Chris Aalberts is mediawetenschapper aan de Erasmus Universiteit die naam maakt als opiniemaker en blogger tegen ‘de linkse meuk’ en ander (ook rechts) ‘gemuts’. Crowdfundend en couchsurfend mengt hij zich dit jaar in Brussel om de Europese politiek te fileren.

Voor het gesprek moet er eerst nog even een tweet uit. De 38-jarige Chris Aalberts, behalve mediawetenschapper ook blogger voor ThePostOnline (TPO), heeft zojuist zijn stukje over de aftrap van een antidiscriminatiecampagne van Ronald Plasterk gepost. En dat mogen zijn volgers weten ook. Die smullen ervan wanneer hij met zijn blik de ‘media-events’ van met name ‘de linkse meuk’ afstruint. Hij krijgt dan ook voortdurend tips toegestuurd voor Gaza-demonstraties en Zwarte Piet-debatten. Elke keer vraagt hij zich af: “Moet ik daar nu écht weer naartoe?” Waarna de nieuwsgierige ‘fly on the wall’, die ook in Aalberts zit, de weerzin vaak overwint.

Toch ook maar even naar Plasterk dus, die voor anderhalve journalist en een paardenkop, voor eens en altijd ‘een streep door de discriminatie trekt’ naast de Hofvijver in Den Haag. Aalberts stond erbij en keer ernaar. Meer dan opschrijven wat Plasterk zei en deed hoefde hij eigenlijk niet te doen om de hilarische symboolpolitiek ervan te tonen.

Denk echter niet dat ‘rechts’ er ongeschonden vanaf komt bij Aalberts. Zeker, hij steekt niet onder stoelen of banken dat hij zich vindt in een stroming van ‘gematigd rechts’ – “zeg maar in de hoek van het blad Elsevier”. Zij het dat hij wat minder deftig schrijft dan op de burelen van dat blad; hij schrijft voor TPO, waar toch ook ‘een populistisch sausje’ wordt gevraagd. “Op internet moet je nu eenmaal kleur bekennen, anders krijg je echt geen clicks.” Rechts betekent voor hem vooral een gezonde argwaan jegens allerhande wereldverbeteraars. Droomdenken is echter ook het rechtse kamp niet vreemd. En dat kan net zo goed zijn spotlust opwekken.

Wilders’ PVV heeft de mond vol van ‘minder Europese Unie’. Maar ten eerste, zegt Aalberts, is Europa ‘nu eenmaal een realiteit’ die niet zomaar te ontkennen of op te heffen valt. En ten tweede is de werkwijze van de PVV-delegatie in Brussel minstens zo verspillend en losgezongen van de achterban als die van de technocraten die ze bestrijden. “De EU-delegatie van de PVV is er een van koffieleuten, een beetje naar websites kijken en ‘nee’ verkopen aan journalisten, tenzij de media-aandacht politiek gewin kan opleveren.”

Goedkope intercity

Chris Aalberts in een notendop: een politieke duidingsmachine, die eigenlijk niemand spaart – behalve dan de journalistieke opleidingen, want dat zijn nu eenmaal ‘potentiële werkgevers’ voor de toekomst. Met zijn ietwat clowneske arsenaal aan diepe fronsen en ironische en sarcastische jàààà’s en néééé’s laat hij geen enkel misverstand bestaan over de stupiditeit die regelmatig de kop opsteekt in het politieke theater. Komend jaar gaat hij één à twee dagen per week naar Brussel, om ook daar verslag te doen van het politieke wereldje. Geen gemakkelijke opgave, want Aalberts werkt ook als docent aan de EUR en de Haagse Hogeschool.

Het moet dus allemaal tussen de bedrijven door. Bovendien is bijna niemand geïnteresseerd in de Brusselse politiek. Dat geldt zowel voor de lezers als de meeste media die Brussel links laten liggen. Het is meteen de reden waarom TPO voorstelde om via ‘crowdfunding’ geld op te halen bij het lezerspubliek. Dan weet je tenminste dat je het ergens voor doet. “Ik vond het natuurlijk een belachelijk idee. Crowdfunding is toch eigenlijk bedelen.”

