Tot nu toe had de Erasmus Universiteit geen opleidingsinstituut, maar sinds 1 januari is er het Trainings- en Ontwikkelingsplatform (TOP). Door de samenwerking met de universiteiten van Leiden en Delft is het bovendien mogelijk om aan hun trainingen mee te doen en vice versa. Dinsdag was daarvan de officiële start.

Door op dit gebied elkaars partner te zijn, kunnen de universiteiten al hun medewerkers (zowel ondersteunend, als wetenschappelijk) een ruim aanbod aan trainingen bieden. Er zijn zes thema’s, waaronder ‘Leiderschap & Management’, ‘Gezond Werken’ en ‘Onderzoek & Didactiek’.

Netwerk vergroten

Het voordeel van een cursus doen via het platform is dat je collega’s tegenkomt van andere afdelingen van je eigen, of van de twee andere universiteiten, zegt programmacoördinator Miranda Smit. Situaties waar je over praat zijn daardoor herkenbaar en dat maakt de training waardevol, zegt zij. “Bovendien kun je van anderen leren en bouw je meteen je netwerk uit.”

Werken met cultuurverschillen

Het aanbod van het Trainings- en Ontwikkelingsplatform komt nu nog grotendeels van de universiteiten Leiden en Delft, omdat Rotterdam voorheen geen opleidingsinstituut kende. Wie zich wilde ontwikkelen, zocht samen met de leidinggevende naar een passende cursus.

De Erasmus Universiteit werkt momenteel aan de invulling van haar eigen aanbod, dat mede gebaseerd is op de trainingen die het ondersteunend personeel heeft gevolgd in Vlissingen in 2012 en 2013. Voorbeelden van wat het platform nog gaat ontwikkelen zijn ‘Hoe manage ik verzuim’, ‘Werken met (cultuur)verschillen’ of ‘Inzet en gebruik nieuwe media’.

Proeverij van workshops

In Den Haag werd dinsdagmiddag de samenwerking met Delft en Leiden op dit gebied officieel gestart met een ‘proeverij’ van miniworkshops, die zijn gebaseerd op het trainingsaanbod. Medewerkers konden zich hiervoor opgeven. LJ