De tevredenheid over het werken bij de Erasmus Universiteit loopt per faculteit nogal uiteen. Dat blijkt uit de resultaten van het medewerkersonderzoek dat november vorig jaar werd gehouden. Bij de Faculteit der Wijsbegeerte en de Erasmus School of Economics (ESE) is men erg tevreden; bij de Erasmus School of Law (ESL) ligt de score beduidend lager.

Respectievelijk een 8,4 en een 7,7 was het cijfer dat medewerkers van Wijsbegeerte en Economie gaven voor hun mate van algemene tevredenheid over hun werkgever, de Erasmus Universiteit Rotterdam. Nogal een verschil met hun collega’s van de Erasmus School of Law (ESL) wier waardering bleef steken op 6,9. Ad Hoogsteder, directeur van het SSC Human Resources and Finance (HR&F), heeft hiervoor nog geen duidelijke verklaring. “Het kan zijn dat de tevredenheid bij de faculteit der Wijsbegeerte komt doordat de faculteit relatief klein is en er een gevoel van saamhorigheid heerst”, vermoedt hij. “En bij de ESE hebben ze de afgelopen jaren, na een reorganisatie, een duidelijk beleid gevoerd. Dat kan positief werken.”

Speculeren

Het blijft tot nu toe echter slechts speculeren, want de analyse van de binnengekomen data is pas over enkele weken af. De geringe mate van tevredenheid bij ESL verbaast Hoogsteder trouwens niet: “Het is bij ons bekend dat de werkdruk hoog ligt. Daarop zijn eerder al maatregelen getroffen, maar het kan zijn dat die nog niet voldoende werken.”

De matige tevredenheid bij ESL uit zich vooral in relatief lage scores op categorieën als ‘doorgroeimogelijkheden’, ‘gevoel van waardering’ en ‘het functioneren van de medezeggenschapsraad’. Juist bij de ESE wordt op die punten relatief hoog gescoord. De medewerkers hebben plezier in hun werk, en ze weten wat er van ze verwacht wordt. Bij de filosofen lijkt het wel een paradijs, met vrijwel louter uitstekende resultaten; niet één keer wordt er significant lager gescoord dan het gemiddelde. Zo’n beetje het enige echt slechte cijfer wordt gegeven aan de interne communicatie. Dit blijkt voor veel medewerkers een heikel punt.

Opvallend

Een aantal zaken springt in het oog. Zo zijn medewerkers van de sociale faculteit (FSW) niet bepaald trots op hun werkgever, en voelen ze zich weinig gewaardeerd. Bij de Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC) is men aanzienlijk minder tevreden over de direct leidinggevende dan bij de andere faculteiten.

De medezeggenschapsraad is volgens de medewerkers van de Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) een lachertje. Het personeel wordt niet op de hoogte gehouden (3,6) en voelt zich nauwelijks vertegenwoordigd door de raad (4,0).

En het personeel van het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (iBMG) zegt niet op de hoogte te zijn van de doelstellingen van de EUR (strategie Erasmus 2013).

Loyaal en betrokken

Medewerkers van de Shared Service Centers (SSC’s), stafdiensten en de Universiteitsbibliotheek geven een 7,6 voor algemene tevredenheid. Dat cijfer ligt net iets boven het gemiddelde van alle EUR-medewerkers (7,4). Thema’s waarop goed gescoord wordt, zijn ‘loyaliteit’ en ‘betrokkenheid’. Stafmedewerkers waarderen de belangstelling van de direct leidinggevende voor hun werk met een 7,2. Dat is beduidend hoger dan het gemiddelde van een 5,9 op andere hogescholen en universiteiten. Ook is men bij de ondersteunende diensten trots op zijn baan en wordt er een goede balans ervaren tussen werk en privé-leven.

Toch zijn er ook bij de stafdiensten en SSC’s onderdelen die laag scoren. Zo worden mensen niet aangesproken op hun gedrag, hetgeen lijkt te leiden tot irritatie bij de medewerkers, want zij beoordelen dit onderdeel met een magere 4,9. Volgens Hoogsteder wordt hier al op ingespeeld: “Nog dit jaar krijgen de medewerkers van de stafdiensten, de SSC’s en de bibliotheek een training gericht op samenwerkingsprocessen.”

Communicatie

Een opvallend resultaat is de slechte score voor het functioneren van de medezeggenschapsraad. Medewerkers voelen zich niet vertegenwoordigd en worden slecht op de hoogte gehouden, vinden ze.

Wat misschien nog wel interessanter is, is de dikke onvoldoende die gegeven wordt voor de manier waarop er op de EUR wordt gecommuniceerd. De afdeling Marketing & Communicatie (SMC) geeft van alle ondersteunende diensten hiervoor zelfs de laagste score, namelijk een 3,9. Jacco Neleman, persvoorlichter bij SMC had het ook graag anders gezien: “Hier worden we natuurlijk niet blij van.” Een verklaring voor de extreem lage score heeft hij niet. Wel zegt hij dat ze hier en daar beperkt zijn in de middelen: “Zo is er bijvoorbeeld geen intranet op de EUR.”

Ook de andere stafmedewerkers zijn niet erg te spreken over de communicatie. Een blik op de open vragen uit het onderzoek bevestigt dit. Veelgelezen reacties zijn: ‘Beter communiceren’, ‘Transparantere communicatie’ en ‘De EUR is een verzameling van losse eilanden’.

ICT-werkoverleg

Wanneer de scores van de ondersteunende diensten worden uitgesplitst valt nog een aantal zaken op. Zo is men bij het Erasmus Facilitair bedrijf (EFB) beduidend minder tevreden over de directe collega’s (6,8) dan bij SSC Human Resources and Finance (8,0). Bij SSC ICT worden nieuwe medewerkers niet goed ingewerkt (5,6) en krijgt het werkoverleg een slappe 5,2. Bij de Universiteitsbibliotheek tenslotte, zijn ze daarentegen wel tevreden over het overleg met de directe collega’s (7,1).

Aanpakken

Naar aanleiding van het medewerkersonderzoek worden verbeterpunten opgesteld. Aan decanen en directeuren is gevraagd voor 1 juli 2012 een plan van aanpak op te stellen. HRF stelt hiervoor een format op zodat er efficiënt gewerkt kan worden. Over twee à tweeënhalf jaar wordt er opnieuw een grootscheeps onderzoek uitgevoerd onder de medewerkers. Dan moet blijken of de plannen van aanpak hebben gewerkt.

EvdE