Toch lukte het om op die manier meer dan drieduizend euro op te halen. Dat is lang niet genoeg (er kan nog gedoneerd worden), maar het betekent wel dat hij er nu niet al te veel op toe hoeft te leggen. “Nou ja, wanneer ik het op zijn backpackers-goedkoopst doe, hè. Ik neem niet de snelle Thalys, maar de goedkope intercity die vrijwel altijd uitvalt, en ik ga in goedkope hostels slapen. Ik hoop ook te gaan couchsurfen: slapen op de bank bij mensen uit de Brusselse politiek. Een uitstekende mogelijkheid om meer te weten te komen!”

Waarom doet hij het zichzelf eigenlijk aan? Voor het geld hoeft hij het niet te doen, gezien zijn aanstellingen aan de universiteit en de hogeschool. Of verlekkert hij zich heimelijk aan het uitzicht op de Brusselse rariteiten, die uitstekend kunnen dienen als de nodige input voor de ‘bv Blogger Aalberts Vooruit’? Wie hem volgt, kan wel eens het idee krijgen dat hij overal een lolletje van maakt, met als doel een soort rechtse en academische variant van Paul de Leeuw te worden. Toch is de bekendheid niet waar hij het voor doet, vindt hij. Toegegeven: toen hij opgroeide in Den Helder, droomde hij al van een carrière als talkshowhost. Vrienden grapten wel eens tegen hem: ‘Waarom weggaan uit Den Helder, met al die leuke matrozen?’

Nu komt hij er jaarlijks nog wel eens terug, en zo erg als het voor sommigen lijkt, is het er heus allemaal niet. Alhoewel, de aanblik van een half leegstaand V&D-filiaal in een stad waar de weinige klanten in joggingbroek door de straten banjeren ‘maakt het wel begrijpelijk dat Helderse homoseksuelen ernaar verlangen om in een roze pakje in de Amsterdamse Canal Pride mee te varen’.

Maar voor hem viel het allemaal wel mee, wat betreft de drang naar een groots en meeslepend leven. De eerste jaren van zijn studie bleef hij thuis wonen, en pendelde hij braaf op en neer tussen hoofdstad en marinestad. Wel denkt hij dat uitgerekend Den Helder hem politiek bewust heeft gemaakt: “Daar werd Trots op Nederland van Rita Verdonk het grootst.”

En hij denkt ook wel dat zijn homoseksualiteit er mede toe leidde dat hij vervulling moest zoeken in een andere droom dan die van een gezin met kinderen. “Dat ik geen kinderwagen hoef mee te zeulen, maakt wel dat ik de mogelijkheid heb om me in politiek te verdiepen en politieke bijeenkomsten te bezoeken, of om naar Brussel te gaan.”

Wij van Wc-eend

Laat dat duidelijk zijn: hij spiegelt zich niet aan de mediaclowns die met alles de draak steken, enkel ter meerdere eer en glorie van het eigen ego. Die zijn niet interessant. Hij is juist overtuigd van het belang van een transparante en controleerbare politiek, en van de noodzaak om politici te ontmaskeren die er alles aan lijken te doen om de eigen politiek te reduceren tot een farceachtige, vrij zwevende werkelijkheid.

“Het populisme in een plaats als Den Helder leert dat. Er spelen daar reële problemen, die te maken hebben met een economische en demografische krimp, en met een gebrek aan aandacht van politici. Wilders heeft ongelijk wanneer hij zegt dat de Marokkanen de oorzaak zijn van alles wat misgaat. Maar hij vertegenwoordigt hiermee wel een stem van het volk die we serieus moeten nemen. De burger raakte vervreemd van de politiek. Wat er dan onvermijdelijk gebeurt, is dat hij begint te stampen.”

“Ik geloof niet in een ‘representatieve politiek’ van het populisme, die pretendeert volledig tegemoet te kunnen komen aan de wensen van het volk. Wel weet ik dat er een zekere ‘relatie’ moet worden gewaarborgd tussen de politiek en de werkelijkheid in het land. Juist die relatie is vaak compleet zoek, of alleen nog maar op een theoretisch niveau aanwezig. Dat maakt dat we het gevoel krijgen dat de politiek functioneert als een losgezongen, autonoom opererend bureaucratisch systeem, dat vooral zichzelf bedient in plaats van de burgers.”

Chris Aalberts
Chris Aalberts Beeld door: Michel de Groot

De Europese politiek levert negatieve voorbeelden te over van deze de werkelijkheid ontkennende technocratie, vooral in de linkse hoek. Want, zegt Aalberts, daar zitten nu eenmaal de partijen die de meest opgeblazen idealen koesteren omtrent Europa. Wie echter de moeite neemt om achter de façade te kijken, ziet al snel dat de idealen van transparantie en controleerbaarheid ver te zoeken zijn.

