Als het kabinet zijn zin krijgt, moeten ten minste zeventien onderwijsbestuurders van een hogeschool of universiteit salaris inleveren als ze worden herbenoemd. Ook hun pensioenbijdrage zou te hoog zijn.

Het kabinet wil een salarisplafond instellen voor bestuurders van hogescholen en universiteiten. Ze mogen volgens het wetsvoorstel dat vorige week gepresenteerd werd maximaal 130 procent van het ministerssalaris verdienen: inclusief pensioenbijdragen en onkostenvergoeding 223.666 euro. Aan de EUR gaat het om 29 personen die in 2009 meer dan dit bedrag verdienden, voornamelijk werkzaam in het Erasmus MC.

Minder salaris

De regel gaat niet gelden voor huidige contracten van de bestuurders, maar wel wanneer zij worden herbenoemd. De meeste bestuurders hebben tijdelijke contracten, voor een periode van gewoonlijk vier jaar. Uit het wopt-rapport over 2009, waarin alle topinkomens in het hoger onderwijs en andere (semi-)publieke sectoren staan vermeld, blijkt dat minimaal zeventien onderwijsbestuurders vorig jaar meer dan 223.666 euro verdienden. Zij zullen bij een herbenoeming in salaris achteruit gaan.

Te veel pensioen

Opvallend is dat alle onderwijsbestuurders in het rapport, gemeten naar het wetsvoorstel, een te hoge pensioenbijdrage ontvangen van hun werkgever. De staatssecretaris wil dat bedrag vastleggen op maximaal 28.767 euro. In 2009 kregen achttien werknemers van de EUR een hogere pensioenbijdrage.

Niet streng genoeg

SP-Kamerlid Jasper van Dijk vindt de nieuwe wet niet streng genoeg. “Waarom zou een onderwijsbestuurder meer moeten verdienen dan zijn eigen baas, de minister van onderwijs?” In het debat over het wetsvoorstel zal hij pleiten voor een verlaging van de salarisnorm. Verder wil hij alle bestuurders weer terugbrengen in de cao, zoals dat tot het eind van de jaren negentig het geval was. “Als je het goed regelt en de salarisverschillen lopen niet te ver uiteen, dan heb je helemaal geen maximumnorm meer nodig.”

Tijdelijke benoeming

De bestuurders van hogescholen en universiteiten hebben nu eigen – meer marktconforme – arbeidsvoorwaarden, die worden afgesproken met de raad van toezicht. Ze worden tijdelijk benoemd, in tegenstelling tot ander onderwijspersoneel, dat een vaste aanstelling heeft.  HOP/ TL