In 2015 meldden elf studenten en twintig medewerkers zich bij een vertrouwenspersoon met een klacht. De rode draad van de oorzaak: mannen, mannen, mannen.
Of het nu seksuele intimidatie, pesterijen of agressie is: studenten en medewerkers van de EUR kunnen ermee terecht bij een van de twee vertrouwenspersonen, Lucienne van Hooijdonk en Martin Blok (zie kader). Dit duo geeft hulp bij incidenten, bijvoorbeeld door een luisterend oor te bieden en mee te denken over oplossingen.
Uit het jaarverslag van deze vertrouwenspersonen blijkt dat er in 2015 31 meldingen waren van 56 misstanden. Uit de cijfers blijkt ook dat het vooral vrouwen zijn die problemen ervaren door toedoen van mannen.
Studenten: klachten nemen af
Bij studenten was er het meest (5) sprake van problemen met ‘welzijn’ (bijvoorbeeld gepest worden), gevolgd door ‘digitale of seksuele intimidatie’ (4) en ‘agressie’ (3). In 10 gevallen vormden andere studenten de oorzaak; docenten en ondersteunend personeel veroorzaakten slechts 2 klachten. In vrijwel alle gevallen kon het probleem onderling opgelost worden, in één geval wilde de student de klacht indienen bij de klachtencommissie.
In voorgaande jaren lag het aantal klachten (zowel indieners als klachtentotaal) hoger: respectievelijk 20 en 22 studenten meldden in 2014 en 2013 een misstand bij een vertrouwenspersoon. In die voorgaande jaren waren het juist vooral medewerkers (10 en 12 keer) die aanleiding gaven voor de meldingen.
Wat stabiel is, is de verdeling over de geslachten: het zijn vooral vrouwelijke studenten die zich tot de vertrouwenspersonen wenden, en het zijn vooral mannen die de klachten veroorzaken.
Medewerkers: juist meer meldingen
Onder medewerkers ging het aantal klachten juist omhoog: 20 mensen maakten melding van een probleem, tegenover 10 en 13 in 2014 en 2013. Van alle meldingen in 2015 (41) kwamen communicatieproblemen (14 keer) het vaakst voor, daarna volgden 10 gevallen van digitale of seksuele intimidatie. In 2014 en 2013 waren er respectievelijk 16 en 17 klachten. Net als bij studenten geldt dat het vooral vrouwen zijn die de overlast ondervinden.
Bijna altijd (in de periode 2015 – 2013 respectievelijk 15, 9 en 9 keer) zijn mannen de oorzaak van de melding. In 2015 ging het vooral over masculiene managers. Melders van misstanden hadden vaak het gevoel dat zij respectloos of intimiderend behandeld werden. De vertrouwenspersonen concluderen dat slechte communicatie, meestal door de beklaagde, ‘in combinatie met een gebrek aan assertiviteit, een bron van conflicten vormt, waarna de medewerker gelooft dat er een conflict is.”
In één geval was er sprake van ‘serieus seksueel wangedrag’. Dat liep op opmerkelijke wijze af, meldt het jaarverslag: “De persoon die de melding maakte besloot geen klacht in te dienen, maar terug te keren naar zijn/haar eigen land.”
Kwetsbare promotiestudenten
Omdat de huidige vertrouwenspersonen nog maar drie jaar actief zijn, durven zij geen trends aan te wijzen. Wel merken zij op dat ook bij andere universiteiten vaker medewerkers dan studenten meldingen maken. Ook concluderen zij dat, in vergelijking met het totale aantal studenten op de EUR, het aantal meldingen laag is. Dit kan volgens hen onder meer komen door het lage aantal vertrouwenspersonen. In Delft en Wageningen zijn er daar relatief meer van én ligt het aantal meldingen ook hoger.
Een speciale plek nemen promotiestudenten in, die de schrijvers betitelen als een ‘kwetsbare groep’ vanwege hun vaak geïsoleerde situatie (zoals bij internationale studenten) en afhankelijkheidsrelatie met hun promotoren. Dit probleem is inmiddels al bekend bij de meeste faculteiten, inclusief maatregelen om misstanden te voorkomen. Een ander probleemgebied is de EUR Holding, de verzameling commerciële bedrijven binnen de EUR. Hier zijn namelijk meer incidenten gemeld dan elders. De Holding werkt daarom aan betere ‘procedures’ en heeft een eigen vertrouwenspersoon aangesteld.
Financiële integriteit
De vertrouwenspersonen sluiten het jaarverslag af met enkele observaties en aanbevelingen. Volgens hen zorgt de toenemende culturele diversiteit voor meer kwetsbare groepen, en dus voor meer kansen op isolatie en discriminatie. “Om deze risicofactoren te beperken, moeten er meer preventieve maatregelen genomen worden om deze risico’s te onderkennen en er aandacht op te vestigen.”
Ook moet er meer aandacht komen voor hoe managers beter met hun personeel om kunnen gaan. “De vertrouwenspersonen zijn er voorstander van om het verplicht te maken voor managers om managementcursussen te volgen die coachende kwaliteiten aanleren.” Als laatste opteren zij ervoor dat er meer aandacht moet komen voor integriteitskwesties (zoals bij financiële fraude), een probleem waar weinig melding van wordt gemaakt.
Cijfers over 2016 zijn nog niet volledig verzameld en geanalyseerd. Wel wijzen de eerste resultaten erop dat er meer studenten meldingen hebben gemaakt, melden de vertrouwenspersonen desgevraagd. Of dit komt door een toename van problemen of meer bekendheid van hun bestaan moet nog bepaald worden.
Over de Vertrouwenspersonen op de EUR
Op de Erasmus Universiteit Rotterdam zijn twee vertrouwenspersonen actief: Lucienne van Hooijdonk (tevens universiteitspsycholoog op Woudestein) en Martin Blok (ook Welfare Officer bij het International Institute of Social Studies in Den Haag). Hun werk bestaat uit drie onderdelen: signaleren van en ondersteunen bij persoonlijke misstanden, aandacht geven aan signalen die wijzen op ongewenst gedrag (inclusief gevraagd en ongevraagd advies aan de verantwoordelijke managers), en ondersteunen van bestuurders en managers als in hun team misstanden voorkomen. Beiden besteden zo’n acht uur per maand aan deze functie, waarin zij direct onder het College van Bestuur vallen.