Zo bezocht Aalberts de verantwoordingsbijeenkomsten van D66 en GroenLinks, bedoeld om de leden de eigen Europarlementariërs te kunnen laten controleren. “Bij zo’n verantwoordingsbijeenkomst van GroenLinks, gehouden op een congres in Amersfoort, waar tegen de duizend leden aanwezig waren, was er in het begin van de sessie over Europa welgeteld één toehoorder aanwezig: dat was ik! Later strompelden er nog wat mensen naar binnen. Wanneer politici te laat komen, moet je weten, vinden ze het dus echt niet belangrijk.

Een even weinig verheffende verantwoordingsbijeenkomst trof ik aan op een congres van D66 in Den Bosch. Europarlementariër Sophie in ’t Veld zei niets inhoudelijks over haar portefeuille, maar legde alleen de bestuurlijke verhouding uit tussen de Europese Commissie en het Europees Parlement. Die kun je zo in alle tekstboekjes terugvinden! Ondertussen vond iedereen het natuurlijk weer prima. Nou jááá, je ziet maar weer: dit soort sessies hebben een heel erg hoog ‘wij van Wc-eend adviseren Wc-eend’-gehalte.”

Brallerig rechts

Maar is alles wat links is ook altijd slecht? Zo is het nu ook weer niet, benadrukt hij. “Oké, zo’n Bas Eickhout van GroenLinks, die denkt dat-ie de wereld kan redden, daar geloof ik niet zo in. Maar neem van mij aan: die man heeft echt wel hart voor de zaak. Dat geldt ook voor zijn EP-collega Judith Sargentini. Ik ben het niet met ze eens, maar ik heb zeker wel respect voor wat ze proberen te doen. Bij D66 willen ze niet meer met me praten, geloof ik, maar bij GroenLinks vinden ze me wel fair en dat is precies wat ik probeer te zijn.”

En nogmaals: rechts gaat ook niet vrijuit. Aalberts heeft nog niet de kans gehad om die partijbijeenkomsten te bezoeken, maar hij durft er vergif op in te nemen dat hij er ‘hetzelfde gemuts’ tegenkomt. Ook heeft hij weinig met het brallerige rechtse geluid dat vandaag de dag vaak de boventoon voert: “De rechtse opiniemakers die de blogwereld domineren, hebben de perverse neiging om rariteiten te extrapoleren tot bewijs voor het falen van het geheel. De EU geeft bijvoorbeeld geld aan non-profitorganisaties om ook te kunnen lobbyen.

Dat is misschien vreemd, maar heus nog geen bewijs dat iedereen omgekocht is. Of neem het debat over productvoorschriften, zoals stofzuigers die niet meer boven een bepaald wattage mogen komen. Dat wordt dan gelezen als weer een uitglijer van de bureaucratie. Wat er niet bij wordt verteld, is dat zo’n voorschrift in samenspraak met het bedrijfsleven tot stand is gekomen, vooral om de eigen markt te beschermen tegen Chinese fabrikanten, van wie gedacht wordt dat ze die stofzuigers nog lang niet kunnen leveren.”

Extreem eenzijdig

Toch vindt Aalberts vooral de linkse manifestaties ‘het ergst’. Zo’n bijeenkomst met Plasterk mag dan schattig lijken, maar onder het mom van vrede worden andersdenkenden evengoed buitengesloten. “Het probleem van die linkse manifestaties is dat ze gewoon extreem eenzijdig zijn. Bij Gaza-demonstraties hoor je wel over het onrecht dat de Palestijnen is aangedaan en dat ze geen ziekenhuizen hebben, maar ze vergeten collectief te melden dat beide zijden elkaar met raketten bestoken.

Je ziet die linkse oogkleppen natuurlijk ook op de universiteit terug. Ik ben vrienden kwijtgeraakt toen ik kritisch schreef over de Maagdenhuisbezetting. Daar mochten wel linkse extremisten als Abulkasim Al-Jaberi spreken, maar waren rechtse mensen alleen in theorie welkom. Vreemd, want die kunnen toch ook bezwaren hebben tegen het gebrek aan inspraak. Maar nee, rechtse mensen werden weggekeken of dwingend verzocht de tent te verlaten.”

Aalberts is inmiddels begonnen met zijn serie #Bruslog – Brusselse logica – voor TPO. Al zijn verhalen lees je hier.