Op de campus
Sofie keek hoe Marjolein de brand in haar sigaret probeerde te krijgen, de handen tot een kommetje gevouwen en om haar as draaiend om de wind te slim af te zijn. Ze stonden onder het afdak van het L-gebouw, naast de draaideur. Een miezer zwiepte over het plein en speelde met de bomen. De mensen die onafgebroken van de roltrap in het T-gebouw afdruppelden, trokken een rechte lijn in hun richting. Jongens doken weg in hun capuchons, vrouwen deden alsof ze geen moeite hadden hun evenwicht te bewaren.
“Lelijk gebeuren eigenlijk, hè, dit.” Marjolein kneep haar ogen samen en inhaleerde. “Ze lokken je hierheen met mooie praatjes en voordat je het weet zit je vier jaar in zo’n bunker opgesloten.”
Ja, het was bepaald iets anders dan de universiteiten uit Amerikaanse films. Niks oude gebouwen, romantische hofjes en stoffige bibliotheken met houten trappen. Blokkendozen waren het. Hier en daar een boom, dat wel, maar qua sfeer hield het niet over. Eigenlijk had Sofie een behoorlijke baaldag. Slecht geslapen en vanochtend had ze met moeite wakker kunnen blijven bij statistiek, gegeven door een man met een lang gezicht en een baard. Daarna had ze geluncht, tenminste, een poging gedaan. Ze had een kop klonterige champignonsoep volgeschept en merkte bij de kassa dat een bekertje jus d’orange bijna twee euro kostte. Vervolgens hadden Marjolein en zij bijna twee uur achtereen in de UB gezeten, op zoek naar een of ander marketingboek. Het enige resultaat was een flyer van een christelijk zeilweekend en een knipoog van een jongen met een paardenstaart.
“Zullen we anders zo even een wijntje doen?” Sofie probeerde het achteloos te laten klinken, om niet te verhullen dat ze eigenlijk de hele dag al zin had om de kroeg in te gaan.
“Nu?” vroeg Marjolein, terwijl ze haar horloge uit haar mouw schudde. “Het is net vier uur.”
Misschien had ze gelijk, was het beter om gewoon naar huis te gaan, boodschappen te doen en het bad te laten vollopen. Voor de Smitse stonden twee blonde meisjes te worstelen met een klapwiekende paraplu, over de stenen rolde een papieren bekertje met de woorden ‘drink’, ‘enjoy’ en ‘hot’ erop. Sofie dacht aan chocoladekoekjes en aan baby’s.
Marjolein gaf haar een por in de zij en keek haar spottend aan. “Wat sta jij nou beteuterd te kijken… We zijn toch nog geen dertig? Zullen we die ballentent hier tegenover proberen?”
(wordt vervolgd)
