Op naar de marathon (deel 3): “De laatste paar kilometers ren ik wel op karakter.”

Student Christian Meckelburg gaat de marathon voor het eerst lopen, medewerker Iris* loopt voor het eerst mee met de kwart marathon. Wekelijks geeft een van hen een update over de training voor de marathon. “De laatste paar kilometers tijdens de marathon ren ik wel op karakter.”

De afgelopen week heeft Christian Meckelburg meer gefietst dan gerend. “De afgelopen weken heb ik in isolement geleefd,” vertelt hij. “Ik moest veel studeren voor mijn tentamens. Heel veel tijd uittrekken om hard te lopen zat er daarom niet bij.” Maar met studeren mag je dan wel je mentale conditie verbeteren, het is toch zijn fysieke conditie die er toe doet tijdens de marathon. “Ik ben twee tot drie keer wezen spinnen bij het Sportcentrum. Dat is heel goed voor je conditie en dan ben je binnen een uurtje klaar. Meer tijd had ik doordeweeks niet.”

In het weekend kunnen de hardloopschoenen weer aan. “Tot nu toe gaat het erg goed. Ik ren nu zo’n 20 à 25 kilometer per keer.” Dat is ongeveer de helft van de afstand die hij gaat lopen. Toch is hij niet van plan om heel veel meer kilometers per keer in zijn trainingsschema toe te voegen. “Het is niet gezond om regelmatig marathonafstanden te rennen. Ik ga ongeveer tot de 30 kilometer rennen en dan ren ik die laatste paar kilometers tijdens de marathon wel op karakter.”

Om de gerende kilometers bij te houden rent hij vaak om de Kralingse pas. “Een rondje is ongeveer vijf kilometer. Dat rondje ren ik dus nu vier tot vijf keer.” Wordt dat niet saai? “Dat valt wel mee,” zegt Meckelburg lachend. “Ik ga meestal rennen in de avond, als het al donker is. Dan zie ik weinig van mijn omgeving, dus dan is er dus ook niets te zien waar ik me aan kan ergeren.”