Het is het perfecte verhaal voor een nieuwe serie jongensboeken. Wouter (10) woont vijf jaar met zijn ouders op Curaçao. Dan verhuist hij naar Almelo, gaat keepen bij de plaatselijke voetbalvereniging en wordt binnen een half jaar gescout door een profclub. Heel zijn jeugd keept Wouter in alle Nederlandse jeugdelftallen en hij wordt betaald voetballer. Maar dat is niet genoeg. Wouter wil meer. Hij start de studie Geneeskunde aan de Erasmus Universiteit om zijn droom te realiseren: studeren aan een grote universiteit in Amerika.

Er is alleen één groot verschil tussen dit jongensboek en de verhalen over Sjakie en zijn wondersloffen of Hielke en Sietse en hun Kameleon: het verhaal van Wouter is waar.

Twee belangrijke brieven

Eind vorig jaar ontving de geneeskundestudent namelijk post uit de VS. Afzenders? Het Boston Children’s Hospital en de Harvard University. Onderwerp? Toelating. “Ik kom misschien over als een ijskonijn, en als voetballer toon je niet zo snel je emoties, maar toen ik deze berichten kreeg, heb ik echt als een klein kind zitten janken.” In juli maakt Dronkers (als alles goed gaat) zijn laatste Nederlandse tentamen en dan kan het Amerikaanse avontuur beginnen. “Op het Erasmus MC kwam ik in contact met een chirurg die verbonden is aan een onderzoek in een kinderziekenhuis in Boston. Toen dacht ik meteen: Boston is Harvard, zo dicht kom ik nooit meer in de buurt. Voor allebei heb ik daarom toelating gedaan. Na de zomer ga ik zowel daar studeren als onderzoek doen in het Boston Children’s Hospital.”

Studeren aan een van de grote universiteiten in Amerika is voor Dronkers een lang gekoesterde wens. Als klein jongetje droomt hij niet over een carrière als brandweerman, politieagent of astronaut. ”Toen ik 5 was, verhuisden we voor het werk van mijn vader vanuit Nederland naar Curaçao. Daarvandaan gingen we vaak op vakantie naar Boston en New York en dan kwamen we ook op de terreinen van de grote universiteiten. Ik weet nog dat ik als jongetje van 8 daar liep en die wereld toen al fascinerend vond. Dat besef je natuurlijk niet op die leeftijd, maar de droom om daar te studeren bleef altijd aanwezig.”

Twijfelen

Toch verdwijnt de droom lange tijd naar de achtergrond. Op zijn tiende verhuist de geboren Vlaardinger met zijn familie van de Caraïben naar het iets minder tropische Almelo. Na een half jaar in Nederland krijgt zijn leven een onverwachte wending. “Op Curaçao was ik altijd al aan het sporten, maar ik had nooit echt gevoetbald. Terug in Nederland begon ik met keepen en na een half jaar werd ik gescout door FC Twente.” Die ‘transfer’ zet de tienerjaren van Dronkers op zijn kop.

De wekker gaat elke dag voor zessen en na een dag vol school en trainen komt de jonge keeper meestal pas rond half 8 thuis. Tijd voor veel andere puberzaken is er niet, maar het is niet voor niets geweest. Op zijn zestiende debuteert Dronkers voor het Nederlands Elftal, en datzelfde jaar tekent hij zijn eerste profcontract.

Wouter-046

Hoewel alle voortekenen goed zijn, blijft de definitieve doorbraak in het eerste elftal van FC Twente uit. De doelman keept zijn wedstrijden bij de beloften, zit wekelijks op de bank bij Eredivisiewedstrijden en tijdens een aantal Europese wedstrijden, maar verovert geen vaste plek onder de lat. “Waar dat aan lag? Misschien was ik niet goed genoeg, maar het kwartje moet ook net goed vallen. Bovendien heb ik niet de kansen gekregen die ik verdiende.’’ Op dat moment komt de studiedroom weer naar boven drijven. ”Ik wilde mezelf ook op een andere manier uitdagen, dus begon ik met mijn studie Psychologie aan de Universiteit Twente. Dat was het moment dat ik voor het eerst begon te twijfelen aan mijn voetbalcarrière.”

