Spaghetti maken

Sofie maakte spaghetti. Marjolein kwam eten. Ze was niet zo’n keukenprinses, maar sinds ze

op kamers was in het studentenhuis aan de Rodenrijselaan had ze er steeds meer lol in. Ze ging zelfs naar de markt, af en toe. Heerlijk, vond ze dat.

Stond ze een kwartier te wegen en te voelen in zo’n Marokkaanse groentekraam, waar de granaatappels zij aan zij lagen met de bloemkolen. Dat was toch het leven in de grote stad: naar huis fietsen met zo’n rits witte tasjes aan je stuur. En dan te bedenken dat haar studiegenoten hun groenten bij de Albert Heijn op de hoek haalden.

De uien waren gesnipperd en de tomaten gewassen. Prei. Check. Room. Check. Het gehakt moest nog even wachten. Voor Jet, haar vegetarische huisgenoot, zou ze eerst een apart pannetje met saus maken. In huis werd hier weleens smalend over gedaan, maar Sofie vond het geen probleem.

Zelf speelde ze ook weleens met de gedachte om te stoppen met vlees eten, maar het idee om nooit meer een McKroket of een broodje Döner te kunnen halen zag ze nog niet helemaal zitten.

Haar mouwen waren opgestroopt en uit de kast had ze een verfrommeld schort getrokken. Ze kende zichzelf wel een beetje: als ze deze spijkerbroek vanavond nog naar de film aan wilde, kon ze maar beter voorzorgsmaatregelen treffen. Ze brak een stuk stokbrood af en draaide de fles rode wijn open. Daar stond ze toch maar lekker, dacht ze toen ze inschonk en haar glas tussen de uitgestalde ingrediënten neerzette. Een doordeweekse avond, een aanrecht vol met eten en haar beste vriendin die nu waarschijnlijk op weg was hier naartoe.

Het was alweer een paar weken geleden dat ze met Marjolein afgesproken had. Sofie had veel bij Roderick, haar scharrel, gezeten. Te veel misschien wel. Ze werd het een beetje zat, zijn bijdehante vrienden en al dat gehang. Hij had zijn mond vol over stages in Berlijn en spannende reizen die hij wilde gaan maken, maar ze kreeg langzaam de indruk dat hij net zo lief de komende drie jaar nog met zijn FIFA-computer op de bank zou blijven zitten.

Ze keek op de klok. Kwart over zes. Boven hoorde ze de douche aangaan en kort daarop de radio die Niels, de oudste van het huis, op het badkamerlicht had aangesloten. Op de pastaverpakking zocht ze wat de kooktijd bedroeg. Elf minuten. Ze kon het water wel alvast in de waterkoker doen, misschien vast wat kaas raspen. Ze nam nog een slok rode wijn en liet onder de kraan een glas water vollopen. Ze hoopte dat het laat zou worden.

(wordt vervolgd)