Euthanasie bij pasgeborenen vraagt om nieuwe richtlijnen. Dit concludeert Hilde Buiting in haar proefschrift ‘Maatschappelijke controle bij euthanasie’, waarop zij op 3 december aan het Erasmus MC is gepromoveerd.

Om te controleren of artsen in Nederland op de juiste manier omgaan met actieve levensbeëindiging bij pasgeborenen is in 2007 een landelijke toetsingscommissie ingesteld. Sindsdien is er slechts éénmaal een melding gedaan van euthanasie bij een pasgeborene. Dit lijkt niet te kloppen met de werkelijkheid. Hilde Buiting onderzocht wat mogelijke verklaringen zijn voor het uitblijven van deze meldingen.

Wanneer is euthanasie écht euthanasie

“Zo vinden artsen het niet duidelijk wanneer er nu precies melding moet worden gedaan van euthanasie. Er zijn bijvoorbeeld casussen waarbij een arts bepaalde medische handelingen niet als actieve levensbeëindiging aanmerkt,” aldus Buiting.

Waarschijnlijk komt het namelijk regelmatig voor dat artsen hun medisch handelen eerder beschouwen als zorgvuldige pijnbestrijding en stervensbegeleiding, dan als actieve levensbeëindiging. Zo wordt soms de beademing gestaakt als een pasgeborene met minieme levenskansen benauwd raakt. In dit soort gevallen is er vaak geen tijd om de procedure voor levensbeëindiging op te starten. De artsen rapporteren het overlijden van de pasgeborene dan als een natuurlijke dood.

Richtlijnen missen aansluiting bij praktijk

Een andere mogelijke reden waarom meldingen uitblijven is volgens Buiting dat de huidige richtlijnen niet aansluiten bij de praktijk. “In de richtlijnen staat dat er sprake moet zijn van actueel ernstig lijden van de pasgeborene. In de praktijk kijken artsen echter niet alleen naar het actuele lijden van de zieke pasgeborene, maar ook naar ernstig lijden in de toekomst.” Deze richtlijnen zouden dan ook moeten worden aangepast, stelt Buiting.

Aanpassen richtlijnen

De vraag is, hoe snel deze aanpassingen daadwerkelijk zullen plaatsvinden. “Nu mijn proefschrift uit is laait de discussie over euthanasie onder juristen, ethici en medici weer op. Weliswaar is de toetsingcommissie al in 2007 ingesteld, maar vanaf nu zal er nog gepraat moeten worden over hoe deze richtlijnen moeten worden aangepast. En dat kan behoorlijk wat tijd in beslag nemen.” CL