Patrick Kluivert

Die twijfel verdwijnt op bijzondere wijze bij Dronkers. Niet zijn ouders of beste vrienden overtuigen hem ervan zijn keepershandschoenen nog niet op te bergen, maar oud-Oranjespits Patrick Kluivert. “Hij was van 2011 tot en met 2013 mijn trainer bij Jong FC Twente. Patrick is de beste trainer die ik heb gehad en de meest zachtaardige man die ik in het voetbal ben tegengekomen. Ik heb nog wekelijks contact met hem.” In persoonlijke gesprekken hakt Kluivert de knoop voor de doelman door. “Hij zei: ‘Je bent gek als je nu stopt. Ik weet dat je niet alles zelf in de hand hebt, maar soms moet je een risico nemen en er gewoon voor gaan’. Als iemand als Patrick Kluivert dat tegen je zegt, denk je nog wel even twee keer na of je echt wil stoppen met voetballen.”

Met een transfer naar Vitesse in de zomer van 2014 hoopt Dronkers zijn droom, doelman in de Eredivisie worden, te verwezenlijken. Hij tekent voor drie jaar, maar maakt in de gesprekken met de club uit Arnhem wel vanaf het begin zijn studiewens duidelijk. “Ik heb meteen gezegd dat ik tegelijkertijd aan een studie Geneeskunde in Rotterdam begon. Daar reageerde iedereen heel positief op. Dat gaf een goed gevoel. Ik kan het nooit bewijzen en iedereen zal wel denken dat ik niet zelfkritisch ben, maar ik geloof dat mijn studiewens ervoor zorgde dat mijn contract bij Twente niet is verlengd.

Vitesse is volgens velen het Hollywood aan de Rijn, maar zo heb ik het geen moment ervaren. Het is een warme en hechte club.” Maar hoe goed hij ook wordt opgevangen, Dronkers maakt enkel minuten bij Jong Vitesse, niet in de Eredivisie.

Eenzaam

Het opnieuw uitblijven van de Eredivisie-droom zorgt vanwege alle gemaakte offers weer voor grote twijfels bij de keeper. “Vanaf de middelbare school was ik uit mijn vertrouwde omgeving en bracht ik grote offers op sociaal gebied. Ik heb weinig spijt van dingen, maar dat sociale gemis vreet af en toe wel aan me. Het zijn mijn eigen keuzes, dus ik ben niet zielig, maar voel mij soms wel eenzaam. Dat is hard om over jezelf te zeggen, maar het is zo.’’ Zijn ‘tweede leven’ als student maakt de situatie er ook niet makkelijker op. “Ik maak weken van zo’n honderd uur. Zeven dagen in de week sta ik voor zessen op. Als ik moet trainen, rijd ik naar Arnhem. In de middag rijd ik terug en studeer ik tot ik ga slapen. Dat is heftig, maar het moet, want mijn bachelor moet binnen zijn voordat ik naar Amerika kan. Maar die druk heb ik al mijn hele leven en is ook wel fijn.”

Wouter-022

Daarom is het ook niet de druk, maar de eenzaamheid die knaagt. “Tuurlijk heb ik op de voetbal mijn contacten. Maar ondanks dat het een teamsport is, is het eenzaam. Iedereen is met zijn eigen carrière bezig. Dus echte vriendschappen heb er ik niet. En van mijn studie ken ik wel mensen, maar waar zij de kroeg in gaan of andere sociale dingen doen, moet ik naar huis. Ik moet de volgende ochtend weer om 6 uur op om te trainen.”

