OPINIE – Begin deze week werd bekend dat de filosofiefaculteit van de Erasmus Universiteit misschien zal verdwijnen. Volgens de decaan is een zelfstandige faculteit geen haalbare kaart. Wel een beetje eigen schuld, vindt Martijn Samson. Maar, schrijft Eeva Liukku, we hebben filosofie wél nodig voor de stad.

Faculteit Wijsbegeerte moet hand ook in eigen boezem steken

Door Martijn Samson

Anderhalf jaar geleden rondde ik mijn bachelor wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) af. Een fantastische tijd, waarin ik in drie jaar naar de hoogten en diepten van de Westerse filosofie werd gevoerd, lerend over mezelf en de wereld. Zelden heb ik les gehad van zulke gepassioneerde docenten, die op zo’n persoonlijke wijze betrokken waren bij hun studenten. Is dat nu voorbij?

Eigenaardige faculteit

De Faculteit der Wijsbegeerte van de EUR is eigenlijk altijd een eigenaardig geval geweest. De faculteit werd in de jaren zeventig opgezet vanuit het idee dat een échte universiteit onderzoek en onderwijs in vele disciplines dient te bieden, dus ook in de filosofie. Aanvankelijk werd gesproken van een centrale interfaculteit: een wat vreemd begrip dat moest uitdrukken dat de filosofie zich als het ware op de andere faculteiten moest trachten te ontkiemen.

Even zo eigenaardig aan de wijsbegeertefaculteit is de grootte ervan: met een student of driehonderdvijftig is ze met afstand de kleinste. Een eerstejaarscollege bedrijfskunde telt meer studenten dan de hele filosofiefaculteit bij elkaar. Het gevolg hiervan is een relatief grote overhead: een faculteit heeft een gedegen hoeveelheid wetenschappelijk en ondersteunend personeel nodig. Maar hoe bekostig je dat met zo weinig studenten?

Gemakzuchtig

De facto werkte het altijd zo dat deze situatie werd opgevangen met geld van andere faculteiten (‘maatpakfinanciering’), die immers wel genoeg studenten hebben om de eigen broekriem op te houden. Of hádden, want de meerderheid van de faculteiten aan de EUR heeft te maken met reorganisaties: ingrijpende trajecten met gedwongen ontslagen. En dan heeft de Faculteit der Wijsbegeerte ook nog eens al jaren een tekort op de begroting van zo’n drie ton. Is het dan nog wel reëel van deze faculteiten te vragen de noodlijdende wijsgeren bij te staan?

Reacties van huidige filosofiestudenten- en docenten lijken vooralsnog negatief. Het narratief is eenvoudig: ‘Het grote boze College van Bestuur begrijpt niets van de Academie, maar let alleen op geld en efficiëntie. Hoe kan het college nu oordelen over het belang van wijsbegeerte?’ Een aantrekkelijk narratief, omdat het lekker in maatschappelijke discussies past over valorisatie en geesteswetenschappen. Hier is de redenering dat overheden en managers alleen geïnteresseerd zijn in onderzoek dat direct praktisch toepasbaar is en bij voorkeur cijfermatig.

Het narratief is begrijpelijk, maar tevens onterecht en gemakzuchtig. Onterecht, omdat de oorzaak van het eventueel verdwijnen van de wijsbegeertefaculteit meer op H5 (de verdieping waar de faculteit gevestigd is) gezocht moet worden, dan bij het College van Bestuur. En gemakzuchtig, omdat het de discussie versimpelt en het de faculteit te makkelijk in staat stelt haar straatje schoon te vegen.

Hautain

De legitimiteit van de faculteit staat al langer ter discussie. Wat voeren die filosofen daar op H5 nu eigenlijk uit? En waarom is hun werk van belang voor de universiteit? Legitieme vragen, maar een overtuigend antwoord volgde zelden. Niet omdat er geen antwoord is, maar omdat de filosofen nauwelijks de moeite namen om de discussie te voeren. Enerzijds worden ‘die managers’ geacht de waarde van filosofie te begrijpen, anderzijds heb ik teveel filosofiecolleges- en borrels bijgewoond waarin zowel medewerkers als studenten (niet de decaan overigens) schamperden op het College van Bestuur: ‘Die begrijpen ons toch niet!’. Niet als je het niet probeert, nee.

