De vakbonden noemen het bod van de universiteiten ‘zó mager’ dat ze gezamenlijk hebben besloten om het overleg op te schorten. De aangeboden loonsverhoging was volgens hen niet hoog genoeg.

Het conflict gaat over de loonsverhoging van 5 procent die vorig jaar is afgesproken in het loonruimteakkoord: een parapluakkoord voor de hele publieke sector, waaronder het onderwijs. De universiteiten zeggen dat ze zich gewoon aan de afspraak houden, terwijl de vakbonden dat heel anders zien.

5 procent loonsverhoging

Maak de rekensom maar, zeggen de universiteiten. Vorig jaar ging het loon in januari met 2 procent omhoog en in september kwam er nog 1,25 procent bij. En dit kalenderjaar nog eens 1 procent. Dus bieden de universiteiten nu een loonsverhoging van 0,8 procent om op die 5 procent uit te komen.

De universiteiten kijken volgens de vakbonden echter te ver terug en moeten oude cao’s niet meetellen. “Voor 2016 is in het loonruimteakkoord een loonsverhoging afgesproken van 1,6 procent. Bovendien gaat de pensioenpremie met 1,4 procent omlaag om meer loonruimte te bieden”, zegt Donald Pechler van vakbond VAWO. Dus is er nog genoeg ruimte om over loonsverhoging te praten.

Ontslagvergoeding

Maar het conflict tussen vakbonden en werkgevers gaat niet alleen over het salaris. Ook de ontslagvergoeding is een steen des aanstoots. De vraag is wat een werknemer in geval van ontslag moet meekrijgen: hoeveel jaar wordt zijn salaris doorbetaald en hoeveel krijgt hij in één keer? De universiteiten willen de premie van een derde ww-jaar voor hun rekening nemen, als de vakbonden water bij de wijn willen doen en de regeling van de ‘transitievergoeding’ minder hard willen maken.

Verder willen de vakbonden graag landelijke afspraken maken over werkdruk en loopbaanbeleid, maar de universiteiten niet. Die praten er liever met hun eigen medezeggenschapsraden over. “Zo wordt recht gedaan aan de lokale verschillen en worden maatwerkoplossingen per universiteit mogelijk”, stellen ze in een reactie.