Naar het casino

De botsende werelden waarin Dronkers zich elke dag begeeft, versterken dat gevoel van eenzaamheid. Want zowel in de voetbalkleedkamer als op de universiteit voelt hij zich regelmatig een vreemde eend in de bijt. “Het is niet dat mensen me niet accepteren. Ik voetbal bij Vitesse met jongens van Chelsea die waarschijnlijk het twintigvoudige verdienen, maar ik heb wel iets wat zij niet hebben: de studie. Dat dwingt veel respect af. Ze zijn ook oprecht geïnteresseerd. Maar toch hoor ik er niet echt bij.” Ook op de universiteit heeft hij dat gevoel. “Ik moet daar altijd bewijzen dat ik niet die voetballer ben. Professoren en studenten die wat minder met voetbal hebben, kijken eerst op een bepaalde manier naar je. Dat kan ik ze niet kwalijk nemen, maar toch sta ik dan met 2-0 achter. Dat is wel vervelend. Elke zomer stel ik mezelf dan ook de vraag of mijn voetbaldroom het allemaal waard is.”

Tot nu toe is het antwoord op die vraag elk jaar nog volmondig ja. “Misschien blijkt dadelijk op mijn 36e dat ik de Eredivisie of andere doelen in mijn voetbalcarrière niet heb gehaald, maar ik heb er wel altijd alles aan gedaan. De teleurstelling zal daarom nooit overheersend zijn.” Dronkers erkent dat zijn medische carrière misschien wel het beste medicijn is voor het genezen van die teleurstelling. “Als ik een mindere training heb gehad, kan ik op de universiteit nog wat van mijn dag maken. Je hebt ook jongens die alleen voetballen en na de training naar het casino gaan. Dat lijkt mij nogal een leeg bestaan. Ik heb op sociaal gebied misschien soms een leeg bestaan, maar hun wereld is ook leeg. Tuurlijk ben ik er kapot van als ik mijn doelen in het voetbal niet haal. Ik wil mijn debuut in de Eredivisie maken en zal ook echt balen als dat niet lukt. Maar ik krijg dadelijk wél de mogelijkheid om in de Champions League van het studeren te komen.”

Geen superkrachten

Met zijn bijzondere verhaal hoopt Wouter medestudenten en andere leeftijdsgenoten te inspireren en te motiveren, ook al ziet hij zichzelf niet als goeroe. ”Door mijn ervaring kan ik mensen nieuwe motivatie meegeven. Waarschijnlijk kunnen ze het ook zonder mij, ik heb geen superkrachten, maar ik vind het mooi als ik wat terug kan geven. Je dromen nastreven is gewoon mogelijk, ook op de Erasmus. Ik ben ook altijd heel goed ondersteund. Natuurlijk is het zwaar, maar niemand heeft gezegd dat het makkelijk zou zijn.” Dronkers denkt dat zijn verhaal zowel stimulerend kan werken voor topsporters in spe, als voor zijn collega-studenten geneeskunde. “Je bent al zo bevoorrecht dat je door die selectie bent gekomen. En dan ga je niet naar college omdat je wilt uitslapen? Dat begrijp ik niet. Trap jezelf je bed uit. Is het niet voor jezelf, dan voor je patiënten later.”

Wouter-003

In de zomer begint zijn Amerikaanse avontuur, waarin hij de eerste stappen richting een leven als plastisch of neurochirurg hoopt te zetten. ”Dus niet de borstvergrotingen, maar reconstructies. Het precisiewerk. Ik ben met een handafwijking geboren, mijn middel- en ringvinger zaten aan elkaar, dus dat heeft mij altijd getrokken.” Bovendien wil Dronkers blijven voetballen. “Ik ben al in gesprek met clubs uit de Major League Soccer (de Amerikaanse Eredivisie, red.). Ik blijf doorgaan. Op sommige dagen denk ik ook weleens: laat allemaal maar zitten, ik ga bier drinken met mijn vrienden. Maar dan realiseer ik me wat ik bereikt heb en denk ik: waarom doe je zo raar? Het moment kan altijd nog komen waarop ik zeg: voetbal is mooi geweest, ik stop ermee. Maar nu nog niet. Ik kan me op m’n zeventigste afvragen hoeveel vrienden ik anders aan mijn leven had overgehouden, maar wil nooit spijt hebben dat ik mijn dromen niet heb nagejaagd. En dat vind ik belangrijker.”