Bij de helft van alle universitaire masteropleidingen kunnen studenten alleen in september van start. Wie het bachelordiploma net niet op tijd behaalt, loopt bijna een jaar studievertraging op.

Aan de TU Delft en de Universiteit Leiden hebben vrijwel alle masteropleidingen twee of meer instroommomenten per jaar. Dat geldt ook voor negentig procent van de Groningse masteropleidingen. Maar de Vrije Universiteit en de Universiteit Maastricht lopen flink achter. Bij hen heeft nog geen kwart van alle masteropleidingen een extra instroommoment. Die informatie heeft minister Bussemaker op verzoek van GroenLinks naar de Tweede Kamer gestuurd. Aan de EUR hebben slechts 15 van de 48 masters een extra instroommoment.

Doorstroommaster

Voorheen mochten studenten alvast aan hun master beginnen als ze in hun bachelor nog maar een paar studiepunten hoefden te behalen. Zo konden ze maanden studievertraging voorkomen, was de gedachte. Maar het nadeel was dat veel studenten min of meer automatisch voor de doorstroommaster aan hun eigen universiteit kozen en niet nadachten over masteropleidingen in een andere stad of in het buitenland.

Harde knip

Daarom heeft het vorige kabinet een zogeheten ‘harde knip’ tussen bachelor en master ingevoerd: studenten mogen pas aan hun masteropleiding beginnen als ze hun bachelordiploma op zak hebben.

Meer instroommomenten

Voorwaarde was dat masteropleidingen – uitzonderingen daargelaten – allemaal twee of meer instroommomenten per jaar moesten bieden, vonden toenmalig staatsecretaris Zijlstra en de Tweede Kamer. Dat zou de schade voor vertraagde studenten binnen de perken houden.

Sinds dit studiejaar hebben tien van de dertien universiteiten een harde knip. De Vrije Universiteit, de Universiteit van Tilburg en Wageningen Universiteit kregen een jaar respijt, onder meer omdat hun masters nog niet genoeg instroommomenten boden. Nu blijkt dat ook andere universiteiten achterlopen. HOP

 

Totaal aantal

masteropleidingen

masters met extra

instroommomenten

percentage

Maastricht University

 58  14  24%

Vrije Universiteit

 96  23  24%
Wageningen Universiteit

 27  8  30%
Erasmus Universiteit

 48  15  31%
UvA

 153  49  32%
Universiteit Twente

 33  11  33%
Tilburg University 

 51  25  49%
Universiteit Utrecht

 110  57  52%
Radboud Universiteit  71  49  69%
TU Eindhoven

 23  20 87%

Rijksuniversiteit Groningen

 122  110  90%
Leiden University

 71  69  97%
TU Delft

 31  31  100%
Totaal 

 894  481  54%

© HOP. Bron: ministerie van OCW.