Genoeg studenten op de universiteit weten niet eens dat je er filosofie kunt studeren. Ik heb EUR-onderzoekers gesproken die me voor gek verklaarden als ik vertelde dat de studie op de Erasmus bestaat. Zij dachten dat wijsbegeerte jaren geleden al was opgeheven. Het is symptomatisch voor hoe de faculteit jarenlang te werk is gegaan. Uitzonderingen daargelaten – en die zijn er! – lijkt het alsof men op H5 de status quo wel best vindt. Je vraagt je af hoe het kan dat medewerkers zo’n hautaine houding aannemen? En hoe ze dan vervolgens verbaasd kunnen zijn over dit dreigende nieuws?

Verschraald

Sinds 2013 lijkt de discussie over opheffen in een stroomversnelling geraakt. Een rapport vorig jaar legde verschillende scenario’s voor, waarin opheffing ook werd genoemd. Let wel: dit betekent niet dat filosofie als zodanig van de EUR verdwijnt, het gaat hier alleen om de faculteit. Vermoedelijk leidt opheffing van de faculteit tot een verschraald onderwijsaanbod, maar misschien biedt het ook kansen. Men heeft het over een brede geesteswetenschappenbachelor: een goede gelegenheid om meer studenten te interesseren voor de filosofie.

Voor sommige medewerkers klinkt de brede bachelor wellicht als een ‘bagger-bachelor’, zoals één van hen optekende, maar dan had de faculteit eerder het heft in eigen handen moeten nemen. Er zijn docenten in dienst die al twintig jaar wetenschappelijk niets hebben uitgevoerd, terwijl hun kwaliteit van onderwijs volgens studenten en andere docenten abominabel slecht is. Hoe kan je als faculteit dan verbaasd zijn dat andere faculteiten die moeten reorganiseren niet langer bereid zijn hieraan mee te betalen?

Schuld

Waar liggen de kansen? Het bestaande programma ‘Wijsbegeerte van een Wetenschapsgebied’ biedt studenten van andere faculteiten de mogelijkheid om als tweede bachelor – via een verkort traject – filosofie te studeren. Fantastisch, maar te weinig mensen zijn ervan op de hoogte. Pas sinds dit jaar probeert de faculteit hier serieus werk van te maken. Misschien is het te laat om de faculteit te redden, zo blijkt nu, maar het is wel een concept dat toekomstbestendig zou kunnen zijn.

Mocht de faculteit verdwijnen, dan is dit treurig. Laten we hopen dat dit noodlot afgewend kan worden, anders zullen kennis en ervaring verloren gaan. Maar dat is dan niet de schuld van het College van Bestuur. Rector Magnificus Huib Pols gaat niet de filosofie doden, maar dreigt een organisatorisch vonnis te voltrekken, mede omdat de beklaagde jarenlang onvoldoende zijn zaak heeft bepleit.

Martijn Samson (1990) studeerde, als geboren en getogen Rotterdammer, geschiedenis en wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit. Hij was actief in verschillende medezeggenschapsraden en voorzitter van faculteitsvereniging ERA. Hij heeft net zijn master bedrijfskunde afgerond.

Waarom de stad Rotterdam juist meer filosofie nodig heeft

Door Eeva Liukku

De Erasmus Universiteit heeft vanaf haar oprichting een praktische en economische oriëntatie gehad. Veertig jaar geleden moest er een filosofiefaculteit aan te pas komen om de oude Economische Hogeschool op te waarderen tot méér dan een carrière-fabriek voor managers.

