Wat wil ze eigenlijk van Roderick?

“Zoek je wat?”, vroeg Sofie, terwijl ze de haren van haar voorhoofd veegde. Roderick lag op zijn buik – bloot – dwars over het bed en rommelde in een berg kleren die in de hoek tegen de poot van een schemerlamp aangebouwd lag. Sofie keek naar zijn billen, die er zacht en wit bij lagen en zag dat er op zijn dijbeen een sliertje sperma glinsterde.

Ze keek naar haar eigen benen, voelde aan haar stoppelige schaamhaar en rechtte haar rug om de plooi in haar buik weg te krijgen. “Ik dacht dat ik mijn sigaretten in mijn broekzak

had laten zitten”, zei Roderick, terwijl hij zich omdraaide en zich tegen het hoofdeinde aan liet zakken.

“Wilde je gaan roken?”, schamperde Sofie, terwijl ze op haar knieën ging zitten. “Ik dacht dat ze dat alleen in films deden.”

“Ik had er zin in.”

“Het is smerig, al helemaal in bed.”

“Het is mijn bed!”, zei hij verontwaardigd.

“Dus mag jij kiezen wat je liever hebt: een sigaret of…” – ze hief haar armen in de lucht en trok een uitgestreken gezicht – “mij.”

Hij kwam tegenover haar zitten. “Lastige keuze”, zei hij. Hij keek haar recht aan en zei niets meer. Dit was de blik waar ze een paar maanden geleden op gevallen was: spottend, geamuseerd. Schaduwen trokken over zijn gezicht. Hij had mooie jukbeenderen, stevige kaken. Hij was mager – geen greintje vet, zou haar oma zeggen – maar als hij zich bewoog, zag je de spieren van zijn borst, zijn buik en zijn nek straktrekken. Ze probeerde uitdagend terug te kijken, maar dat lukte niet. Pas toen ze zag dat zijn piemel langzaam weer stijf werd, kon ze een schaterlach niet onderdrukken.

“Zo”, zei ze, “meneer wil nog een keer.” Roderick keek schuldbewust, maar wiebelde

op zijn knieën naar haar toe. Hij stak zijn hoofd in haar nek en snoof, wat kriebelde. Sofie streek met haar gespreide vingers door zijn borsthaar en raakte met een middelvinger een

van zijn tepels aan. Ze voelde dat zijn handen op haar zij terechtkwamen, dat ze over haar buik gleden. Plagerig prikte hij in haar navel. Ze wurmde haar benen onder zich vandaan en probeerde hem zachtjes om te drukken. Hij lachte, maar gaf niet mee. Ook goed, dacht Sofie, jij je zin. En ze liet zich achterovervallen. (wordt vervolgd)