Obscuur?

Als wetenschapper sta je regelmatig voor de vraag: welk onderzoek zal ik nu weer eens gaan doen? Ook Sofia Thorsson en haar vier collega’s moeten dat ergens medio 2004 gedacht hebben. Sofia kreeg als een donderslag bij heldere hemel ineens een briljant ideetje. ‘Laten we onderzoeken of het werkelijk zo is dat mensen naar buiten gaan als het lekker weer wordt’. Een gewaagde hypothese, en zeker niet makkelijk te onderzoeken. Maar, wereldheerschappij in de wetenschap bereik je niet met gewone dertien-in-een-dozijnachtige onderzoekjes. Soms moet je gewoon je nek uitsteken.

Bovendien, uit literatuuronderzoek bleek dat niet bijzonder veel bekend was over het onderwerp. Ongelofelijk hè? Dus, brainstormsessies en denkpauzes wisselden in rap tempo af. Sofia en haar collegaatjes ruzieden wat af. Uiteindelijk werden ze het eens. Gelukkig maar. En zo is het gekomen dat de onderzoekers aan de slag gingen. Apparatuur in alle soorten en maten werd aangeschaft: Van hygrometers tot de onvermijdelijke pyranometer: Kosten noch moeite werden gespaard. Protocollen om mensen te tellen werden vastgesteld. En locaties werden uitgekozen.

Het onderzoek was een daverend succes. Het weer werd met een precisie gemeten waar menig meteoroloog een puntje aan kan zuigen. Maar wat bleek? Soms nam het aantal mensen dat bij lekker weer buiten liep wel toe en soms niet. Een duidelijke relatie bleek er niet te bestaan.

Hoewel het onderzoek regelrecht leek af te stevenen op een sof van jewelste, zag Sofia’s collega Tsuyoshi Honjo na anderhalf jaar data analyse net op tijd het probleem. Op de ene locatie, het stationsplein, waren mensen evenveel buiten bij goed als slecht weer, maar in het park vertoefden ze alleen als het lekker weer was. De gegevens waren dus weldegelijk waardevol. Zo zie je maar. Schrijven maar. Publiceren maar. Het prachtblad Environment and Behaviour (ISI-rated dus kwaliteitsblad) wilde dit puike staaltje onderzoek maar al te graag hebben (2007, vol 39(5): 660-84). En zo eindigt het verhaal van Sofia en haar vier moedige collega’s en kwam de wereldheerschappij weer een stapje naderbij.

En nu hoor ik je vragen: ‘Ligt dat onderzoek niet een beetje voor de hand?’ Ik zeg ja. Maar dat is nu juist het mooie. Dit is een prima staaltje obscure wetenschap. En dat moet je waarderen. Het is ook moeilijker dan je denkt. Probeer het maar eens. Wil je nog een goede tip? Een wijs man schreef eens: ‘The subject of correlations, if properly detached from any theoretical considerations, offers fertile ground for obscure science’. En zo is het maar net.

Peter Achterberg, cultuursocioloog aan de FSW, zoekt nog een oude regenmeter om te kunnen onderzoeken of het zo is dat autobestuurders vaker hun ruitenwissers gebruiken als het regent.

 

Eén puntje maar…

Winnen is een keuze. Winnen is bovendien belangrijker dan verliezen. Daarom win ik graag. Iedereen wint graag. Ik ken eigenlijk niemand die het lekker vindt om te verliezen. Ik scoor dus graag. Ik kick op artikelen, pak graag NWO-subsidies, en win graag op sportdagen. Daarom baalde ik afgelopen dinsdag 28 september ook zo verschrikkelijk. De vorig jaar door ons zo glorieus gewonnen ‘cup met de gouden oren’ op de sportdag van de EUR werd dit jaar weer net zo makkelijk verspeeld. Heb je het ooit zo zuur gegeten?

Nog zuurder: Ik was ook nog plaatsvervangend captain! Succescaptain Borg moest ‘belangrijke dingen’ doen en droeg aan mij het aanvoerderschap over. Ten onrechte naar nu blijkt. Aan mijn team heeft het niet gelegen – dat waren stuk voor stuk toppers van het zuiverste soort: Niels, jongeling van het team, bleek bij het volleybal een servicekanon van jewelste. Joris, Jacko, Iren, Geske, en Shivant renden zich allemaal een rotje. Zelfs Jeroen deed zijn best en blesseerde – dit jaar voor het eerst – geen enkele tegenspeler. En Lieske leerde ons – stijve harken als wij zijn – in amper drie minuutjes de fijne kneepjes van de Zumba.

Alles leek op dus rolletjes te lopen. Maar toch wonnen we niet. Waarom? Finesse vrees ik. Finesse….én een gebrek aan scherpte. Met één punt verschil werden we tweede. Een punt dat met goed leiderschap dus wél gepakt had kunnen worden. En daarom neem ik volle verantwoordelijkheid voor deze nederlaag op me. Sorry mensen, ik zou wensen dat de zaken er anders voor stonden. Maar nee, het is de harde realiteit.

Maar van wie hebben we eigenlijk verloren, hoor ik je vragen. iBMG, zegt dat je iets? Mij niet. Ik had er zelfs nog nooit van gehoord. Wat is dat eigenlijk? Economie, akkoord, dat ken ik. Wijsbegeerte, ken ik ook. Rechten of zelfs bedrijfskunde, ik ken het allemaal. Stuk voor stuk respectabele wetenschapsgebieden. Maar welk wetenschapsgebied duidt zichzelf eigenlijk aan met een afko? Hoe stel je jezelf eigenlijk voor? ‘Hallo ik ben drs. Mezusenmezo en ben iBMG’er’?

Nou ja, hoe dan ook, we hebben van die gasten verloren. Eerlijk is eerlijk. Hoewel… het verhaal ging dat minstens de helft van die jongens ingehuurd was en dat ze eigenlijk in de sportschool werken, maar dit geheel terzijde. Ook ging trouwens het hardnekkige en door mij ingebrachte gerucht dat er gewerkt zou zijn met doping en steekpenningen. Maar, ook dit terzijde. Verloren is verloren, en zij hebben gewonnen. Gefeliciteerd zal ik dan maar zeggen. Volgend jaar pakken we die bekert wel weer, maar dan zonder mij als captain.

Peter Achterberg, cultuursocioloog aan de FSW, huilde zichzelf onlangs in slaap