Ondanks de aanwezigheid van de filosofiefaculteit bleven opleidingen met een praktische en economische inslag als rechten, economie, management, medicijnen, de boventoon voeren. Dit zijn overal grote en populaire opleidingen, dat is het probleem niet. Het is wel tekenend dat er pas zo laat in het bestaan van de universiteit een beetje ruimte kwam voor geschiedenis en culturele wetenschappen.

Stad en universiteit zijn verweven

Het aanbod en profiel van de universiteit is voor de stad waar zij zetelt niet onbelangrijk. De kennis en opleidingen die de universiteit bieden, bepalen welk type hogeropgeleiden de arbeidsmarkt betreden, en dat heeft weer effect op het type bedrijven dat zich in de stad vestigt. Daarom bestaat er een oude roep om ook een letterenfaculteit op de Erasmus Universiteit te installeren.

Natuurlijk is de vraag: wat was er eerder? Het economische karakter van de stad, of dat van de universiteit? In de stad van “niet lullen maar poetsen” hebben kunst, cultuur en kritiek het altijd moeilijk gehad. We vernoemen alles naar Erasmus, maar laten zijn erfgoed in de kou staan. In Rotterdam maken politici goede sier door instellingen weg te bezuinigen omdat ze ‘te intellectueel’ zijn. Je kunt stellen dat Rotterdam de universiteit heeft die ze verdient. Je kunt ook stellen dat de universiteit er te weinig aan heeft gedaan om dat tij te keren.

Onrendabele denkers nodig

In elk geval: de maatschappij verandert in razend tempo en dat valt in Rotterdam ook te merken. We hebben juist behoefte aan wetenschappelijke onderzoekers die deze ontwikkelingen kunnen helpen duiden en in perspectief zetten, los van de bestaande interpretatiekaders. Er is genoeg instrumentele gamma, maar te weinig kritische alfa dat reflecteert op onze doelen en waarden. De paradox is dat ook deze ‘onrendabele’ denkers intellectueel en creatief kapitaal vormen die we in Rotterdam moeten koesteren en meer dan ooit nodig hebben.

Eerder beschreef ik op Vers Beton dat veel voormannen- en vrouwen van vernieuwende maatschappelijke initiatieven in de stad vaak denkers zijn, met opgestroopte mouwen weliswaar. Filosoof Henk Oosterling heeft een baanbrekende nieuwe onderwijsmethode opgezet voor achterstandsleerlingen op Zuid die effect sorteert. Wat hij hen leert? Juist: filosofie staat onder andere op het lesprogramma van deze basisschool.

Een stad is niet alleen gebaat bij praktische opleidingen die je klaarstomen voor een baan, want de banen waar we studenten voor opleiden bestaan over tien jaar misschien niet eens meer. Een stad is gebaat bij kritisch opgeleide burgers die flexibel, creatief en radicaal anders kunnen denken, en op deze manier zichzelf en samenleving weerbaar maken.

Fundamenteel

Wat er ook precies gaat gebeuren, het ziet ernaar uit dat wijsbegeerte het moeilijk zal krijgen. Er zullen ontslagen volgen. Het is onzeker of de voltijds bacheloropleiding behouden kan blijven. Ik vraag me af of er nog steeds ruimte zal blijven voor fundamenteel filosofisch onderzoek als de nadruk te veel komt te liggen op serviceonderwijs voor studenten van een andere opleiding die om ‘studeerbaarheid’ vragen.

Laat dit in elk geval duidelijk zijn: ik pleit niet voor minder maar juist voor méér filosofen in Rotterdam. Anders doet de Erasmus Universiteit zijn naam alleen nog eer aan in woord, zonder daad.

Eeva Liukku (1983) begrijpt niet waarom mensen ergens anders zouden willen wonen dan in Rotterdam, maar heeft wel in Amsterdam Wijsbegeerte gestudeerd. Ze werkt als freelancer in de culturele sector en is hoofdredacteur van Vers Beton.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Vers Beton en verscheen ook op www.versbeton.nl.