoveel als het bedrag dat uit een studie uit 2013 komt. Rijke mensen geven überhaupt meer. Van de 1,5 miljard euro die Nederlandse huishoudens jaarlijks geven aan goede doelen, wordt 20 procent opgebracht door miljonairs. Uit onderzoek van Movisie blijkt dat mensen met een kapitaal van meer dan 50 duizend euro goed zijn voor 80 procent van het totaal. Daarnaast is er, volgens een conservatieve schatting, via vermogensfondsen van filantropen nog eens 184 miljoen euro beschikbaar.”

Waar geven we dat geld aan uit?

“Dat hangt ervan af naar welke donaties je kijkt. De Vrije Universiteit doet veel onderzoek naar particulier geefgedrag, dus van particulieren. Daar gaat ruim 20 procent naar religieuze instellingen, op de voet gevolgd door internationale hulp, sport en publiek-sociale projecten. Cultuur bungelt al twintig jaar helemaal onderaan, terwijl er in die periode toch behoorlijk gesnoeid is in de budgetten. Wat interessant is: als je kijkt naar de grote vermogende gevers, dan is cultuur juist de grootste post. Nederlandse culturele instellingen kregen in 2014 bijna 25 miljoen euro uit private fondsen, waarvan 80 procent naar musea ging. Als je kijkt wat filantropen zoals Gates en Buffet wereldwijd doen, dan gaat bijna al het geld naar gezondheid, onderwijs en vrouwenrechten.”

Stel: u mag Wim Pijbes adviseren. Waar moet
Droom en Daad haar geld dan in steken?

“De eerste ontvanger is het International Film Festival Rotterdam, terwijl ik me afvraag of zo’n grote institutionele partij het nou het hardste nodig heeft. Want toegankelijkheid van kunst en cultuur is een groot probleem in Rotterdam. Rijke scholen hebben genoeg middelen om naar een museum te gaan, maar we zien een enorme kloof met scholen die minder kapitaalkrachtig zijn. Ik zou het daarom leuk vinden als Pijbes bijvoorbeeld zou zorgen dat musea drie dagen per week gratis toegankelijk zijn, of dat alle scholen twee keer per jaar naar een muziek- of dansvoorstelling kunnen.”

De Verre Bergen en Droom en Daad besteden een
forse hoeveelheid geld. In hoeverre kan dit ontwrichtend
werken?

“Een beetje geld uitdelen is voor iedereen leuk. Maar als een fonds serieus budget heeft, kan het zijn dat de boel uit balans raakt. De Verre Bergen heeft bijvoorbeeld meer geld ter beschikking voor sociale projecten dan de gemeente. Dat geeft slagkracht, maar ook een enorme verantwoordelijkheid. Je kunt gevestigde partijen voor de voeten gaan lopen. En je moet je afvragen wiens hoofdtaak het is om iets te organiseren. Filantropie kan een overheid ook lui maken. Als wij bijvoorbeeld wegen gaan aanleggen in een ontwikkelingsland, trekt de lokale regering haar handen ervan af.”

em-filantropie gieter geld

Een belangrijk punt van kritiek op filantropie is
belastingontduiking: op het moment dat je een
stichting opricht, hoef je geen vermogensbelasting
meer te betalen. Mark Zuckerberg onttrekt
via zijn stichting 45 miljard aan het oog van de
fiscus. Is dat echt zo erg?

“Het is vooral gek dat iedereen zomaar een stichting kan oprichten. Ja, je moet een website hebben, bereikbaar zijn en een jaarverslag publiceren, maar that’s it. Niemand controleert of jouw organisatie daadwerkelijk impact heeft. Áls een goed doel al in opspraak raakt, dan gaat het over een directeur die te veel verdient, of een onhandige declaratie. Als Impact Centre Erasmus vertellen wij in gesprek met de Belastingdienst dat maatschappelijke impact een voorwaarde moet zijn om aanspraak te maken op deze regeling. Die impactmeting kun je doortrekken naar de portfolio van zo’n vermogensfonds. Want wat als zo’n fonds zijn winst naar Unicef stuurt, terwijl dat geld verdiend is door te investeren in een organisatie die aan kinderarbeid doet? Daar wordt vaak niet naar gekeken.”

Droom en Daad denkt in termen van investeringen.
Er gaat geld in, en daar komt maatschappelijk
rendement uit. Kun je dat wel zo makkelijk
meten?

“Ik denk het wel. En het is niet gek om te doen, als je ergens zoveel geld in steekt. Maar je kunt niet alles in cijfers uitdrukken. Dat kan ook averechts werken. Lucas Meijs van de Rotterdam School of Management onderzoekt bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. Hij wijst erop dat je iemand met een intrinsieke motivatie heel makkelijk kunt demotiveren als je alleen maar gaat sturen op cijfers. Waar je dus voor op moet passen, is dat geld allesbepalend wordt. Historicus Bas van Bavel beschrijft dat mooi in zijn boek The Invisible Hand? In eerste instantie is een markteconomie heel effectief, want mensen worden rijker en rijker. Tot er een kantelpunt komt en geld ook andere domeinen gaat bepalen, zoals de politiek. In Amerika zien we dat met de huidige regering, die uit allemaal miljonairs en miljardairs bestaat. Ook in Nederland moeten we uitkijken dat wethouders en raadsleden hun hoofd niet alleen maar laten hangen naar mensen met geld. Want dan heeft zo’n fonds gewoon de hele sector in handen.”