Het aantal nieuwe studenten met ouders zonder opleiding in het hoger onderwijs is gedaald sinds de invoering van het leenstelsel. Dit staat haaks op de belofte van Minister Jet Bussemaker van Onderwijs, bij de invoering van het stelsel.

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen publiceerde dinsdagochtend de Monitor Beleidsmaatregelen 2015. Daarin staan de resultaten van een onderzoek naar studiekeuze, studiegedrag en leengedrag na de invoering van het leenstelsel en de daarbij behorende maatregelen.

Minder eerstegeneratiestudenten

monitor
Het aandeel studenten waarvan beide ouders geen ho-opleiding hebben genoten. Beeld door: 2015 Policy Measures Monitor

De instroom van eerstegeneratiestudenten op de universiteit is met 4 procentpunt gedaald ten opzichte van afgelopen jaar. Bij het hbo gaat het om een daling van 7 procentpunt. Hiermee is werkelijkheid geworden waar veel partijen voor hadden gewaarschuwd. “Precies twee jaar geleden, vlak voor de invoering van het leenstelsel, zei minister Bussemaker dat iedereen er door het leenstelsel op vooruit zou gaan,” zegt ISO-voorzitter Linde de Nie. “Uit deze monitor blijkt dat het leenstelsel juist de kwetsbare groepen studenten extra hard raakt.”

'Geen zorgen'

Minister Bussemaker reageerde dinsdag bij de NOS kalm op de eerste reacties naar aanleiding van de Monitor. Ze maakt zich geen zorgen over de daling, want die is volgens haar te wijten aan het grote aantal scholieren dat in 2013 en 2014 meteen na hun diploma ging studeren zodat ze nog recht hadden op basisbeurs. Nu het leenstelsel definitief is ingevoerd, kiezen scholieren na hun examens weer voor een tussenjaar, denkt de minister. Haar eigen rapport is hier minder stellig in: “In hoeverre [de afname van eerstegeneratiestudenten] op een toegankelijkheidsprobleem duidt, is op dit moment niet met zekerheid te zeggen.”

Het ISO stelt dat de analyse van Bussemaker de nodige onderbouwing mist. SP-kamerlid Jasper van Dijk heeft al enkele Kamervragen ingediend naar aanleiding van de resultaten.