Universiteiten moeten meer aandacht hebben voor mensen die in hun vrije tijd aan een proefschrift werken. De zogeheten ‘buitenpromovendi’ zijn momenteel vrijwel onzichtbaar, terwijl ze de helft van alle promoties voor hun rekening nemen.

Dat vindt [campus]OrléoN, het netwerk voor buitenpromovendi. Woensdagavond is er een congres over de buitenpromovendus, waar oprichter Floor Basten een rapport overhandigt aan de voorzitter van universiteitenvereniging VSNU.

Vrije tijd

Sommige mensen willen graag een proefschrift schrijven, maar kunnen of willen niet als gewone promovendus aan een universiteit werken. Ze doen dit in hun vrije tijd, of ze spreken met hun werkgever af dat ze een deel van hun werktijd eraan mogen besteden. Niemand weet hoeveel buitenpromovendi er zijn, want dat wordt niet bijgehouden. Ook op de Erasmus Universiteit wordt het aantal buitenpromovendi niet geregistreerd.

Cliché

Universiteitenvereniging VSNU schatte vorig jaar dat buitenpromovendi de helft van alle promoties voor hun rekening nemen door te kijken naar het aantal doctorstitels dat jaarlijks wordt verleend, en vergeleek dat met het aantal promovendi in dienst van universiteiten. Het zijn niet alleen mannen van middelbare leeftijd, zoals het cliché wil. Er lijken steeds meer jongere mensen als buitenpromovendus aan de slag te gaan.

Verbetering in de omgang

Volgens Basten is er weinig belangstelling voor de buitenpromovendi. “Ze horen er niet echt bij. Hoogleraren nemen weinig verantwoordelijkheid voor het promotietraject.” Van de dertig promovendi die ze gesproken heeft, heeft bijvoorbeeld minder dan de helft digitaal toegang tot de universiteitsbibliotheek. Er mag wel iets verbeteren in de omgang met buitenpromovendi, vindt ze. “Dat is hier precies hetzelfde”, vertelt Frits van Engeldorp Gastelaars, hoofddocent bij de Rotterdam School of Management (RSM). Hij geeft cursussen aan buitenpromovendi.

Vragen

Pedel Ton Molendijk, verantwoordelijk voor onder andere promotieplechtigheden op de EUR, zou het geen slecht idee vinden als er op universiteiten een medewerker zich speciaal bezig zou houden met de buitenpromovendi. “We krijgen af en toe vragen van mensen die hier willen promoveren. Die stuur ik dan maar naar de betreffende faculteitsdirecteur door.” (HOP/ TL)