Kunstenaars hebben een kort geding gewonnen dat verstrekkende gevolgen kan hebben voor studenten. De rechter heeft bepaald dat de overheid niet zomaar de kunstenaarsuitkering (WWIK) mag stopzetten zónder overgangsregeling. Onderwijsadvocaat Willem Lindeboom ziet een parallel met het hoger onderwijs.

Meerdere studies

“Doordat de overheid nog maar één bachelor en één master bekostigt, moeten sommige studenten halverwege hun tweede opleiding opeens het instellingcollegegeld gaan betalen, in plaats van het wettelijk collegegeld. Daarmee wordt de studie vier of vijf keer zo duur.” Redelijkerwijs mogen studenten ervan uitgaan dat het collegegeld gedurende hun opleiding ongeveer hetzelfde blijft. Die stabiliteit zou je ook een vorm van eigendom kunnen noemen, meent Lindeboom. “Dat eigendom hebben sommige instellingen ten onrechte afgepakt.”

Deeltijdstudenten

Ook deeltijdstudenten kunnen hun voordeel doen met de uitspraak over de kunstenaarsuitkering. Zij zijn aan een opleiding begonnen met het idee dat ze daar langer over zouden mogen doen dan gewone studenten. “De overheid kan hun studieduur niet zomaar inperken.”

Langstudeerders

Tegenstanders van de langstudeermaatregel vinden ook dat er overgangsrecht zou moeten gelden. Studenten die de afgelopen jaren vertraging opliepen, hielden immers geen rekening met de komst van een langstudeerboete.

Toch zit de vork hier net iets anders in de steel. Studenten hebben een jaar de tijd gekregen voordat het verhoogde collegegeld in rekening wordt gebracht. Bij de kunstenaars zat er nog geen maand tussen goedkeuring in de Eerste Kamer en het schrappen van de WWIK.

Laatste woord

Overigens is het laatste woord over de WWIK nog niet gesproken. Staatssecretaris De Krom van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat in beroep tegen de gerechtelijke uitspraak dat hij een overgangsregeling moet treffen.

HOP

EvE