Zou ze hem kunnen krijgen?

Hij had donker haar, een grote neus en lange wimpers. Hij heette Roderick, deed iets spannends aan de kunstacademie en werkte al twee jaar voor het cateringbedrijf. De partymanager zoals iedereen hun baas noemde, had hen bij de briefing gevraagd of zij samen de ontvangst klaar wilden zetten.

Ze hadden de hele middag gesjouwd met tafels en heen en weer gereden met rinkelende karren champagneglazen. Op de tiende verdieping van het industriële gebouw zouden vanavond tweehonderd werknemers van een projectontwikkelaar komen eten.

Ze hadden lopen kletsen zoals je dat doet met iemand die je net kent. Onschuldig, maar tegelijkertijd flirtend, elkaar aftastend. Ze wist dat hij Oh Oh Cherso doodsaai vond en dat hij van Nick Cave hield. Zij had eruit geflapt dat ze eigenlijk een kat wilde en dat ze nooit verliefd zou kunnen worden op een neger. Hij had spottend gekeken toen ze, terwijl ze voor de zoveelste keer in de glimmende lift stonden, deed alsof ze een glas prosecco in een keer achterover gooide. Zij, op haar beurt, had hem ongegeneerd staan uitlachen toen hij maar geen mooie knoop in zijn stropdas kreeg.

Ze stonden voor het raam. Achter hen werden nog wat servetten recht gelegd en stoelen aangeschoven. Sofie keek naar de knipperende Euromast, het ziekenhuis, de draaiende ‘M’ van de Montevideotoren. Het had de hele dag geregend, maar nu het avond werd hadden de donkere wolken zich teruggetrokken aan de randen van de stad. Met het Nationale Nederlanden-gebouw als baken, kon ze nagaan waar de Bergweg, en dus haar huis ongeveer moest liggen. Boven hen was het helder.

Ze hoorde Roderick naast haar zijn neus ophalen, zachtjes. Ze moest denken aan het einde van Casablanca, Humphrey Bogart die samen met een Franse politieagent in de mist verdween. Ze wilde iets zeggen over de belachelijk stijf gestreken overhemden die ze aanhadden, misschien vragen of hij vanavond nog wat ging doen, maar ze bedacht zich. Er werd een jazzplaat opgezet – echt zo’n gladde, van die dinermuziek.

Ze merkte dat hij even naar haar keek, wat haar amuseerde. Hij was zeker drie jaar ouder, op het arrogante af zelfverzekerd en had vrienden die fotograaf waren of ontwerper. Hij had stage gelopen in Madrid en wilde volgend jaar in Berlijn gaan wonen. Vanuit de opgebouwde keuken hoorde ze de oven piepen, beneden gleed een watertaxi door de haven en ineens was de gedachte daar: zou ze hem kunnen krijgen?

(Wordt vervolgd)